NEDERLANDS
3. Er klinkt een geluidsignaal. SAFE gaat
aan/uit (wanneer u het kinderslot in-
schakelt/uitschakelt) op het display.
Automatische uitschakeling
Het toestel schakelt zichzelf na enige tijd uit
om veiligheidsredenen:
• Als een ovenfunctie in werking is.
• als u de oventemperatuur niet verandert
Oventemperatuur
30 - 115 °C
120 - 195 °C
200 - 245 °C
250 °C
Druk na een automatische uitschakeling op
een willekeurige knop om het toestel op-
nieuw te activeren.
Belangrijk! De automatische uitschakeling
werkt met alle ovenfuncties, behalve
Verlichting, Bereidingsduur en Einde.
Nuttige aanwijzingen en tips
• Het apparaat heeft vier inzetniveaus. Tel
de inzetniveaus vanaf de bodem van het
apparaat.
• Het apparaat heeft een speciaal systeem
dat de lucht circuleert en voor doorlopen-
de recycling van stoom zorgt. Dankzij dit
systeem is het mogelijk om voedsel te be-
reiden in een atmosfeer met stoom en
worden de gerechten zacht van binnen
en knapperig van buiten. Bovendien wor-
den de bereidingstijd en het energiever-
bruik tot een minimum beperkt.
• Vocht kan in het apparaat of op de gla-
zen deurpanelen condenseren. Dit is nor-
maal. Ga altijd iets terug staan van het
apparaat als u de deur van het apparaat
tijdens de werking opent. Om de condens
te verminderen, dient u het apparaat 10
minuten te laten voorverwarmen.
• Veeg na elk gebruik het vocht van het
apparaat.
Uitschakeltijd in-
stellen
12,5 h
8.5 h
5.5 h
3.0 h
Koelventilator
Als het apparaat in werking is, wordt de
koelventilator automatisch ingeschakeld om
de oppervlakken van het apparaat koel te
houden. Na het uitschakelen van het appa-
raat blijft de ventilatie door werken totdat
de temperatuur in het apparaat is afge-
koeld.
Veiligheidsthermostaat
Een onjuiste bediening van het apparaat of
defecte componenten kunnen gevaarlijke
oververhitting veroorzaken. Om dit te voor-
komen is de oven voorzien van een veilig-
heidsthermostaat die de stroomtoevoer on-
derbreekt. Zodra de temperatuur is ge-
daald, wordt de oven automatisch weer in-
geschakeld.
• Plaats geen voorwerpen direct op de bo-
dem van het apparaat en bedek de bo-
dem tijdens de bereiding niet met alumi-
niumfolie. Dit kan de bakresultaten ver-
anderen en de emaillelaag beschadigen.
Voor de bereiding van gebak
• De ovendeur mag pas worden geopend
als driekwart van de baktijd is verstreken.
• Als u twee bakplaten tegelijkertijd ge-
bruikt, dient u één niveau ertussen leeg te
laten.
Voor de bereiding van vlees en vis
• Gebruik een diepe bak voor erg vet
voedsel om te oven te behoeden voor
blijvende vetvlekken.
• Laat het vlees ongeveer 15 minuten rus-
ten voordat u het aansnijdt, zodat het
vleessap er niet uit stroomt.
34