Inhoudsopgave
Advertenties
4.
Druk op de "TEMPERATUURINSTELL-
$
ING"-toets.
Telkens wanneer u de (
temperatuurinstelling met 1°C verhoogd.
Telkens wanneer u de (
temperatuurinstelling met 1°C verlaagd.
Selecteer "
" wanneer u de temperatuur niet
voor een hele zone wilt instellen.
Wanneer u de temperatuur 1°C boven of onder
het temperatuurinstelbereik instelt, wordt de
melding "
" weergegeven.
5.
Selecteer de gewenste modus met
%
behulp van de "KEUZESCHAKELAAR".
Selecteer "
" wanneer u de werkingsmodus niet
voor een hele zone wilt instellen.
De draairichting van de ventilator en
de ventilatorsnelheid wijzigen (Afb. 8)
Hiermee verandert u de uitblaasrichting en -snelheid
van de ventilator van de airconditioner.
U kunt de richting en de snelheid van de ventilator
instellen in het scherm "Afzonderlijke".
[Aanmelden]
1.
Druk op de toets "ALLE/AFZONDER-
LIJKE" toets om het
"Afzonderlijke" te openen.
Als u niets doet wordt na minuut automatisch het
scherm "Afzonderlijke" geopend.
2.
Gebruik de pijltoetsen en
!
laats de "
" om de apparaten te select-
eren waarvan u de uitblaasrichting of de
ventilatorsnelheid wilt wijzigen.
Wanneer u de toets ingedrukt houdt, zal de mark-
ering verplaatsen.
3.
#
Druk op de "INSTELTOETS VENTILA-
TORRICHTING"-toets.
Hiermee stelt u de uitblaasrichting in als "vast" of
"bewegend" .
$
Druk op de "VENTILATORSNELHEID"-
toets.
Telkens wanneer u deze toets indrukt, wordt afwis-
selend de melding "
geven.
Afhankelijk aan de binnenunit, is mogelijk alleen
"
" en "
" beschikbaar.
De beschikbare functies kunnen per binnenunit ver-
schillen. Wanneer u een toets indrukt waarvan de func-
tie niet beschikbaar is, wordt de melding "NOT
AVAILABLE" weergegeven.
Nederlands
)-toets indrukt, wordt de
)-toets indrukt, wordt de
scherm
verp-
"
", "
" en "
" weerge-
De ventilatiemodus en ventilatiesnel-
heid wijzigen (Afb. 9)
Hiermee wijzigt u de ventilatiemodus en -snelheidin-
stellingen in de Total Enthalpy-warmtewisselaar.
U kunt de ventilatiemodus en -snelheid instellen in het
scherm "Afzonderlijke".
[Aanmelden]
1.
Druk op de toets "ALLE/AFZONDER-
LIJKE" toets om het
"Afzonderlijke" te openen.
Als u niets doet wordt na minuut automatisch het
scherm "Afzonderlijke" geopend.
2.
Gebruik de pijltoetsen en
!
laats de "
" om de apparaten te select-
eren waarvan u de ventilatiemodus- of
ventilatiesnelheid wilt wijzigen.
Wanneer u de toets ingedrukt houdt, zal de mark-
ering snel omlaag bewegen.
3.
Druk op de "VENTILATORMODUS"-
#
toets.
Daardoor zullen afwisselend de meldingen "
→ "
" → "
geven.
Druk op de "VENTILATIESNELHEID"-toets.
$
Daardoor zullen afwisselend de meldingen "
" → "
" → "
"
weergegeven.
De "fresh up"-functie is mogelijk niet beschikbaar.
De beschikbare functies kunnen per binnenunit ver-
schillen.
Wanneer u een toets indrukt waarvan de functie niet
beschikbaar is, wordt de melding "NOT AVAILABLE"
weergegeven.
• Ventilatiemodus en -hoeveelheid
Als deze instelling met behulp van de afstandsbedi-
ening van het apparaat zijn gewijzigd, is het
mogelijk dat deze niet kunnen worden weergegeven
op de centrale afstandsbediening.
Om de ventilatiemodus en -hoeveelheid te control-
eren, moet u in dat geval de instellingen op de
afstandsbediening controleren.
scherm
en verp-
"
" → "
" worden weerge-
" → "
" worden
"
" →
10
Advertenties
Inhoudsopgave
