Installatie en aansluitingen
1. De wasmachine of vaatwasser sluit u normaal aan, met de stekker in het stopcontact.
2. Draai de watertoevoerslang van de wasmachine (of vaatwasser) los van de kraan. Verwijder
het kleine zeefje (dit geldt ook voor een machine met aquastop). Hiermee voorkomt u dat de
keerkleppen niet volledig openen, waardoor de watertoevoer belemmerd zou kunnen worden.
3. Schroef de waterventielen (met daaraan de keerkleppen) aan de warme en de koude kraan.
Let op de pijl voor de stroomrichting.
4. Monteer de waterslangen zodanig dat ze neerwaarts zijn gericht. Op deze wijze voorkomt u
belemmering van de watertoevoer, als gevolg van 'knikken' of scherpe bochten in de slangen.
5. Schroef het Y-stuk en de korte hoekslang (indien nodig) aan de waterslangen. Opm: bij
vaatwasser het Y-stuk aan het warm-waterventiel schroeven.
6. Bepaal waar u het bedienkastje wilt plaatsen. Markeer de positie van de bevestigingsgaten -
onderlinge afstand 83,3 mm - of gebruik hiervoor het boorsjabloon.
7. Met een 6 mm steenboor boort u twee gaten in de muur. Druk hierin de muurpluggen, zodanig
dat ze niet uitsteken. Opm: de meegeleverde pluggen zijn bedoeld voor muren van steen, beton
of stucwerk. Voor hardboard en holle wanden dient u andere bevestigingspluggen te gebruiken.
8. Monteer de bevestigingschroeven, met ca. 3...4 mm ruimte tussen muuroppervlak en
onderkant van de schroefkoppen. Vervolgens kunt u hieraan het bedienkastje ophangen.
9. Verbindt de stuurdraden met de waterventielen: de twee rode stekkers aan het
warm-waterventiel en de twee zwarte stekkers aan het koud-waterventiel. Opm: de ventielen
hebben geen + en - pool.
10. Druk de zuignap van de vochtsensor stevig tegen de buitenzijde van de wasmachine of
vaatwasser (of op de tegels van de muur), zodanig dat het uiteinde van de vochtsensor op de
vloer rust.
11. Draai de kranen (een voor een) langzaam open en controleer of alle schroefverbindingen
dicht zijn. Bij lekkage eerst de kraan dichtdraaien en vervolgens de betreffende
slangaansluiting(en) met de hand iets vaster aandraaien. Dan de kraan weer opendraaien en
zonodig deze procedure herhalen.
12. Steek het stekkertje ('jackplug') van de netadapter in de contra-plug, aan het uiteinde van de
overgebleven aansluitdraad van het bedienkastje.
Conform DIN-voorschriften mag de waterinstroomtemperatuur niet hoger zijn dan 60°C, om
oververhitting te voorkomen. De waterzijdige componenten van de hotfill zijn bestand tegen
temperaturen tot 90°C. Door mengen met koud water wordt de inlaattemperatuur voor de
machine automatisch teruggeregeld tot een veilige waarde.
Waterkraan
snelkoppeling
(artikel 21)
waterventiel
(artikel 10)
stekkers van bedienkastje
warm-waterventiel = rood
koud-waterventiel = zwart
keerklep
(artikel 14)
slang naar Y-stuk
(mengkamer)
Vochtsensor
bevestig zuignap op
muurtegels of aan
wasmachine / vaatwasser
(zorg voor vetvrije
ondergrond)
vochtsensor: met
de contactpennen
op de vloer
3