Gasleidingen aansluiten
Slangen aansluiten
Buizen aansluiten
Fijnfilter installeren
Debietmeter installeren
Het spoelen van het gasleidingsysteem
Uitlaatgassen afvoeren
EL3000 CONTINUE GASANALYSATORS
Slangen met een binnendiameter = 4 mm op de slangmondstukken schuiven
en met slangklemmen bevestigen.
Sluit de roestvrijstalen buizen aan op de schroefaansluitingen en houd
daarbij rekening met de eisen die aan de dichtheid worden gesteld.
Een voorgemonteerd fijnfilter (wegwerpfilter, onderdeelnummer 769144 -
niet voor Fidas24) is bij de levering (zie pagina 13) inbegrepen van de
gasanalysator.
Bevestig bij het installeren van het fijnfilter het korte stuk slang aan de
meetgasingang; sluit de meetgasleiding aan op het lange stuk slang met het
slangmondstuk.
Installeer een debietmeter of debietbewaking met naaldventiel voor de
meetgasingang en, indien nodig, voor de spoelgasingang om de gasstroom
in te stellen en te controleren.
Installeer een afsluitventiel in de meetgastoevoerleiding (absoluut
aanbevolen voor gas onder druk) en creëer de mogelijkheid om een inert gas,
bijv. stikstof, aan te sluiten vanaf het bemonsteringspunt om het
gasleidingsysteem door te spoelen.
Uitlaatgassen moeten in de atmosfeer of in een uitlaatpijp worden geloosd
via de kortst mogelijke pijp met een grote vrije breedte. Zorg dat
uitlaatgassen niet via gasleidingen of afsluitventielen worden afgevoerd!
LET OP
Corrosieve en giftige uitlaatgassen moeten volgens de voorschriften worden
afgevoerd!
Let op de voorwaarden voor de meetgasingang!
Spoel het meetgastraject door voor de inbedrijfstelling (zie pagina 104).
Schakel het meetgas pas in nadat de gasanalysator op kamertemperatuur is
gekomen en nadat de opwarmfase is afgelopen! Anders kan het meetgas in
de koude analysator condenseren.
|
CI/EL3000-NL REV. B
83