Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Over de documentatie Over dit document................................Betekenis van de waarschuwingen en symbolen ......................Overzicht uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker..............2 Algemene veiligheidsmaatregelen Voor de installateur ................................ Voor de gebruiker ................................3 Specifieke veiligheidsinstructies voor de installateur Voor de gebruiker 4 Afstandsbediening: Overzicht Knoppen ..................................
Pagina 3
Inhoudsopgave 10.4.1 Voorzorgsmaatregelen bij het sluiten van de controller................39 10.4.2 Controller sluiten............................39 10.5 Controller openen................................40 10.5.1 Voorzorgsmaatregelen bij het openen van de controller ................40 10.5.2 Controller openen ............................40 11 Het systeem starten 11.1 Toewijzing controller ..............................41 11.1.1 Controller instellen als slave ..........................
▪ Conformiteitsverklaring: INFORMATIE: Conformiteitsverklaring Hierbij verklaart Daikin Europe N.V. dat de radioapparatuur van het type BRC1H conform de Richtlijn 2014/53/EU is. De originele conformiteitsverklaring is beschikbaar op de productpagina's van de BRC1H. De documentatieset is beschikbaar op de productpagina's van de BRC1H: ▪...
▪ Een deel van de recentste technische gegevens is beschikbaar op de regionale Daikin-website (publiek toegankelijk). ▪ De volledige recentste technische gegevens zijn beschikbaar op het Daikin Business Portal (authenticatie vereist). 1.2 Betekenis van de waarschuwingen en symbolen GEVAAR Duidt op een situatie die de dood of ernstige verwondingen als gevolg heeft.
Over de documentatie 1.3 Overzicht uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker Hoofdstuk Beschrijving Over de documentatie Verkrijgbare documentatie voor de installateur en de gebruiker Algemene Veiligheidsinstructies te lezen vóór de installatie voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de veiligheid Specifieke veiligheidsinstructies Veiligheidsinstructies te lezen door de voor de installateur installateur vóór de installatie...
Gebruik enkel accessoires, optionele apparatuur en uitrustingen en reserveonderdelen die door Daikin gemaakt of goedgekeurd werden. WAARSCHUWING Alle lokale bedrading en componenten MOETEN worden geïnstalleerd door een erkend elektricien en MOETEN voldoen aan de geldende wetgeving.
Algemene veiligheidsmaatregelen Indien u twijfels heeft over de installatie of de bediening van de unit, neem contact op met uw dealer. Na het voltooien van de installatie: ▪ Test de gebruikersinterface en controleer of er geen problemen zijn. ▪ Leg de klant het gebruik van de controller uit. ▪...
Specifieke veiligheidsinstructies voor de installateur 3 Specifieke veiligheidsinstructies voor de installateur Leef altijd de volgende veiligheidsinstructies en voorschriften na. VOORZICHTIG Raak de interne delen van de controller nooit aan. VOORZICHTIG Let er bij het sluiten van de controller op dat de bedrading niet geklemd geraakt. VOORZICHTIG Controleer alvorens het systeem op te starten: ▪...
Voor de gebruiker BRC1H519W+K+S7 Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker Madoka afstandsbediening met kabel 4P513689-1E – 2020.12...
Geeft aan dat de controller communiceert met een mobiel apparaat, voor gebruik met de Madoka Assistant app. Het Bluetooth®-woordmerk en logo's zijn geregistreerde handelsmerken van Bluetooth SIG, Inc. en Daikin Europe N.V. gebruikt deze merken onder licentie. Andere handelsmerken en merknamen zijn de eigendom van hun respectievelijke eigenaars.
Pagina 13
Afstandsbediening: Overzicht Symbool Beschrijving Slot. Geeft aan dat een functie of bedrijfsstand vergrendeld is, en zodoende niet kan worden gebruikt of geselecteerd. Gecentraliseerde besturing. Geeft aan dat het systeem door het centrale besturingstoestel (optioneel accessoire) wordt bestuurd; deze controller kan het systeem dan maar beperkt besturen.
Afstandsbediening: Overzicht Symbool Beschrijving Ventilatie. Geeft aan dat een ventilatie-unit met warmteterugwinning is aangesloten. INFORMATIE ▪ Voor informatie over de symbolen van de bedrijfs- en ventilatiestand, zie respectievelijk "5.2 Bedrijfsstand" [ 17] en "Ventilatiestand" [ 29]. ▪ De meeste symbolen houden verband met in de Madoka Assistant app ingestelde items.
Bediening 5 Bediening In dit hoofdstuk Basisgebruik .................................... 5.1.1 Startscherm ................................5.1.2 Hoofdmenu ................................Bedrijfsstand ................................... 5.2.1 Over de bedrijfsstanden............................5.2.2 Bedrijfsstand instellen............................Instelpunt....................................5.3.1 Over het instelpunt ..............................5.3.2 Instelpunt instellen..............................Datum en tijd veranderen ..............................5.4.1 Over datum en tijd ..............................5.4.2 Datum en tijd instellen............................
Bediening Voorwaarde Actie Het systeem bestaat UITSLUITEND uit Ventilatiesnelheid veranderen ventilatie-units met warmteterugwinning. INFORMATIE ▪ Afhankelijk van de configuratie, wordt op het thuisscherm het instelpunt weergegeven door een numerieke waarde of door een symbool. Zie "Over het instelpunt" [ 23] voor meer informatie. ▪...
Bediening INFORMATIE ▪ Afhankelijk van het type van uw binnenunit, zijn meer of minder menu's beschikbaar. ▪ In het hoofdmenu geeft het symbool voor elk menu de actuele actieve instelling of stand weer. Het menu waarin u navigeert kan er anders uitzien dan in deze handleiding.
Bediening INFORMATIE Afhankelijk van de binnenunit, zijn meer of minder bedrijfsstanden beschikbaar. 5.2.1 Over de bedrijfsstanden INFORMATIE Als de binnenunit een model voor alleen koelen is, kan ze worden ingesteld op koelen, alleen ventilator of drogen. INFORMATIE Wanneer een bedrijfsstand niet beschikbaar is in het bedrijfsstandmenu, kunnen zij ook vergrendeld zijn.
Pagina 19
Bediening Werking Beschrijving Ontdooien Om een verlies van het verwarmingsvermogen door ijsvorming in de buitenunit te voorkomen, schakelt het systeem automatisch over naar de ontdooistand. In de ontdooistand wordt de ventilator van de binnenunit stilgelegd en verschijnt het volgende symbool op het thuisscherm: Na ongeveer 6 tot 8 minuten wordt de normale werking hervat.
