4
Richt de lens op het onderwerp en pas eventueel de compositie aan.
1
2
3
4
5
Nummer
Functie
Hiermee kunt u de camcorderstatus en -instellingen
controleren.
•
: Resolutie
1
•
opgenomen (afhankelijk van beschikbare geheugen)
•
: Standaardopslaglocatie
Hiermee kunt u de opnamestand wijzigen (voor het
2
bijvoegen van een multimediabericht of voor normaal
opslaan).
3
Hiermee kunt u de flitserinstellingen wijzigen.
4
Hiermee kunt u de belichtingswaarde aanpassen.
5
Hiermee kunt u de camcorderinstellingen wijzigen.
6
Hiermee kunt u naar de camera overschakelen.
44
Entertainment
6
7
8
: Duur van de video die kan worden
Nummer
Functie
7
Hiermee kunt u een video-opname maken.
Hiermee kunt u de image-viewer openen om uw video's
8
te bekijken.
5
Selecteer
om de opname te starten.
6
Selecteer
om de opname te stoppen.
De video-opname wordt automatisch opgeslagen.
Bepaalde geheugenkaarten hebben een te trage verwerkingssnelheid
om het opnemen van video's mogelijk te maken.
Selecteer na het opnemen van een video het symbool van de image-viewer
om de video weer te geven.
•
Als u meer video's wilt zien, scrollt u naar links of rechts.
•
Als u een video wilt afspelen, selecteert u
•
Als u een video naar anderen wilt verzenden, selecteert u
•
Als u een video wilt verwijderen, selecteert u
Afspelen.
Delen.
Wissen.