Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Instellingen Verbinding; Gegevensverbindingen En Toegangspunten; Pakketgegevensverbindingen In Gsm- En Umts-Netwerken - Nokia N70 Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor N70:
Inhoudsopgave

Advertenties

Lijn in gebruik
- Deze instelling (netwerkdienst) wordt
alleen weergegeven als de SIM-kaart twee telefoonlijnen
(twee abonneenummers) ondersteunt. Geef aan welke
telefoonlijn u wilt gebruiken om te bellen en SMS-
berichten te verzenden. Oproepen op beide lijnen kunnen
altijd worden beantwoord, ongeacht de geselecteerde lijn.
Als u
Lijn 2
selecteert maar niet op deze netwerkdienst
bent geabonneerd, kunt u niet bellen. Wanneer u Lijn 2
hebt geselecteerd, wordt
modus.
Tip! U kunt tussen de telefoonlijnen schakelen door
ingedrukt te houden in de standby-modus.
Lijn wijzigen
- Als u lijnselectie wilt voorkomen
(netwerkdienst), selecteert u
ondersteund door de SIM-kaart. U hebt de PIN2-code
nodig om deze instelling te wijzigen.

Instellingen verbinding

Gegevensverbindingen en toegangspunten

Het apparaat ondersteunt pakketgegevensverbindingen
( ), zoals GPRS in het GSM-netwerk.
Uitleg: bij GPRS (General Packet Radio Service)
worden pakketgegevens in korte pulsen verzonden
via het mobiele netwerk.
112
weergegeven in de standby-
Uitschakelen
als dit wordt
Voor een gegevensverbinding hebt u een toegangspunt
nodig. U kunt verschillende soorten toegangspunten
definiëren, zoals:
• MMS-toegangspunt, bijvoorbeeld voor het verzenden
en ontvangen van multimediaberichten;
• Toegangspunt voor de webtoepassing voor het bekijken
van WML- of XHTML-pagina's;
• Internettoegangspunt (IAP), bijvoorbeeld voor het
verzenden en ontvangen van e-mail.
Vraag uw serviceprovider welk type toegangspunt u
nodig hebt voor de dienst waarvan u gebruik wilt maken.
Raadpleeg uw netwerkoperator of aanbieder voor
informatie over de beschikbaarheid van diensten voor
pakketgegevensverbindingen.
Pakketgegevensverbindingen in GSM- en
UMTS-netwerken
Wanneer u het apparaat gebruikt in GSM- en
UMTS-netwerken, kunnen meer gegevensverbindingen
tegelijk actief zijn en kunnen toegangspunten een
gegevensverbinding delen. In het UMTS-netwerk blijven
gegevensverbindingen actief gedurende spraakoproepen.
Zie 'Verbindingsbeheer' op pag. 101 als u de actieve
gegevensverbindingen wilt controleren.
De volgende symbolen worden weergegeven onder
het symbool voor de signaalsterkte, afhankelijk van
het netwerk dat u gebruikt:

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

N70-1

Inhoudsopgave