3.8 Gastoevoer
Aandacht : gasaansluiting Rc 3/4
De luchtverwarmers RHCE 8000 DJL/RJL zijn ontworpen
voor gebruik op aardgas
gegevens vindt u terug in deel 2 van dit document.
Controleer gasmeter en –installatie vooraleer aan te vangen
met de aansluiting. Vergewis u ervan dat gasdebiet en –
druk overeenstemmen met de specificaties van het toestel
Aansluiting
op de
gasleiding mag uitsluitend door
gekwalificeerde
personen
overeenstemming zijn met alle van toepassing zijnde
reglementeringen.
Om het onderhoud gemakkelijk te laten verlopen is het
noodzakelijk
een
hiervoor
koppelstuk dichtbij het toestel te voorzien (zie figuur 9).
Er mag uitsluitend voor gas geschikt materiaal toegepast
worden.
Zorg ervoor dat de gastoevoerbuis de toegang tot de
servicedeur niet hindert en dat het uitnemen van het
brandergeheel probleemloos kan verlopen.
Om het nominaal vermogen te behouden is het
uitermate belangrijk dat de dimensionering van de
gastoevoer voldoende is om de dynamische druk bij het
vereiste volume te waarborgen..
4
INSTALLATIE
4.1 Voorbereiding
Het toestel werd voor het verlaten van de fabriek
volledig op z'n goede werking getest.
Verzeker u ervan dat de plaatselijke gassoort, -druk en
elektrische stroom overeenstemmen met de instellingen
van het toestel zoals vermeld op de kenplaat. Neem dit
document aandacht door alvorens met de installatie
van het toestel te beginnen.
4.2 Plaatsen verbrandingsluchttoevoer &
gasafvoersysteem
Aandacht
Dit hoofdstuk geldt enkel voor DJL toestellen!
De rookgasafvoerpijp kan zowel horizontaal als verticaal
geplaatst worden, met doorvoer naar buiten via wand of
muur. Zie tabel 5 voor maximum lengte van de afvoerleiding
voor een toestel geïstalleerd als type B. Zie tabel 5 voor de
maximum lengte van de afvoerleiding en de toegestane
concentrische
aansluitklemmen
geïnstalleerd als type C.
.
of propaan.
De vereiste
gebeuren
en
moet
geschikte
gaskraan
voor
een
toestel
Verifieer of gastoevoerbuis gebruikt wordt voor andere
toepassingen.
Controleer
uitgerust is met filter.
overeenstemming met de voorgeschreven richtlijnen.
Purgeer de gasleiding.
Algemeen wordt het afgeraden om gaspijpen doorheen
luchtkanelen te leiden. Indien dit toch noodzakelijk is,
in
dient men absoluut te vermijden om pijpverbindingen
binnen de luchtkanalen te maken.
Figuur 9 : detail gasaansluiting Rc 3/4
en
4.2.1 A
ANSLUITEN ROOKGASAFVOERPIJP
Alle afvoerpijpen dienen degelijk afgedicht te worden.
Gebruik naadloze aluminium pijpen geleverd of gekeurd
door Reznor. Volg steeds de aanbevelingen van de
fabrikant op.
4.2.2
I
NSTALLATIE
LUCHTINLAATOPENING
Als het toestel wordt geïnstalleerd als een type B moet
de luchtinlaatopening afgeschermd worden m.b.v. een
rooster.
Zorg ervoor dat de luchtinlaatopening nooit wordt
gehinderd door obstakels!
De inlaat moet voorzien zijn van een rooster IP 20.
4.2.3 P
LAATSEN VERBRANDINGSLUCHTTOEVOER
PIJP BIJ TOESTELLEN GEÏNSTALLEERD ALS TYPE
De
verbrandingsluchttoevoerpijp
aangesloten op de voorziene aansluiting.
Alle luchttoevoerpijpen dienen degelijk afgedicht te worden.
Gebruik naadloze pijpen, vervaardigd uit aluminium. Volg
de richtlijnen van de fabrikant stipt op. Zie ook figuren 10/11
en 12.
voor
de
inbedrijfname
Voer de nodige testen uit in
AFSCHERMROOSTER
(
B
TYPE
INSTALLATIES
wordt
dat
gasleiding
AAN
)
-
C
rechtstreeks