Met systeeminstallatie kunt u uw pc hardware beheren en BIOS-niveau-opties opgeven. Vanuit de systeeminstallatie kunt u:
● De NVRAM-instellingen wijzigen na het toevoegen of verwijderen van hardware;
● De configuratie van de systeemhardware bekijken;
● Geïntegreerde apparaten in- of uitschakelen;
● Grenswaarden voor prestatie- en energiebeheer instellen;
● De computerbeveiliging beheren.
Systeeminstellingen openen
Stappen
1. Start de computer (opnieuw) op.
2. Druk onmiddellijk op F2 als het witte Dell logo verschijnt.
De System Setup-pagina wordt weergegeven.
OPMERKING:
als u te lang hebt gewacht, en het logo van het besturingssysteem verschijnt, wacht dan tot u het bureaublad van
Windows ziet. Sluit vervolgens de computer af en probeer het opnieuw.
OPMERKING:
Nadat het Dell logo verschijnt, kunt u kunt ook op F12 drukken en vervolgens BIOS setup selecteren.
Navigatietoetsen
De volgende tabel geeft de navigatietoetsen weer voor het installeren van het systeem.
OPMERKING:
Voor de meeste system setup-opties geldt dat de door u aangebrachte wijzigingen wel worden opgeslagen, maar pas
worden geëffectueerd nadat het systeem opnieuw is opgestart.
Tabel 23. Navigatietoetsen
Toetsen
Navigatie
Pijl Omhoog
Gaat naar het vorige veld.
Pijl Omlaag
Gaat naar het volgende veld.
<Enter>
Hiermee kunt u een waarde in het geselecteerde veld invullen (mits van toepassing) of de verwijzing in het veld
volgen.
Spatiebalk
Vergroot of verkleint een vervolgkeuzelijst, Mits van toepassing).
<Tab>
Gaat naar het focusveld.
<Esc>
Gaat naar de vorige pagina totdat u het hoofdscherm ziet. Op <Esc> drukken in het hoofdscherm geeft een
melding weer om de niet opgeslagen wijzigingen op te slaan en het systeem opnieuw op te starten.
<F1>
Hiermee wordt het hulpbestand voor de systeeminstallatie geopend.
Opties voor het scherm Algemeen
Dit gedeelte bevat de belangrijkste hardwarefuncties van de computer.
24
Systeeminstallatie
OPMERKING:
Alleen voor de standaard grafische browser.
Systeeminstallatie
4