[Systeemdisplay]
1. Het systeemdisplay wordt alleen weergegeven in de
modus Werkingstest.
2. Selecteer, om de modus Werkingstest in te
schakelen, met de cursor de betreffende aircondi-
tioner in het scherm "Afzonderlijke" en stel vervol-
gens de werkingsmodus ervan in op koelen of
verwarmen. (De airconditioner hoeft niet inge-
schakeld te zijn. Het kan ook geen kwaad als de air-
conditioner wel ingeschakeld is.)
3. Druk tweemaal op de "inspectie/werkingstest"-toets
om de werkingstestmodus te activeren.
4. Houd de toets "inspectie/werkingstest" minimaal 4
seconden ingedrukt in de modus Werkingstest
zodat de melding
branden.
Selecteer met de pijltoetsen het te controleren appa-
raat.
De melding "
" van alle groepen in hetzelfde
systeem als de weergegeven groep zal gaan branden.
De melding "
" van alle groepen waarin koelen/ver-
warmen kan worden ingesteld zal knipperen.
In dit voorbeeld bevinden de apparaten 1-00, 1-03,
1-05, 1-06, 1-07, 2-02 en 2-03 zich in hetzelfde
systeem en op apparaat 1-05 kan koelen/verwar-
men worden ingesteld.
Om andere systemen te controleren kunt u alle appa-
raten die u wilt controleren met behulp van de pijltoet-
sen selecteren.
U sluit het systeemdisplay door de toets inspection/test
run een of meerdere malen in te drukken.
Als u niets doet wordt na 1 minuut automatisch het
scherm "Afzonderlijke" geopend in het systeemdisplay.
Wanneer de melding "REF CIRCUIT" knippert, is deze
functie mogelijk niet beschikbaar voor alle aangesloten
buitenunits.
Ook wanneer de DIII-NET uitbreidingsadapter wordt
gebruikt is deze functie mogelijk niet beschikbaar voor
alle aangesloten buitenunits.
21
"REF CIRCUIT" gaat
Melding dat filter gereinigd moet
worden (Afb. 16)
Deze centrale afstandsbediening kan op twee
manieren melden dat het luchtfilter of het luchtreinig-
ingselement voor alle groepen of een bepaalde groep
gereinigd moet worden. De melding "
ent dat het luchtfilter of het luchtreinigingselement van
een bepaalde groep gereinigd moet worden.
Als een reinigingsmelding weergegeven
wordt
Een filter of element in een bepaalde groep moet gere-
inigd worden.
1.
Selecteer met behulp van de pijltoet-
sen de groepen met de melding "
"
" (Er kunnen meer groepen zijn.)
Reinig of vervang het luchtfilter of luchtreinig-
ingselement.
Meer informatie vindt u in de bedieningshandleiding
van de betreffende binnenunit. (Reinig of vervang
het luchtfilter of luchtreinigingselement van alle de
groepen met de melding "
2.
Druk op de RESETTOETS VOOR DE
FILTERREINIGINGSMELDING-toets
(Resettoets voor de filterreinigingsmeld-
ing) om de melding "
(ook voor alle groepen waarvan het lucht-
filter gereinigd is.)
OPMERKING
Controleer of de melding
gedoofd is. Als de melding niet gedoofd is, betekent dit
dat het luchtfilter of het luchtreinigingselement van een
of meerdere groep nog gereinigd moet worden.
" betek-
" of
" of "
".)
" te doven.
"
" inderdaad
!
Nederlands