10
GASMBOUW
Dit toestel is gebouwd voor aardgas of propaan en butaan
en wordt geleverd voor de gassoort opgegeven bij de
bestelling.
Ombouw naar een andere gassoort dient te worden
uitgevoerd door een bevoegde verdeler (of fabrikant).
Bij ombouw, aandacht voor volgende aanpassingen :
11
GEBRUIKERSINSTRUCTIES
Onder de warmtewisselaar wordt gas verbrand d.m.v. een
atmosferische brander. De gasbrander wordt gestuurd door
een dubbele gasklep via een elektronisch branderrelais dat
wordt
aangestuurd
door
ruimtethermostaat en/of tijdklok.
De brander wordt ontstoken door een vonkontsteking. Als de
brander is ontstoken wordt de warmtewisselaar verwarmd.
Bij
voldoende
temperatuur
ingeschakeld via een maximaalthermostaat (in geval van
geen continu draaiende ventilator).
Op het einde van de verwarmingscyclus wordt de brander
uitgeschakeld. De luchtventilator blijft draaien totdat alle
warmte uit de warmtewisselaar is afgevoerd.
Veiligheid:
1. Het
eventueel
ontbreken
gedetecteerd door de vlamsonde, waarna onmiddellijk
de gaskleppen worden gesloten.
2. Oververhitting wordt voorkomen door twee ingebouwde
thermostaten. De eerste is een maximaalthermostaat die
het toestel beveiligt tegen een te lage luchtstroom
(verstopte toevoer, niet draaiende ventilator). Hiermee
wordt de brander kortstondig uitgeschakeld en weer
ingeschakeld. De tweede is een veiligheidsthermostaat,
die op een hogere temperatuur is afgesteld en die de
brander uitschakelt bij werkelijke oververhitting. Als deze
heeft geschakeld is een manuele reset noodzakelijk,
evenals van het branderrelais.
Ontsteken van de luchtverwarmer:
1. Open de gastoevoerkraan
2. Schakel de elektrische voeding in
3. Controleer of de eventuele tijdschakelaar op 'AAN' staat.
4. Stel de ruimtethermostaat
temperatuur.
5. De luchtverwarmer zal automatisch inschakelen bij
warmtevraag van de thermostaat (na ongeveer 30 sec)
6. Indien het toestel niet ontsteekt:
a) Vergewis u ervan dat het branderrelais niet
ontgrendeld dient te worden. De signaallamp licht op aan
de
binnenkant
van
een
externe
sturing,
wordt
de
luchtventilator
van
de
vlam
wordt
in op de gewenste
het
paneel
(en
op
- De inspuiters en de gegevens op het kenplaatje dienen
gewijzigd te worden (zie tabel 2A/2B).
- Inlaatdruk aanpassen.
- Aanpassen gassoort op dataplaat
- Alle
gegevens
verwijderen
afstandsbedieningspaneel
ontgrendelingsknop bevindt zich binnenin het toestel (of
op het afstandsbedieningspaneel).
b.v.
b) Controleer of er geen ontgrendeling nodig is van de
veiligheidsthermostaat.
7
Na ontgrendeling van de veiligheidsthermostaat dient u
zich ervan te vergewissen dat, na het starten van het
toestel, deze niet opnieuw uitschakelt.
Gebeurt
omgevingstemperatuur lager dan 30°, raadpleeg dan uw
installateur of distributeur.
Luchtcirculatie:
De verwarming van de lucht in de ruimte vindt plaats door
het circuleren van de lucht via het toestel, waarbij de lucht
wordt opgewarmd door de warmtewisselaar. De lucht wordt
rechtstreeks in de te verwarmen ruimte geblazen. Voor een
gelijkmatige warmtespreiding is het zeer belangrijk dat de
luchtstroom niet gehinderd wordt door enig obstakel.
Onderhoud:
1. Onderhoud
gekwalificeerde
installateur)
2. Het is in uw belang dat onderhoud en service op
geregelde tijdstippen gebeuren. De tijd tussen twee
onderhoudsbeurten is afhankelijk van het gebruik en de
omgeving waarin het toestel is geïnstalleerd, maar een
minimum van één onderhoudsbeurt per jaar wordt
aanbevolen.
3. Indien er schade aan het toestel is, moet het buiten
werking worden gesteld en een gekwalificeerd technicus
moet gewaarschuwd worden voor controle en herstelling.
4. Aarzel niet Reznor of een erkende verdeler te
raadplegen in geval van moeilijkheden.
OPGELET
Eerst gaskraan dichtdraaien en slechts nadat de
hoofdventilator is gestopt de elektrische spanning
uitschakelen.
het
betreffende
gewijzigde
indien
geïnstalleerd).
dit
echter
opnieuw
en
service
mogen
personen
worden
gassoort
De
bij
een
alleen
door
uitgevoerd.
(bv.