Overige Wi-Fi-functies
De verbindingsmethode wijzigen
U kunt de verbindingsmethode wijzigen zodat deze overeenkomt met uw
gebruik van de printer.
z
z
Druk op de <k>-knop en druk vervolgens op de knoppen <u><d> om [Wi-Fi
Settings/Wi-Fi-instellingen] te selecteren en druk vervolgens op de <o>-knop.
z
z
Druk op de knoppen <u><d> om [Connection Method/Verbindingsmethode] te
selecteren en druk vervolgens op de <o>-knop.
z
z
Druk op de knoppen <u><d> om een verbindingsmethode te selecteren en
druk vervolgens op de <o>-knop.
Wi-Fi uitschakelen
Schakel Wi-Fi-verbindingen als volgt uit.
z
z
Druk op de <k>-knop en druk vervolgens op de knoppen <u><d> om [Wi-Fi
Settings/Wi-Fi-instellingen] te selecteren en druk vervolgens op de <o>-knop.
z
z
Druk op de knoppen <u><d> om [Wi-Fi] te selecteren en druk vervolgens op
de <o>-knop.
z
z
Druk op de knoppen <u><d> om [Disable/Uitschakelen] te selecteren en druk
vervolgens op de <o>-knop.
z
z
Als u Wi-Fi-verbindingen opnieuw wilt inschakelen, herhaalt u deze stappen en
selecteert u [Enable/Inschakelen].
Gegevens over Wi-Fi-instellingen controleren
Controleer als volgt de printergegevens (inclusief de naam en het IP-adres van
de printer).
z
z
Druk op de <k>-knop en druk vervolgens op de knoppen <u><d> om
[Wi-Fi Settings/Wi-Fi-instellingen] te selecteren en druk vervolgens op de
<o>-knop.
z
z
Druk op de knoppen <u><d> om [Confirm Settings/Instellingen bevestigen]
te selecteren en druk vervolgens op de <o>-knop.
z
z
Druk op de knoppen <u><d> om de gegevens over de instellingen te
controleren.
z
z
Druk op de <v>-knop om af te sluiten.
De printernaam wijzigen
U kunt als volgt de naam van de printer wijzigen
z
z
Druk op de <k>-knop en druk vervolgens op de knoppen <u><d> om
[Wi-Fi Settings/Wi-Fi-instellingen] te selecteren en druk vervolgens op de
<o>-knop.
z
z
Druk op de knoppen <u><d> om [Other Settings/Overige instellingen] te
selecteren en druk vervolgens op de <o>-knop.
z
z
Druk op de knoppen <u><d> om [Set Printer Name/Printernaam instellen]
te selecteren en druk vervolgens op de <o>-knop.
z
z
Druk op de knop EDIT om naar het invoerscherm te gaan en voer
vervolgens een nieuwe printernaam in
Het communicatieprotocol opgeven
Selecteer de IP-versie.
1
Selecteer de IP-versie.
z
z
Druk op de <k>-knop en druk vervolgens op de knoppen <u><d> om
[Wi-Fi Settings/Wi-Fi-instellingen] te selecteren en druk vervolgens op de
<o>-knop.
z
z
Druk op de knoppen <u><d> om [Other Settings/Overige instellingen] te
selecteren en druk vervolgens op de <o>-knop.
z
z
Druk op de knoppen <u><d> om [IPv4/IPv6 Settings/IPv4-/IPv6-
instellingen] te selecteren en druk vervolgens op de <o>-knop.
z
z
Druk op de knoppen <u><d> om de versie te selecteren en druk
vervolgens op de <o>-knop.
z
z
Controleer de opgegeven gegevens en druk op de <o>-knop.
z
z
Als u [IPv4] selecteert, gaat u naar stap 2.
z
z
Als u [IPv6] hebt gekozen, is de installatie nu voltooid.
(=
39).
(=
45).
Voorblad
Inhoudsopgave
Namen van
onderdelen
Basishandelingen
Afdrukinstellingen
Afdrukken via Wi-Fi
Afdrukken via
USB-kabel
Problemen
oplossen
Bijlage
44