Pagina 20
Bediening Automatisch INFORMATIE In het geval van instelpunt-logica van de binnenunit kan het systeem niet draaien in de automatische bedrijfsstand. Gebruik instelpunt-logica afstandsbediening om de automatische bedrijfsstand mogelijk te maken. Voor meer informatie, zie de Madoka Assistant app en "Instelpunt-logica" [ 110].
Bediening 5.3.1 Over het instelpunt Afhankelijk configuratie, wordt thuisscherm temperatuurinstelpunt weergegeven als een numerieke waarde of als een symbool. INFORMATIE Voor informatie over het instellen van het instelpunt thuisscherm, zie de Madoka Assistant app. Zie ook "Scherm" [ 105]. Instelpunt thuisscherm: Numeriek Als het temperatuurinstelpunt op het thuisscherm met een numerieke waarde wordt weergegeven, dan kunt u de kamertemperatuur regelen door het instelpunt in stappen van 1°C te verhogen of te verlagen.
Pagina 24
Bediening Bereik instelpunt Als er met de functie instelpuntbereik begrenzingen voor het standaard instelpuntbereik (16°C~32°C) zijn ingesteld (functie Madoka Assistant; zie "Bereik instelpunt" [ 113]), dan kan het instelpunt alleen tot de ingestelde maximum-/ minimumwaarden van het instelpuntbereik worden verhoogd of verlaagd. Voorbeeld: : bij een referentietemperatuur van 25°C kan het instelpunt normaal drie stappen worden verlaagd tot 22°C, maar als de minimumwaarde van het instelpuntbereik op 23°C is ingesteld, dan kan het instelpunt maar tot 23°C worden...
Bediening De gecentraliseerde controller of het Het opgelegde instelpunt wordt de programma legt een instelpunt op nieuwe boven-/onderlimiet van het buiten het normale instelpuntbereik van bereik van +3°C/–3°C en het volledige +3°C/–3°C. bereik verschuift ten opzichte van deze nieuwe limiet. Voorbeeld: het referentie-instelpunt is ingesteld op 25°C, wat het volgende instelpuntbereik geeft:...
Bediening Zomertijd Wintertijd Voor meer informatie, zie "Lokale instellingen binnenunit" [ 70] (instellingen afstandsbediening) en "Datum en tijd veranderen" [ 107] (instellingen app). 5.4.2 Datum en tijd instellen 1 Navigeer naar het menu datum en tijd. 2 Druk op te activeren. Gevolg: De velden kunnen worden veranderd.
Bediening Richting Scherm Vaste stand. De binnenunit blaast de lucht uit in 1 van 5 vaste standen. Draaien. De binnenunit wisselt af tussen de 5 standen. Auto. De uitblaasrichting van de binnenunit verandert afhankelijk van de door een bewegingssensor gedetecteerde beweging. INFORMATIE ▪...
Pagina 28
Bediening Over ventilatorsnelheid Afhankelijk van de binnenunit, heeft u de keuze tussen: Ventilatorsnelheid Scherm 2 ventilatorsnelheden 3 ventilatorsnelheden 5 ventilatorsnelheden Sommige binnenunits ondersteunen daarnaast automatische ventilatorsnelheid. In dat geval wordt de ventilatorsnelheid van de binnenunit automatisch veranderd op basis van het instelpunt en de kamertemperatuur. Ventilatorsnelheid Scherm Automatisch...
Bediening 5.6 Ventilatie INFORMATIE Ventilatie-instellingen zijn ALLEEN mogelijk voor ventilatie-units warmteterugwinning. 5.6.1 Ventilatiestand De ventilatie-unit met warmteterugwinning kan in verschillende bedrijfsstanden werken. Symbool Ventilatiestand ERV (ventilatie met energieterugwinning). De buitenlucht wordt door een warmtewisselaar gestuurd alvorens in de kamer te worden geblazen.
Bediening 3 Druk op om te activeren. Gevolg: De bedrijfsstand van de ventilatie-unit met warmteterugwinning verandert en het thuisscherm verschijnt weer op de controller. 5.6.2 Ventilatiesnelheid De ventilatiesnelheid is de ventilatorsnelheid in de ventilatiestand. Ventilatiesnelheid instellen 1 Navigeer naar het ventilatiesnelheidsmenu. 2 Stel de ventilatiesnelheid in met 3 Druk op om te bevestigen.
Onderhoud en service 6 Onderhoud en service 6.1 Overzicht: Onderhoud en service Neem contact op met uw dealer wanneer een component van het systeem toe is aan onderhoud of service. Wanneer onderhoud vereist is, verschijnt op het thuisscherm, en/of een waarschuwingsscherm zodra u op drukt om vanop het thuisscherm naar het hoofdmenu te gaan.
Opsporen en verhelpen van storingen 7 Opsporen en verhelpen van storingen In dit hoofdstuk Overzicht: Opsporen en verhelpen van storingen......................... Detectie koelmiddellek................................7.2.1 Lekdetectie-alarm stoppen ............................ 7.1 Overzicht: Opsporen en verhelpen van storingen Neem contact op met uw dealer wanneer het systeem in storing staat. Bij een systeemstoring staat op het thuisscherm van de controller, en/of een storingsscherm zodra u op...
Voor de installateur BRC1H519W+K+S7 Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker Madoka afstandsbediening met kabel 4P513689-1E – 2020.12...
Over de doos 8 Over de doos 8.1 Controller uitpakken 1 Open de doos. 2 Leg de accessoires apart. 1× 2× a Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing b Houtschroeven + muurpluggen (Ø4,0×30) BRC1H519W+K+S7 Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker Madoka afstandsbediening met kabel 4P513689-1E –...
Voorbereiding 9 Voorbereiding 9.1 Bedradingsvereisten Alle bedrading moet voldoen aan de volgende vereisten: Kabelspecificatie Waarde Type Ommanteld vinylsnoer of kabel (tweedradig) Doorsnede 0,75~1,25 mm Maximumlengte 500 m 9.1.1 Bedrading voorbereiden voor installatie 1 Strip de mantel af van het deel van de kabel dat door de binnenkant van de achterste behuizing (L) moet gaan, zoals te zien op de afbeelding en in de tabel.
Installatie 10 Installatie In dit hoofdstuk 10.1 Overzicht: Installatie ................................10.2 Controller monteren................................10.2.1 Over de montage van de controller........................10.2.2 Controller monteren .............................. 10.3 Aansluiten van de elektrische bedrading ..........................10.3.1 Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van elektrische bedrading ..............10.3.2 Elektrische bedrading aansluiten...........................
