2
Instellingen
Selecteer in de menustand
USB-instellingen
Massaopslag.
→
3
Druk op [
] om naar de standby-stand terug te keren.
4
Sluit een pc-datakabel aan op de multifunctionele aansluiting van het
toestel en op een pc.
5
Koppelen zodra de verbinding tot stand is gekomen.
Selecteer
6
Open de map om bestanden te bekijken.
7
Kopieer bestanden van de pc naar de geheugenkaart.
8
Selecteer
Uitschakelen wanneer u klaar bent.
Als u het toestel van de pc wilt loskoppelen, klikt u in de taakbalk
van Windows op het USB-pictogram en klikt u op de optie om het
apparaat voor massaopslag veilig te verwijderen. Verwijder daarna de
pc-datakabel uit de pc. Als u dit niet op deze manier doet, kunnen er op
de geheugenkaart gegevens verloren gaan of kan de geheugenkaart
worden beschadigd.
Wi-Fi
Hier vindt u informatie over het gebruik van de draadloze
netwerkvoorzieningen van uw toestel, waarmee u verbinding kunt maken met
elk draadloos LAN (WLAN) dat met de IEEE 802.11 a/b/g/n-norm compatibel is.
Overal waar er een draadloos toegangspunt of 'hotspot' aanwezig is, kunt u
verbinding met internet of andere netwerkapparaten maken.
Het toestel gebruikt een niet-geharmoniseerde frequentie en is
bedoeld voor gebruik in alle Europese landen. Het WLAN mag in de
EU binnenshuis zonder beperkingen worden gebruikt, maar mag in
Frankrijk niet buitenshuis worden gebruikt.
Draadloos en netwerk
→
→
›
De WLAN-functie inschakelen
1
Instellingen
Selecteer in de menustand
Wi-Fi-instellingen.
2
Wi-Fi om de WLAN-functie te activeren.
Selecteer
Een WLAN die op de achtergrond wordt uitgevoerd, verbruikt ook
batterijvermogen. Activeer het WLAN daarom alleen wanneer dit nodig
is, om de batterij te sparen.
›
Een WLAN zoeken en er verbinding mee maken
1
Selecteer in de menustand
Instellingen
Wi-Fi-instellingen.
Het toestel zoekt automatisch naar beschikbare WLAN's.
2
Selecteer een netwerk bij
Wi-Fi-netwerken.
3
Geef een wachtwoord voor het netwerk in (indien nodig).
4
Verbinden.
Selecteer
›
Handmatig een WLAN toevoegen
1
Instellingen
Selecteer in de menustand
Wi-Fi-instellingen
Wi-Fi-netwerk toevoegen.
→
2
Geef de SSID voor het netwerk op en selecteer het beveiligingstype.
3
Stel de beveiligingsinstellingen in, afhankelijk van het geselecteerde
beveiligingstype.
4
Opslaan.
Selecteer
Draadloos en netwerk
→
→
Draadloos en netwerk
→
→
Draadloos en netwerk
→
→
51
Connectiviteit