5.3 - Lezen van het welkomstscherm
Het Welkomscherm is het eerste scherm dat wordt
weergegeven nadat het Touch Pilot bedieningspaneel is
gestart. Het geeft de toepassingsnaam aan en het huidige
softwareversienummer.
Home-knop
Home button
Software version number
Softwareversienummer
Om het welkomstscherm te verlaten, drukt u op
Informatieberichtvak
De informatie weergegeven in de statusbalk onderaan het
scherm omvat relevante berichten betreffende de huidige
gebruikersactie.
Alle schermen die verder in deze handleiding worden
gepresenteerd, kunnen de volgende berichten weergeven:
BERICHT
COMMUNICATION FAILURE!
ACCESS DENIED!
LIMIT EXCEEDED!
Save changes?
HIGHER FORCE IN EFFECT!
5.4 - Verkennen van het synoptiekscherm
Het Synoptiekscherm geeft een overzicht van de
systeemregeling, waarmee de gebruiker de
koudemiddelcyclus kan volgen.
Het diagram geeft de huidige status van de unit weer, met
informatie over de capaciteit, de status van de pompen van
de waterwarmtewisselaar en de voorgedefinieerde
setpointparameter.
Alle functies van de unit zijn toegankelijk door te drukken
op de hoofdmenu-knop
Lokaal
1
Buitenluchttemperatuur
2
Koelcapaciteit machine in %
3
Setpoint
4
In- en uittrede watertemperatuur verdamper
5
Statusschermbericht
BELANGRIJK: Het synoptiekscherm kan verschillen,
afhankelijk van de pompconfiguratie.
STATUS
De apparatuurregelaar reageerde niet bij het
lezen van de tabelinhoud.
De apparatuurregelaar weigert toegang tot een
van de tabellen.
De ingevoerde waarde overschrijdt de
parameter limiet.
Er zijn wijzigingen aangebracht. Het afsluiten
moet worden bevestigd door op Opslaan of
Annuleren te drukken.
De apparatuurregelaar weigert Force of Auto
commando.
1
3
2
5
Werkend
De bel rechtsboven in het scherm gaat branden wanneer
er een fout wordt gedetecteerd.
Standaard worden de parameters weergegeven in
metrische eenheden. Zie voor meer informatie over het
wijzigen van het eenhedenstelsel hoofdstuk 8.8.3.
5.5 - Starten van de unit
Als de unit uit staat (Lokaal Uit), drukt u op de Start/
Stop-knop
gewenste modus te selecteren.
Toont de laatst
geselecteerde
modus
Local On
Local
Schedule
Network
Remote
Master
BELANGRIJK: Let op bij het openen van het menu, dat
het huidig geselecteerde item overeenkomt met de laatst
werkende bedrijfsmodus.
5.6 - Stoppen van de unit
Druk, om de unit te stoppen op de Start/Stop-knop
Bevestig het uitschakelen van de unit door te drukken op
Confirm Stop of annuleer het uitschakelen van de unit door
te drukken op de Back-knop
4
om de lijst met bedrijfsmodi te zien en de
Lokaal Aan: De unit is in de lokale regelingsmodus en mag
starten.
Lokaal Schema: De unit is in de lokale regelingsmodus en
mag starten als de periode bezet is.
Netwerk: De unit wordt geregeld door middel van opdrachten
via het netwerk en mag starten als de periode bezet is.
Bediening op afstand: De unit wordt geregeld door middel van
externe opdrachten en mag starten als de periode bezet is.
Master: De unit werkt als master in de master/slave-
combinatie en mag starten als de periode bezet is.
11