Installatie Als u de bedrading langs de achterkant wilt laten lopen, moet u niks verwijderen. INFORMATIE Voer de bedrading door de uitbreekopening als ze van de boven- of achterkant komt en monteer dan pas de achterste behuizing tegen de muur. 10.2.2 Controller monteren 1 Neem de schroeven en de pluggen uit de zak met accessoires.
Installatie 10.3 Aansluiten van de elektrische bedrading 10.3.1 Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van elektrische bedrading INFORMATIE Lees ook de voorzorgsmaatregelen en vereisten in de volgende hoofdstukken: ▪ Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de veiligheid ▪ Voorbereiding WAARSCHUWING Alle lokale bedrading en componenten MOETEN worden geïnstalleerd door een erkend elektricien en MOETEN voldoen aan de geldende wetgeving.
Installatie Langs de achterkant P1P2 Langs links P1P2 Langs de onderkant P1P2 10.4 Controller sluiten 10.4.1 Voorzorgsmaatregelen bij het sluiten van de controller VOORZICHTIG Raak de interne delen van de controller nooit aan. VOORZICHTIG Let er bij het sluiten van de controller op dat de bedrading niet geklemd geraakt. OPMERKING Om schade te voorkomen moet de voorkant van de controller stevig in de achterste behuizing worden geklikt.
Installatie 2 Wanneer de installatieplaats vrij van stof is, kunt u de bescherming verwijderen. 10.5 Controller openen 10.5.1 Voorzorgsmaatregelen bij het openen van de controller OPMERKING De printplaat van de controller zit in de voorste behuizing. Let op dat u de printplaat bij het openen van de controller niet beschadigt.
Het systeem starten 11 Het systeem starten VOORZICHTIG Controleer alvorens het systeem op te starten: ▪ De bedrading van de binnenunit en de buitenunit is voltooid. ▪ Het deksel van de schakelkast van de binnen- en buitenunits is gesloten. De controller krijgt zijn voeding van de binnenunit. Hij wordt opgestart zodra hij is aangesloten.
Het systeem starten INFORMATIE Nadat u een controller opnieuw hebt toegewezen, moet de spanning van het systeem worden uit- en weer ingeschakeld. INFORMATIE Slave-controllers ondersteunen niet alle functies. Als u op een slave-controller een functie niet terugvindt, zoek ze dan op de master-controller. INFORMATIE Om master- en slave-controllers samen te laten werken, moet de instelling "Instelpunt thuisscherm"...
Afstandsbediening: Overzicht 12 Afstandsbediening: Overzicht In dit hoofdstuk 12.1 Knoppen....................................12.2 Statuspictogrammen ................................12.3 Statusaanduiding ..................................12.3.1 Gedrag ..................................12.1 Knoppen AAN/UIT ▪ Wanneer de unit uit is, druk op de knop om het systeem in te schakelen. ▪ Wanneer de unit aan is, druk op de knop om het systeem uit te schakelen. ENTER/ACTIVATE /SET ▪...
Pagina 44
Het Bluetooth®-woordmerk en logo's zijn geregistreerde handelsmerken van Bluetooth SIG, Inc. en Daikin Europe N.V. gebruikt deze merken onder licentie. Andere handelsmerken en merknamen zijn de eigendom van hun respectievelijke eigenaars.
Afstandsbediening: Overzicht Symbool Beschrijving Einde beperking stroomverbruik. Geeft aan dat het stroomverbruik van het systeem niet meer wordt beperkt, en dat het niet meer met beperkt vermogen draait. Rotatie. Geeft aan dat de Rotatiestand actief is. Setback. Geeft aan dat de binnenunit onder setback-besturing draait.
Pagina 46
Afstandsbediening: Overzicht Bedrijfsstatus Gedrag statusaanduiding 0 (Normaal) 1 (Hotelinstelling 2 (Hotelinstelling Waarschuwing AAN (wanneer de helderheid van de schermverlichting afneemt, wordt de statusaanduiding uitgeschakeld) Instelling helderheid statusaanduiding Koppelen met Knippert Knippert Knippert binnenunit INFORMATIE Met lokale instelling R1-11 van de afstandsbediening kan de statusaanduiding worden veranderd, waardoor de controller ook in hotels kan worden gebruikt.
Bediening 13 Bediening In dit hoofdstuk 13.1 Basisgebruik .................................... 13.1.1 Schermverlichting..............................13.1.2 Startscherm ................................13.1.3 Informatiescherm..............................13.1.4 Hoofdmenu ................................13.2 Bedrijfsstand ................................... 13.2.1 Over de bedrijfsstanden............................13.2.2 Bedrijfsstand instellen............................13.3 Instelpunt....................................13.3.1 Over het instelpunt ..............................13.3.2 Instelpunt instellen..............................13.4 Datum en tijd veranderen ..............................
Bediening 13.1.2 Startscherm Thuisschermstand Afhankelijk van de configuratie, geeft de controller een standaard of een gedetailleerd thuisscherm weer. Het standaard thuisscherm geeft slechts beperkte informatie weer, maar het gedetailleerde thuisscherm geeft allerlei informatie weer door middel van statuspictogrammen. Wanneer de controller een tijdje niet wordt gebruikt, keert hij terug naar het thuisscherm.
Bediening INFORMATIE De controller biedt een stroombesparingsfunctie die het scherm uitschakelt na een periode van inactiviteit. Druk op een toets om het scherm weer in te schakelen. 13.1.3 Informatiescherm De controller geeft bedrijfsinformatie weer in een informatiescherm. Wanneer er informatie weer te geven is, staat in de linkerbovenhoek van het thuisscherm van de controller.
Bediening 13.1.4 Hoofdmenu Druk in het thuisscherm op om het hoofdmenu te openen. Doorloop de menu's . Druk opnieuw op om een menu te openen. Menu Beschrijving Bedrijfsstand. Bedrijfsstand instellen. Datum en tijd. Datum en tijd instellen. Uitblaasrichting. Uitblaasrichting van de binnenunit instellen. Ventilatorsnelheid.
Bediening 13.2 Bedrijfsstand De binnenunit kan in verschillende bedrijfsstanden werken. Symbool Bedrijfsstand Koelen. In deze stand wordt koelen geactiveerd volgens de vereisten van het instelpunt of de setback-werking. Verwarmen. In deze stand wordt verwarmen geactiveerd volgens de vereisten van het instelpunt of de setback-werking. Alleen ventilator.
