7
7.5 Pompsturing in verbinding met een ketel voor vaste brandstof
De regelaar heeft een toerentalsturing waarmee de pomp
continu aangestuurd wordt.
Inschakeling:
1.) De min. temperatuur van de vaste brandstofketel moet
bereikt zijn.
Actuele temp. vaste brandstof ≥ min. temp. vaste brandstof
2.) Bereikt de keteltemperatuur de buffervattemperatuur
(TPU), vermeerderd met d d i i f f f f . . v v a a s s t t e e b b r r a a n n d d s s t t o o f f
a a a a n n , dan loopt de pomp aan met het kleinste
toerental. Vooropgesteld dat voorwaarde 1 vervuld is.
Actuele temp. vaste brandstof = boiler onder act. waarde + diff. vaste brandstof aan
Pomp loopt met kleinste toerental
3.) Bereikt de keteltemperatuur de buffervattemperatuur,
vermeerderd met de halve waarde van het d d i i f f f f . .
v v a a s s t t e e b b r r a a n n d d s s t t o o f f a a a a n n plus d d i i f f f f . . v v a a s s t t e e
b b r r a a n n d d s s t t o o f f u u i i t t , dan wordt de toerentalregeling
vrijgegeven.
Vooropgesteld dat voorwaarde 1 vervuld is.
Temp. vaste brandstof ≥ boiler onder actuele waarde +
pomp wordt toerentalgestuurd
Uitschakeling
1.) Het schakeldifferentieel van 3 K onderschrijdt de min.
temp. vaste brandstof.
Temp. vaste brandstof ≤ min. temp. vaste brandstof – schakeldifferentieel (3 K)
pomp uit
2.) Onderschrijdt de actuele keteltemperatuur de
ingestelde buffervattemperatuur (TPU), vermeerderd
met het d d i i f f f f . . v v a a s s t t e e b b r r a a n n d d s s t t o o f f u u i i t t , , dan
schakelt de pomp af.
Temp. vaste brandstof < boiler onder actuele waarde + diff. vaste brandstof uit
pomp uit
30
of
Opmerking
Is de functie temp. S S t t i i j j g g i i n n g g v v a a s s t t e e b b r r a a n n d d s s t t o o f f
geactiveerd (waarde > 0), dan loopt de pomp reeds bij
een temperatuurstijging van 3K/min. met het kleinste
vermogen. Zelfs wanneer de ketelminimumtemperatuur
nog niet bereikt is en het d d i i f f f f . . v v a a s s t t e e b b r r a a n n d d s s t t o o f f u u i i t t
onderschreden is.
De functie t t e e m m p p . . s s t t i i j j g g i i n n g g v v a a s s t t e e b b r r a a n n d d s s t t o o f f mag
alleen geactiveerd worden in verbinding met een
thermische terugloopverhoging.
Opmerking :
Zakt de keteltemperatuur in de richting van de
gewenste keteltemperatuur, dan moduleert het
toerental binnen de ingestelde grenzen. Onder deze
grenzen loopt de pomp met het kleinste vermogen.
Door de continue aansturing komt het in het
modulatiebereik tot een pulserende volumestroom,
welke zich door stromingsgeluiden resp. door het trillen
van de soepele leidingen bemerkbaar laat maken.
diff. vaste brand. AAN + diff. vaste brand. UIT
2