Toelichting bij de parameters
Parameter 26
Verlaagde watertemperatuur voor het spoelen. Deze begrenzing is alleen effectief als de
spoeltemperatuur op een hogere waarde wordt ingesteld. De tijdsduur van deze
temperatuurbegrenzing wordt bepaald door parameter 23.
Parameter 27, 28, 29
Dit zijn software-specifieke instellingen, die beslist niet veranderd mogen worden.
Parameter 30
Deze waarde bepaalt de gevoeligheid van de vochtsensor. Fabrieksmatig is de
drempelweerstand ingesteld op ca. 100 kOhm. Als de sensor vocht detecteert vermindert
zijn weerstandswaarde, waardoor foutmelding "E01" ontstaat. Vervolgens worden beide
waterventielen automatisch gesloten, zodat er geen overstroming kan ontstaan. (Toelichting:
een lagere waarde betekent minder gevoeligheid, waardoor er meer water nodig is om een
alarm te veroorzaken. Een hogere waarde verhoogt weliswaar de meetgevoeligheid, doch dit
kan aanleiding geven tot een vals alarm)
Parameter 31
Hiermee kan de vochtsensor worden in- of uitgeschakeld. De fabrieksinstelling is 1, hetgeen
betekent dat de vochtsensor actief is. In parameterwaarde 0 is de vochtsensor uitgeschakeld.
(Deze functie kan handig zijn om de oorzaak van storingen te achterhalen)
Parameter 32, 33, 34, 35
Dit zijn software-specifieke instellingen, die beslist niet veranderd mogen worden.
13