Pagina 52
Bediening Koelen Bij een hoge buitenluchttemperatuur kan het even duren alvorens de kamertemperatuur de instelpunttemperatuur bereikt. Wanneer de binnenunit bij lage kamertemperatuur wordt ingesteld in de koelstand, dan kan ze eerst in de ontdooistand worden geschakeld (d.w.z. verwarmingsstand) om te voorkomen dat het koelvermogen van het systeem daalt door ijs op de warmtewisselaar.
Pagina 53
Bediening INFORMATIE ▪ Hoe lager de buitenluchttemperatuur, hoe kleiner het verwarmingsvermogen. Als het verwarmingsvermogen niet volstaat, wordt aanbevolen een ander verwarmingstoestel in de installatie te voorzien (verlucht de kamer regelmatig als u een verbrandingstoestel gebruikt. Gebruik het verwarmingstoestel ook niet waar de binnenunit er lucht op blaast).
Pagina 54
Bediening 0,5°C~2°C Lokaal instelbare temperatuurintervallen tussen instelpunten INFORMATIE De standaardwaarde van het instelbare temperatuurbereik (0,5°C~2°C) is 0,5°C. Omschakelen van de ene naar de andere bedrijfsstand gebeurt in de volgende gevallen: Geval 1: primaire omschakeling ( +C1) Het omschakelen gebeurt zodra de kamertemperatuur boven/onder het instelpunt omschakelen koelen/verwarmen gaat (C1) en de beveiligingstimer is afgelopen.
Bediening 13.3.1 Over het instelpunt Afhankelijk configuratie, wordt thuisscherm temperatuurinstelpunt weergegeven als een numerieke waarde of als een symbool. INFORMATIE Voor informatie over het instellen van het instelpunt thuisscherm, zie de Madoka Assistant app. Zie ook "Scherm" [ 105]. Instelpunt thuisscherm: Numeriek Als het temperatuurinstelpunt op het thuisscherm met een numerieke waarde wordt weergegeven, dan kunt u de kamertemperatuur regelen door het instelpunt in stappen van 1°C te verhogen of te verlagen.
Pagina 57
Bediening Bereik instelpunt Als er met de functie instelpuntbereik begrenzingen voor het standaard instelpuntbereik (16°C~32°C) zijn ingesteld (functie Madoka Assistant; zie "Bereik instelpunt" [ 113]), dan kan het instelpunt alleen tot de ingestelde maximum-/ minimumwaarden van het instelpuntbereik worden verhoogd of verlaagd. Voorbeeld: : bij een referentietemperatuur van 25°C kan het instelpunt normaal drie stappen worden verlaagd tot 22°C, maar als de minimumwaarde van het instelpuntbereik op 23°C is ingesteld, dan kan het instelpunt maar tot 23°C worden...
Bediening De gecentraliseerde controller of het Het opgelegde instelpunt wordt de programma legt een instelpunt op nieuwe boven-/onderlimiet van het buiten het normale instelpuntbereik van bereik van +3°C/–3°C en het volledige +3°C/–3°C. bereik verschuift ten opzichte van deze nieuwe limiet. Voorbeeld: het referentie-instelpunt is ingesteld op 25°C, wat het volgende instelpuntbereik geeft:...
Bediening Zomertijd Wintertijd Voor meer informatie, zie "Lokale instellingen binnenunit" [ 70] (instellingen afstandsbediening) en "Datum en tijd veranderen" [ 107] (instellingen app). 13.4.2 Datum en tijd instellen 1 Navigeer naar het menu datum en tijd. 2 Druk op te activeren. Gevolg: De velden kunnen worden veranderd.
Bediening Richting Scherm Vaste stand. De binnenunit blaast de lucht uit in 1 van 5 vaste standen. Draaien. De binnenunit wisselt af tussen de 5 standen. Auto. De uitblaasrichting van de binnenunit verandert afhankelijk van de door een bewegingssensor gedetecteerde beweging. INFORMATIE ▪...
Pagina 61
Bediening Over ventilatorsnelheid Afhankelijk van de binnenunit, heeft u de keuze tussen: Ventilatorsnelheid Scherm 2 ventilatorsnelheden 3 ventilatorsnelheden 5 ventilatorsnelheden Sommige binnenunits ondersteunen daarnaast automatische ventilatorsnelheid. In dat geval wordt de ventilatorsnelheid van de binnenunit automatisch veranderd op basis van het instelpunt en de kamertemperatuur. Ventilatorsnelheid Scherm Automatisch...
Bediening 13.6 Ventilatie INFORMATIE Ventilatie-instellingen zijn ALLEEN mogelijk voor ventilatie-units warmteterugwinning. 13.6.1 Ventilatiestand De ventilatie-unit met warmteterugwinning kan in verschillende bedrijfsstanden werken. Symbool Ventilatiestand ERV (ventilatie met energieterugwinning). De buitenlucht wordt door een warmtewisselaar gestuurd alvorens in de kamer te worden geblazen.
Bediening 3 Druk op om te activeren. Gevolg: De bedrijfsstand van de ventilatie-unit met warmteterugwinning verandert en het thuisscherm verschijnt weer op de controller. 13.6.2 Ventilatiesnelheid De ventilatiesnelheid is de ventilatorsnelheid in de ventilatiestand. Ventilatiesnelheid instellen 1 Navigeer naar het ventilatiesnelheidsmenu. 2 Stel de ventilatiesnelheid in met 3 Druk op om te bevestigen.
Configuratie 14 Configuratie In dit hoofdstuk 14.1 Installateurmenu ..................................14.1.1 Over het installateurmenu............................. 14.1.2 Scherminstellingen..............................14.1.3 Instellingen statusaanduiding ..........................14.1.4 Lokale instellingen..............................14.1.5 Allerlei instellingen..............................14.2 Software-update..................................14.2.1 Over software-updates ............................14.2.2 Software-update met app............................14.2.3 Software-update met updatetool.......................... 14.1 Installateurmenu 14.1.1 Over het installateurmenu In het installateurmenu kunt u het volgende doen: Categorie...
Configuratie Installateurmenu openen Voorwaarde: Op de controller staat het thuisscherm. 1 Houd ingedrukt tot het informatiescherm verschijnt: INFORMATIE ▪ De aanwezigheid van symbolen op het informatiescherm hangt af van de werkingsstatus. De controller kan meer of minder symbolen weergeven dan hier afgebeeld.
Configuratie 2 Verander het schermcontrast met 3 Druk op om te bevestigen. Gevolg: Het contrast van het scherm verandert en het installateurmenu verschijnt weer op de controller. 14.1.3 Instellingen statusaanduiding Helderheid statusaanduiding instellen Voorwaarde: U staat in het installateurmenu. 1 Navigeer naar het menu helderheid statusaanduiding. 2 Verander de intensiteit van de statusaanduiding met 3 Druk op om te bevestigen.
