NEDERLANDS
Zorg ervoor dat u het bovenste paneel in
de juiste uitsparingen plaatst (zie afbeel-
ding).
Problemen oplossen
Waarschuwing! Zie de
veiligheidshoofdstukken .
Probleem
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
Het ovenlampje brandt niet.
De display toont een foutco-
de.
Stoom en condens slaan
neer op de gerechten en in
de oven.
Mogelijke oorzaak
Het apparaat is uitgescha-
keld.
De klok is niet ingesteld.
De benodigde kookstanden
zijn niet ingesteld.
Automatische uitschakeling
is actief.
De zekering in de zekering-
kast is doorgebrand.
Het ovenlampje is kapot.
Er is een elektronische fout.
Het gerecht heeft te lang in
de oven gestaan.
Oplossing
Schakel het apparaat in.
Stel de klok in. Zie 'De dag-
tijd instellen'.
Zorg ervoor dat de instellin-
gen correct zijn.
Raadpleeg "Automatisch
uitschakelen".
Controleer de zekering. Als
de zekering meer dan een
keer doorslaat, raadpleegt
u een bevoegde elektricien.
Het ovenlampje vervangen.
1. Schakel het apparaat
uit via de huiszekering
of de veiligheidsschake-
laar in de zekeringkast
en schakel het appa-
raat dan weer in.
2. Neem contact op met
het servicecentrum als
de foutcode opnieuw
op het display wordt
weergegeven.
Laat gerechten na het be-
reiden niet langer dan 15 -
20 minuten in de oven
staan.
38