6.3 Instelling veranderen
Instel-
ling
veranderen
Gebruik:
In dit keuzemenupunt kunnen specifieke instellingen voor
de installatie doorgevoerd worden
(bij voorkeur door de vakman)
Keuze van de gewenste
Hydraulis.
installatieschema's. Afhankelijk van de
variante worden de bijhorende
variante
meldingen gegenereerd. Hydraulische
varianten : zie hfst. 4.
1
Variante: 1, 12, 15, 20, 48
Minimale collectortemperatuur die moet
Temp.
bereikt worden voordat de pomp
ingeschakeld wordt.
collect.
minimum
Variante: 1, 12, 20
20.0°C
Onderste grenswaarde van het
Toerental
modulatiebereik van de solaire pomp.
PS
minimum
Variante: 1, 12, 20
40%
Ingestelde of afgelezen waarde aan de
Volume-
doorstroombegrenzer, bij 100 %
pompvermogen (zie hfst. 7.7)
stroom
Variante: 1, 12, 20
1.5l/m
De factor is afhankelijk van de aard en
Warmte-
de mengverhouding van het
warmtedraagmedium. Deze factor wordt
capaciteit
gebruikt voor de berekening van de
kJ/lK
energie-opbrengst.
3.73
Variante: 1, 12, 20
De solaire pomp schakelt in, wanneer de
Vorst-
waarde van de collectorvoeler de
ingestelde waarde bereikt heeft.
beveiliging
De pomp schakelt uit, wanneer de
waarde met 3 K (Hysterese)
overschreden wordt.
-50.0°C
Hysterese : 3 K (vast ingesteld en niet
Variante: 1, 12,20
esc
veranderbaar)
Opmerking :
er worden alleen die instellingen in het
menu aangegeven, die voor de gekozen
hydraulische variante voorzien zijn.
Instellingen zonder functie in de
gekozen variante worden gewist.
Voorinstelling : 1
Opmerking :
wordt de variante gewisseld, dan
moeten alle instelparameters
gecontroleerd en eventueel veranderd
worden.
Instelbereik :
0°C...70°C
Voorinstelling :
20°C
Instelbereik :
10%...100%
Voorinstelling :
40%
(30 % mag niet onderschreden worden, daar anders de
flow-valves van de hydraulische groep sluiten)
Instelbereik :
0,1...500,0 l/m (liter/minuut)
Voorinstelling :
1,5 l/m
Instelbereik :
0.01...10.0 kJ/lK
Voorinstelling :
3,73 kJ/IK (bij 50°C)
Instelbereik :
–50°C...–41°C ; vorstbev. gedeactiv.
–40°C...+20°C ; vorstbev. geactiveerd
Voorinstelling :
–50°C
Opgelet: bij de variante 20 mag voor de bescherming van
de warmtewisselaar de vorstbeveiliging niet
onder 5° C ingesteld worden; bij gebruik van de
gepaste collector-vloeistof moet de
vorstbeveiliging gedeactiveerd worden.
Opmerking: bij onderbreking van de voeler wordt de
pomp met PS toerental minimum
aangestuurd, wanneer de vorstbeveiligings-
temperatuur > -40° C ingesteld is.
Hydraulische variante
.
.
.
.
.
.
Multifunct. uitgang
6
21