Configuratie De instelprocedure is dezelfde voor beide gevallen. Voor instructies, zie "Instelprocedure" [ 67]. Instelprocedure Lokale instellingen bestaan uit de volgende delen: Standen ("Mode"), Units ("Unit"), Instellingen ("SW"), en Waarden voor die instellingen. De menu's voor lokale instellingen hebben twee niveaus. Standen en units worden in het eerste niveau ingesteld, en instellingen en waarden in het tweede.
Configuratie Niveau Beschrijving Tweede niveau Instelling (SW) Een instelling is een instelbare parameter. Dit zijn de instellingen die u uitvoert. In de tabellen van de lokale instellingen staan de beschikbare instellingnummers in de kolom "SW". Waarde Een waarde is een waarde van een vaste reeks waarden die u kunt kiezen voor een instelling.
Pagina 69
Configuratie 3 Druk op om de waarde van dat deel van de lokale instelling te wijzigen. 4 Druk op om die waarde te bevestigen. 5 In het eerste niveau, selecteer om naar het tweede niveau te gaan. 6 In het tweede niveau kunt u op dezelfde manier als in het eerste niveau navigeren en selecteren.
Configuratie Lokale instellingen binnenunit De instelprocedure is verschillend naar gelang u instellingen wil uitvoeren voor individuele binnenunits of voor groepen binnenunits. Individuele binnenunits ▪ Stel een Mode-nummer in om een stand te definiëren (nummer tussen haakjes) ▪ Stel een Unit-nummer in om de unit te definiëren waarvoor de instelling zal gelden ▪...
Pagina 71
Configuratie INFORMATIE ▪ Sommige lokale instellingen kunnen veranderen wanneer u op de binnenunit optionele accessoires aansluit. Voor meer informatie, zie de montagehandleiding van het optionele accessoire. ▪ Voor details over de specifieke lokale instellingen van elk type binnenunit, zie de montagehandleiding van de binnenunits.
Configuratie Mode Beschrijving SW Waarde Standaardwaarde Aanduiding aanraakknop 0: Geen (scherm) 1: Klein 2: Medium 3: Groot Instelpunt thuisscherm 1: Numeriek 2: Symbool INFORMATIE Met lokale instelling R1-11 van de afstandsbediening kan de statusaanduiding worden veranderd, waardoor de controller ook in hotels kan worden gebruikt. 14.1.5 Allerlei instellingen Groepadres Over groepadres...
Pagina 74
Configuratie 5 Controleer of is geselecteerd alvorens het adres te bevestigen. 6 Bevestig het adres. Gevolg: U hebt een adres toegewezen aan de groep binnenunits. Een adres toewijzen aan een individuele binnenunit Voorwaarde: U staat in het installateurmenu. 1 Navigeer naar het menu adresinstellingen. 2 Selecteer "Group(Unit)"...
Pagina 75
Configuratie 7 Bevestig het adres. Gevolg: U hebt een adres toegewezen aan de binnenunit. Een adres verwijderen 1 Navigeer naar het adres dat u wilt verwijderen. 2 Verander naar 3 Bevestig uw keuze. Gevolg: Het adres wordt verwijderd. Airnet-adres Over AirNet-adres Om het systeem te verbinden met het AirNet monitoring- en diagnosesysteem, moeten de vereiste adressen worden toegewezen aan de binnen- en buitenunits.
Pagina 76
Configuratie 3 Definieer de binnenunit waarvoor u het adres wilt instellen. 4 Bevestig uw keuze. 5 Definieer het adres. 6 Controleer of is geselecteerd alvorens het adres te bevestigen. 7 Bevestig het adres. Gevolg: U hebt een AirNet-adres toegewezen aan de binnenunit. Een Airnet-adres toewijzen aan een buitenunit Voorwaarde: U staat in het installateurmenu.
Pagina 77
Configuratie 4 Bevestig uw keuze. 5 Definieer het adres. 6 Controleer of is geselecteerd alvorens het adres te bevestigen. 7 Bevestig het adres. Gevolg: U hebt een AirNet-adres toegewezen aan de buitenunit. Een adres verwijderen 1 Navigeer naar het adres dat u wilt verwijderen. 2 Verander naar 3 Bevestig uw keuze.
Pagina 78
Configuratie Koppeling externe input Over koppeling externe input Met de koppeling van externe input kunnen externe contacten in de besturingslogica systeem worden geïntegreerd. Door sleutelkaartcontact en/of een raamcontact in de besturingssetup toe te voegen kan het systeem reageren op het invoeren/verwijderen van een sleutelkaart in/uit een kaartlezer en/of het openen/sluiten van een raam.
Pagina 79
Configuratie Overzicht instellingen koppeling externe input Parameter Beschrijving Mogelijke waarden Standaardwaarde B2 Vertragingstimer De timer begint te lopen 0-10 minuten "1 min" zodra de sleutelkaart wordt verwijderd. De unit blijft draaien tot de timer afloopt. B2 Reset Timer Deze timer begint te lopen 0-20 uur "20 uur"...
Pagina 80
Configuratie Logica raamcontact Raamcontact B1 Sleutelkaartcontact B2 Tijd Actie Contact gesloten (raam Contact gesloten — ▪ Normale werking gesloten) (sleutelkaart IN) binnenunit. ▪ De unit keert terug naar de vorige status voordat contact werd geopend. Contact open (raam open) Contact gesloten —...
Configuratie Raamcontact B1 Sleutelkaartcontact B2 Tijd Actie Contact gesloten (raam Contact open (sleutelkaart Tijd>Vertragingstimer De unit wordt geforceerd gesloten) UIT) uitgeschakeld: ▪ Setback worden gebruikt, afhankelijk van of de setback-functie is geactiveerd. ▪ De unit kan niet worden in-/uitgeschakeld met de AAN/UIT-knop van de controller.
Configuratie 3 U steekt de sleutelkaart weer in. Gevolg: De vorige status wordt geactualiseerd. De unit wordt geforceerd uitgeschakeld en de setback-functionaliteit blijft gedeactiveerd (zie "Logica raamcontact" [ 80]). ALS de resettimer nog NIET was afgelopen voordat u de sleutelkaart instak, is de vorige status dezelfde als de oorspronkelijke status omdat de oorspronkelijke status alleen maar werd veranderd.
