Inhoudsopgave
Advertenties
draaiende ventilatoren verminderd. (alleen in koelbedrijf).
De nachtperiode wordt gedefinieerd door een start- en een
eindtijd die hetzelfde zijn voor elke dag van de week.
De nachtbedrijf instellingen en de capaciteitsbegrenzing
kunnen worden geconfigureerd in het Configuratiemenu
(GENCONF – Algemene Config). Alleen ingelogde
gebruikers kunnen de nachtbedrijf instellingen wijzigen.
8.12 - Regeling van de druk in de batterij
De batterijdruk van elk circuit wordt beheerd door
maximaal twee ventilatoren in circuit A en een ventilator
in circuit B. 30RBS/30RQS-units worden uitgerust met
ventilatoren met een vast toerental of ventilatoren met
een variabel toerental die voor een hoger
deellastrendement en lagere geluidsniveaus zorgen.
In koelbedrijf wordt de condensatiedruk onafhankelijk
geregeld in elk circuit gebaseerd op de verzadigde
condensatietemperatuur. De regeling past zijn setpoint
permanent aan om optimale prestaties te waarborgen en
pendelgedrag van de ventilatoren te voorkomen.
In verwarmingsbedrijf wordt de verdampingsdruk
onafhankelijk geregeld in elk circuit gebaseerd op de
verzadigde zuiggastemperatuur. De regeling past
permanent het setpoint aan om optimale prestaties,
werkingsduur en minimale aanvriezing van de batterijen te
garanderen.
8.13 - Vakantie
Deze functie wordt gebruikt om 16 vakantieperiodes te
definiëren. Iedere periode wordt bepaald door drie
parameters; de maand, de startdag en de duur van de
vakantieperiode.
Tijdens de vakantieperiodes zal de regelaar in bezet of
onbezet bedrijf staan, afhankelijk van de periodes
gevalideerd als vakantieperiodes. Elke vakantieperiode
kan worden aangepast door de gebruiker via het
Configuratiemenu (HOLIDAY – Holiday Menu
(Vakantiemenu)).
Vakantieperiodes wijzigen
1.
Ga naar het configuratiemenu.
2.
Selecteer Holiday Menu (HOLIDAY)
(Vakantiemenu).
3.
Kies de vakantieperiode, bijv. HOLDY_01.
4.
Stel Holiday Start Month [HOL_MON], begindag
[HOL_DAY], Duur (dagen) [HOL_LEN] in.
Holiday Start Month [HOL_MON] (Vakantie begin maand)
0-12
0
Start Day [HOL_DAY] (Begindag)
0-31
0
Duration (days) [HOL_LEN] (Duur)
0-99
0
8.14 - BACnet-optie
Het BACnet/IP-communicatieprotocol wordt gebruikt
door een GBS of programmeerbare regelaars om met de
regelaar te communiceren.
8.15 - Optie Desuperheater
30RBS/30RQS-units kunnen zijn uitgerust met een
desuperheater die een beter energie management mogelijk
maakt. De desuperheater wordt gebruikt om de hoge druk,
hoge temperatuur warmte aan het koudemiddel te
onttrekken om die te "desuperheaten" naar een
koudemiddel met een lagere druk. De damp die de
desuperheater in gaat is niet volledig gecondenseerd; en
daarom moet de koudemiddeldamp naar een tweede
warmtewisselaar worden gevoerd waar het
condensatieproces plaatsvindt.
Minimale condensatie setpoint instellen
1.
Ga naar het hoofdmenu.
2.
Selecteer Setpoint (SETPOINT) (Setpoint
configuratie).
3.
Stel Desuperheat Min SCT [min_sct] (Desuperheat
min SCT) in.
Desuperheat Min SCT [min_sct] (Desuperheat min SCT)
26.7 to 60.0°C
40.0°C
80.0 to 140.0°F
104.0°F
8.16 - Ontdooicyclus voor warmtepompen
Als de buitenluchttemperatuur laag is met een hoge
vochtigheidsgraad, neemt het risico van ijsvorming op het
oppervlak van de buitenbatterij toe. Door het ijs op de
buitenbatterij wordt de luchtdoorstroming belemmerd en
nemen de prestaties van de unit af. Om het ijs van de
batterij te verwijderen, schakelt de regeling de
ontdooicyclus in wanneer dit nodig is.
Tijdens de ontdooicyclus, werkt het circuit geforceerd in
koelbedrijf. Om te voorkomen dat het watersysteem
afkoelt, kunnen optionele elektrische
verwarmingselementen worden ingeschakeld.
De ontdooicyclus duurt tot het einde van de
ontdooitemperatuur is bereikt.
8.17 - Master/slave-combinatie
Met het regelsysteem is het mogelijk twee units master/
slave aan te sturen indien ze zijn gekoppeld via het CCN
netwerk. De master unit kan lokaal, op afstand of door
netwerk Opdrachten (CCN) geregeld worden, terwijl de
slave unit in Netwerk bedrijf (CCN) blijft.
Alle regelcommando's naar de master/slave-combinatie
(start/stop, setpoint selectie, verwarmen/koelen, enz.)
worden behandeld door de unit die is geconfigureerd als
de master. De opdrachten worden automatisch naar de
slave unit verzonden.
Als de master-koelmachine wordt uitgeschakeld terwijl de
master/slave-functie actief is, dan wordt de slave-
koelmachine gestopt. Onder bepaalde omstandigheden
kan de slave-unit eerst worden gestart om het aantal
draaiuren van de units in evenwicht te houden.
In geval van een communicatiefout tussen de twee units keert
elke unit terug naar een autonome bedrijfstype tot de fout
wordt hersteld. Als de master unit wordt gestopt vanwege een
alarm, heeft de slave unit toestemming om te starten.
BELANGRIJK: De Master/slave-combinatie mag alleen
worden geconfigureerd door Carrier-service.
31
Advertenties
Inhoudsopgave
