4. Monteer de brandstoftank in omgekeerde volgorde
van het verwijderen, en sluit de brandstofslang
aan op de brandstoftank. Zorg dat de lip op het
vliegwielhuis de bovenkant van de brandstoftank
vergrendelt.
7.11.5 Een tankontluchtingstest uit te voeren
1. Tap de brandstoftank af. Zie
aftappen op pagina 21 .
2. Koppel de brandstofleiding van de carburateur los
en sluit deze aan op de druktester.
3. Draai de brandstoftankdop volledig aan.
4. Verhoog de onderdruk in de tank. Als de onderdruk
niet meer werkt, vervangt u de brandstoftankdop.
7.11.6 Het brandstoffilter vervangen
WAARSCHUWING: Draag
veiligheidshandschoenen.
1. Tap de brandstoftank af.
2. Plaats de slangklem uit de buurt van de
brandstoftank.
22 - Reparatie-instructies
De brandstoftank
3. Verwijder de brandstofleiding van de brandstoftank.
Er kan een kleine hoeveelheid brandstof weglekken.
4. Verwijder het brandstoffilter van de brandstoftank.
5. Plaats een nieuw brandstoffilter in de brandstoftank.
6. Breng de brandstofleiding op de brandstoftank aan.
7. Plaats de slangklem tegen de brandstoftank.
7.12 Olie
7.12.1 De motorolie verversen
WAARSCHUWING: Motorolie is nog erg heet
direct nadat de motor is uitgezet. Laat de motor
afkoelen voordat u de motorolie aftapt. Als u
motorolie morst op uw huid, was die dan af met
water en zeep.
2253 - 002 - 14.11.2023