Configuratie 2 Selecteer een binnenunitnummer. 3 Selecteer en druk op om de ventilatorwerking te forceren. Gevolg: De ventilator van de binnenunit die overeenstemt met het geselecteerde binnenunitnummer begint te draaien. Master-instelling koelen/verwarmen Over master-instelling koelen/verwarmen A Warmtepompsysteem B Systeem met warmteterugwinning a Buitenunit b Binnenunit c Afstandsbediening...
Pagina 84
Configuratie Wanneer meerdere binnenunits op een buitenunit zijn aangesloten, moet één van deze units (of een groep binnenunits in het geval van groepsbesturing) als master voor koelen/verwarmen worden ingesteld. De andere units/groepen worden dan slaves voor koelen/verwarmen en worden beperkt in hun werking door de master (bijv.
Pagina 85
Configuratie Voorwaarde: U gebruikt de controller van de binnenunit die u als master koelen/ verwarmen wilt instellen. 1 Navigeer naar het bedrijfsstandmenu. 2 Stel de bedrijfsstand in op koelen of verwarmen. Gevolg: De binnenunit is nu master koelen/verwarmen (het symbool "omschakelen onder gecentraliseerde besturing"...
Configuratie 2 Lees de informatie af. 3 Druk op om naar de tweede pagina te gaan. 14.2 Software-update 14.2.1 Over software-updates Het is ten zeerste aangewezen om de nieuwste versie van de software in de afstandsbediening te installeren. Software-updates kunnen op twee manieren worden uitgevoerd.
Pagina 87
Configuratie INFORMATIE Wanneer u voor het eerst een afstandsbediening met uw toestel verbindt, beginnen de app en de gebruikersinterface een procedure waarbij numerieke codes worden vergeleken. Volg de procedure om de controller met de app te verbinden. Na elke geslaagde verbinding met een mobiel apparaat slaat de controller automatisch informatie over dat mobiel apparaat op;...
Pagina 88
Configuratie Codes vergelijken 5 Tik in de Madoka Assistant app op de tegel van de controller waarvan u de software wilt updaten. Gevolg: Als u voor het eerst verbindt of wanneer de bondinginformatie werd verwijderd, stuurt het besturingssysteem een koppelingsverzoek met een cijferreeks.
Configuratie Bondinginformatie verwijderen 1 Druk in het thuisscherm op om het hoofdmenu te openen. 2 Navigeer naar het Bluetooth-menu met 3 Druk op om het menu te openen. 4 Druk op om de bondinginformatie uit de afstandsbediening te verwijderen. Gevolg: 14.2.3 Software-update met updatetool De software met Updater updaten Voorwaarde: Pc met Updater (neemt contact op met uw dealer voor de juiste...
Pagina 90
Configuratie d Naar binnenunit 3 Schakel de binnenunit in. 4 Open Updater. 5 In Updater, ga naar "Update Procedure". 6 Voer de modelnaam van de controller in. 7 Selecteer de gewenste updateprocedure. 8 Volg de instructies op het scherm. BRC1H519W+K+S7 Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker Madoka afstandsbediening met kabel 4P513689-1E –...
Over de app 15 Over de app De Madoka Assistant app werkt met de BRC1H-controller. Met de controller kunnen alleen de basisfuncties worden gebruikt en ingesteld, maar de app biedt ook geavanceerde functies en instellingen. In dit hoofdstuk 15.1 Overzicht gebruik en configuratie............................15.2 Koppelen ....................................
Over de app 15.5.43 Instelling migratie..............................124 15.5.44 Adres bewaakte kamer ............................124 15.5.45 Test koelmiddellekalarm ............................124 15.1 Overzicht gebruik en configuratie De app zoekt continu BRC1H-controllers om verbinding mee te maken. Alle controllers binnen het bereik van uw mobiel apparaat worden in het thuismenu onder Apparaten in de buurt weergegeven.
Pagina 93
Over de app Voorwaarde: U staat in de buurt van de afstandsbediening. 1 Druk in het thuisscherm op om het hoofdmenu te openen. 2 Navigeer naar het Bluetooth-menu met 3 Druk op om het menu te openen. 4 Druk op in te schakelen en de controller een Bluetooth-signaal te laten sturen.
Pagina 94
Over de app 2 Navigeer naar het Bluetooth-menu met 3 Druk op om het menu te openen. 4 Druk op in te schakelen en de controller een Bluetooth-signaal te laten sturen. Gevolg: Codes vergelijken 5 Tik in de Madoka Assistant app op de tegel van de controller waarvan u de software wilt updaten.
Over de app 2 Houd op het informatiescherm tegelijk ingedrukt tot het installateurmenu verschijnt. 3 Navigeer naar het Bluetooth-menu met 4 Druk op om het menu te openen. 5 Druk op in te schakelen en de controller een Bluetooth-signaal te laten sturen.
Pagina 96
Over de app 2 Navigeer naar het Bluetooth-menu met 3 Druk op om het menu te openen. 4 Druk op om de afstandsbediening geen Bluetooth-signaal meer te laten uitzenden. Gevolg: Stand afstandsbediening: "Normaal" 1 Druk in het thuisscherm op om het hoofdmenu te openen. 2 Navigeer naar het Bluetooth-menu met 3 Druk op om het menu te openen.
Over de app Standen afstandsbediening: "Alleen alarm" en "Supervisor" 1 Houd op het thuisscherm ingedrukt tot het informatiescherm verschijnt. 2 Houd op het informatiescherm tegelijk ingedrukt tot het installateurmenu verschijnt. 3 Navigeer naar het Bluetooth-menu met 4 Druk op om het menu te openen. 5 Druk op om de afstandsbediening geen Bluetooth-signaal meer te laten uitzenden.
Pagina 98
Over de app 4 Druk op om de bondinginformatie uit de afstandsbediening te verwijderen. Gevolg: Stand afstandsbediening: "Normaal" 1 Druk in het thuisscherm op om het hoofdmenu te openen. 2 Navigeer naar het Bluetooth-menu met 3 Druk op om het menu te openen. 4 Druk op om de bondinginformatie uit de afstandsbediening te verwijderen.
Over de app 3 Navigeer naar het Bluetooth-menu met 4 Druk op om het menu te openen. 5 Druk op om de bondinginformatie uit de afstandsbediening te verwijderen. Gevolg: 15.3 Gebruikerstoegangsniveaus 15.3.1 Over gebruikerstoegangsniveaus Het gebruikerstoegangsniveau bepaalt welke functies en instellingen zichtbaar zijn voor gebruiker app.
Over de app Geavanceerde stand activeren Voorwaarde: U staat niet in de geavanceerde stand. 1 Ga naar het hoofdmenu. 2 Tik op "Info". 3 Tik op "Geavanceerde instellingen". 4 Tik op de schakelaar om "Geavanceerde instellingen" in te schakelen. 5 Bevestig uw keuze met "Ik begrijp het". Gevolg: De geavanceerde stand is geactiveerd.
Over de app 2 Tik op "Installateurstand geactiveerd". Gevolg: U staat in het menu installateurstand. Gevolg: De installateurstand is automatisch geactiveerd. 3 Tik op de schuifbalk om de installateurstand te deactiveren. Gevolg: De installateurstand is gedeactiveerd. Instellingen installateurstand uitvoeren 1 Activeer de installateurstand. Gevolg: U staat in het menu installateurstand.
Over de app 2 Tik op "Demo-stand afsluiten". Gevolg: De demo-stand is afgesloten. 15.5 Functies 15.5.1 Overzicht: Functies OPMERKING Afhankelijk van het gebruikerstoegangsniveau, zijn in het menu van de instellingen unit meer minder instellingen zichtbaar. "15.3 Gebruikerstoegangsniveaus" [ 99] voor meer informatie over het veranderen van de stand.
Pagina 103
Over de app Categorie Bedienen Configuratie en geavanceerde werking Instellingen controller en binnenunit uitvoeren: Algemeen ▪ Firmware-update ▪ Meldingen Instellingen afstandsbediening ▪ Master/slave status ▪ Scherm Instelpunt thuisscherm: Numeriek of Symbool ▪ Statusindicator ▪ Datum en tijd veranderen ▪ Info ▪...
Pagina 104
Over de app Categorie Bedienen << vervolg Configuratie en geavanceerde werking Programmeren ▪ Programma ▪ Vakantie Configuratie en werking ▪ Instelpunt-logica Enkelvoudig instelpunt of Dubbel instelpunt ▪ Setback ▪ Individuele uitblaasrichting ▪ Actieve luchtstroomcirculatie ▪ Bereik instelpunt ▪ Master-instelling koelen/verwarmen ▪...
Over de app 15.5.2 Firmware-update controller Update de firmware van de controller. De firmware van de controller moet up-to- date blijven. Wanneer voor een controller nieuwe firmware beschikbaar is, laat de app een melding verschijnen op het scherm van die controller. Firmware van controller updaten Voorwaarde: U staat op het bedieningsscherm van één van de controllers en de app heeft een bericht gestuurd dat er nieuwe firmware beschikbaar is voor die...
Over de app Instelling Beschrijving Thuisschermstand Thuisschermstand instellen: ▪ Standaard: beperkte informatie over systeemwerking (beperkt aantal statuspictogrammen). ▪ Gedetailleerd: uitgebreide informatie over systeemwerking aan de hand van statuspictogrammen. Instelpunt thuisscherm Weergave van het instelpunt op het thuisscherm instellen: ▪ Numeriek: numerieke waarde.
Over de app 15.5.7 Datum en tijd veranderen Datum en tijd voor de controller instellen. In het menu datum en tijd stuurt u informatie over datum en tijd van de app naar de controller. U kunt de informatie over datum en tijd van uw mobiel apparaat sturen ("Synchroniseren met datum en tijd toestel") of deze informatie handmatig aanmaken en sturen.
Over de app INFORMATIE Deze functie wordt niet ondersteund wanneer het systeem Sky Air RR- of RQ- buitenunits omvat. INFORMATIE Deze functie kan niet worden gebruikt wanneer de binnenunits onder groepsbesturing staan. INFORMATIE Voor systemen waarin de binnenunits simultaan werken, wordt deze functie geregeld door de bewegingssensor in elke master-binnenunit.
Over de app 15.5.14 Instelpunt auto reset Een timer instellen voor een automatische regeling van de temperatuur op een ingestelde temperatuurwaarde. De timer kan afzonderlijk voor verwarmen en voor koelen worden geactiveerd of gedeactiveerd. Wanneer een timer geactiveerd is, begint hij te lopen telkens wanneer het systeem wordt ingeschakeld. Wanneer de timer afloopt, verandert het temperatuurinstelpunt altijd in de ingestelde waarde, ook als het temperatuurinstelpunt intussen werd veranderd.
Over de app 15.5.16 Vakantie Dagen van de week selecteren waarvoor het programma niet geldt. Op de geselecteerde dagen worden met de programmafunctie ingestelde acties niet uitgevoerd. De vakantiefunctie kan worden geactiveerd of gedeactiveerd. Wanneer ze geactiveerd is, geldt ze voor elk programma dat als actief is ingesteld. INFORMATIE Zie "Programma" [ 109] voor meer informatie.
Over de app DIFF 3°C 18º 19º 20º 21º 22º 23º 24º 25º 26º 27º 28º 29º DIFF 5°C 18º 19º 20º 21º 22º 23º 24º 25º 26º 27º 28º 29º DIFF Minimaal instelpuntverschil INFORMATIE Wanneer het systeem door een centrale regeling wordt geregeld, dan is de regeling van het systeem door de controller beperkt.
Over de app Instellingen Resultaat Koelen Setback- 35°C Als de kamertemperatuur boven 35°C instelpunt stijgt, begint het systeem automatisch koelen te koelen. Als de temperatuur na 30 minuten tot onder 33°C is gedaald, Herstelverschil –2°C stopt het systeem met koelen en wordt koelen de unit weer uitgeschakeld.
Over de app INFORMATIE De beschikbaarheid van deze functie hangt af van het type binnenunit. 15.5.20 Actieve luchtstroomcirculatie Schakel Actieve luchtstroomcirculatie voor meer gelijkmatige temperatuurverdeling in de ruimte. Wanneer Actieve luchtstroomcirculatie ingeschakeld, worden ventilatorsnelheid van de binnenunit en de uitblaasrichting automatisch geregeld; de ventilatorsnelheid en de uitblaasrichting kunnen dan niet handmatig worden veranderd.
Over de app Links Midden Rechts De bereiken komen overeen met de volgende draaipatronen van de luchtstroom: Links Midden Rechts Links draaien Breed draaien Rechts draaien INFORMATIE De beschikbaarheid van deze functie hangt af van het type binnenunit. INFORMATIE Voor systemen waarin de binnenunits simultaan werken, kan het bereik van de uitblaasrichting van individuele binnenunits worden ingesteld door de controller afzonderlijk op elke binnenunit aan te sluiten.
Over de app INFORMATIE Deze functie is alleen beschikbaar voor Sky Air binnenunits. INFORMATIE Deze functie wordt niet ondersteund wanneer het systeem Sky Air RR- of RQ- buitenunits omvat. 15.5.26 Koppeling externe input Met de koppeling van externe input kunnen externe contacten in de besturingslogica systeem worden...
Pagina 116
Over de app Functies ▪ Instelpunt ▪ Ventilatorsnelheid ▪ Bedrijfsstand ▪ Uitblaasrichting ▪ Systeem AAN/UIT ▪ Bereik instelpunt ▪ Setback ▪ Aanwezigheidssensor - aanpassing instelpunt ▪ Aanwezigheidssensor - Auto UIT ▪ Aanpassing instelpunt timer ▪ Uitschakeltimer ▪ Limiet stroomverbruik ▪ Programma ▪...
Over de app Werking Afstandsbediening Thuisscherm Wanneer u functies/knoppen die worden bediend op het thuisscherm van de controller vergrendelt, verschijnt op de controller een vergrendelscherm wanneer u deze functies/knoppen probeert te gebruiken. Hoofdmenu Wanneer u functies die hoofdmenu- items op de controller zijn, vergrendelt, worden deze functies doorstreept in het hoofdmenu en staat er een slotpictogram naast.
Over de app 15.5.32 Automatisch filter reinigen INFORMATIE Om deze functie te gebruiken moeten de binnenunits voorzien zijn van een zelfreinigend sierpaneel (optioneel accessoire). Automatisch reinigen van het filter van de binnenunit activeren en een tijdsduur ervoor instellen. Onderhoudstimer stofverzamelbak resetten Wanneer de stofverzamelbak van het zelfreinigend sierpaneel moet worden leeggemaakt, geeft de app een melding in het bedrijfsscherm weer.
Over de app 15.5.36 Lokale instellingen Lokale instellingen voor de binnenunit en controller uitvoeren. Voor een overzicht van de mogelijke lokale instellingen, zie "Lokale instellingen binnenunit" [ 70] en "Lokale instellingen afstandsbediening" [ 72]. Instelprocedure Lokale instellingen bestaan uit de volgende delen: ▪...
Over de app Type lokale instellingen Procedure Afstandsbediening ▪ Stel het type lokale instelling in op "Afstandsbediening". ▪ Definieer een stand. ▪ Tik op het rechtervlak in de app om de instelling te definiëren. In de tabel met lokale instellingen staan de instellingen in de kolom SW.
Over de app wordt een actieve unit inactief (unitrotatie). Omdat de units slechts afwisselend werken, wordt de levensduur van het systeem verlengd. ▪ Backup: een reserve-unit zorgt voor systeemredundantie. Als een actieve unit in storing gaat, schakelt de unitrotatie een inactieve unit in. A Inactieve reserve-unit B Unit in storing INFORMATIE...
Pagina 122
Over de app Typische werkstroom Een testbedrijf bestaat doorgaans uit de volgende stappen: De teststand activeren (Madoka Assistant app), De functies van de binnenunit testen volgens de in "Testdraaien" [ 122] beschreven instructies. De teststand deactiveren (Madoka Assistant app), De storinghistoriek controleren op storingen.
Over de app 7 Tik op "Testbedrijf starten". Gevolg: De binnenunit(s) begint/beginnen met testdraaien, en de normale werking is dan niet mogelijk. 8 Keer terug naar het bedieningsscherm. 9 Tik op "Verticale uitblaasrichting". 10 Tik op "Vast". 11 Test de vijf vaste uitblaasrichtingen en controleer of de stand van de kleppen van de binnenunit ook verandert.
Over de app Wanneer Actieve luchtstroomcirculatie ingeschakeld, worden ventilatorsnelheid van de binnenunit en de uitblaasrichting automatisch geregeld; de ventilatorsnelheid en de uitblaasrichting kunnen dan niet handmatig worden veranderd. 15.5.43 Instelling migratie Sommige functies maken het mogelijk om instellingen op uw mobiele apparaat op te slaan en ze in andere afstandsbedieningen te laden.
Onderhoud 16 Onderhoud 16.1 Voorzorgsmaatregelen voor het onderhoud WAARSCHUWING Leg het systeem stil met de controller en schakel de voedingsschakelaar uit alvorens u onderhoud of reparaties uitvoert. Mogelijk gevolg: elektrische schokken of letsels. OPMERKING Maak de controller NIET schoon met organische oplosmidddelen zoals thinner. Mogelijk gevolg: schade, elektrische schokken of brand.
Onderhoud Stand statusaanduiding: "Normaal" Voorwaarde: Op de controller staat het thuisscherm, en geeft een onderhoudsbeurt aan. 1 Druk op Gevolg: Op de controller staat het waarschuwingsscherm. Stand statusaanduiding: "Hotel 1" en "Hotel 2" Voorwaarde: Op de controller staat het thuisscherm, en geeft een onderhoudsbeurt aan.
Onderhoud 16.4 Controller schoonmaken 1 Veeg het scherm en andere delen van de controller af met een droge doek. BRC1H519W+K+S7 Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker Madoka afstandsbediening met kabel 4P513689-1E – 2020.12...
Opsporen en verhelpen van storingen 17 Opsporen en verhelpen van storingen 17.1 Storingscodes van de binnenunit Wanneer het systeem in storing staat, staat op het thuisscherm en wordt een storingsscherm gegenereerd. Ga naar het storingsscherm om de foutcode weer te geven, verhelp de oorzaak van de storing en druk op om het storingsscherm te wissen.
Technische gegevens 18 Technische gegevens Een subset van de meest recente technische gegevens is beschikbaar op de regionale website van Daikin (publiek toegankelijk). De volledige set meest recente technische gegevens is beschikbaar op de Daikin Business Portal (authenticatie vereist). 18.1 Aansluitschema 18.1.1 Typische lay-out...
Pagina 130
Technische gegevens P1 P2 P1 P2 P1 P2 P1 P2 Groepsbesturing: master- en slave-controller P1 P2 P1 P2 P1 P2 P1 P2 P1 P2 BRC1H519W+K+S7 Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker Madoka afstandsbediening met kabel 4P513689-1E – 2020.12...
Door Daikin gemaakte of goedgekeurde apparatuur en uitrustingen die met het product volgens de instructies in de meegeleverde documentatie gecombineerd mogen worden. Ter plaatse te voorzien NIET door Daikin gemaakte apparatuur en uitrustingen die met het product volgens de instructies in de meegeleverde documentatie gecombineerd mogen worden. BRC1H519W+K+S7...
Pagina 136
4P513689-1E 2020.12 Verantwortung für Energie und Umwelt...