Inhoudsopgave
Advertenties
9. OMSCHAKELEN VAN GAS NAAR OLIE EN OMGEKEERD
(indien van toepassing)
De brander is uitgerust met een gasklep en luchtkleppen voor de gas/lucht
verhouding (1:7). Bij het verbranden van gas wordt de brandercapaciteit gestuurd
door de modulerende PID regelaar die in de Siemens LMV unit is geïntegreerd, of
door de klimaatcomputer middels Fiduface.
Voor het verstoken van olie is de brander uitgerust met een 2- of 3-traps
verbrandingsinrichting met oliekleppen voor de brandstof/lucht verhouding (1:3). De
brandercapaciteit wordt ook hier gestuurd door de modulerende PID regelaar die in
de Siemens LMV unit is geïntegreerd.
Van gas naar olie;
1. Indien de brander in bedrijf is dient deze eerst naar laag te worden gezet door
de belastingsregelaar op laag te zetten. Als de brander uit is zet dan de
schakelaar "brander aan/uit" op "uit".
2. Controleer of het setpoint voor de boiler temperatuur niet onder de 70°C is
ingesteld, om te voorkomen dat de olie condenseert. Zie hoofdstuk 6 om het
setpoint te veranderen.
3. Zet de eerste afsluiter (A1) in de gasstraat dicht.
4. Zet de eventueel aanwezige rookgascondensorklep in de juiste stand voor
oliebedrijf.
5. Controleer of alle olie-afsluiters naar de oliepomp geopend zijn, en dat de
oliepomp werkelijk olie heeft. Het gehele oliesysteem dient zorgvuldig gevuld
en ontlucht te zijn. Is dit niet het geval dan kan de oliepomp ernstige schade
oplopen. De oliepomp is namelijk niet zelf aanzuigend!
6. Zet de brandstofkeuzeschakelaar van "GAS" naar "OLIE".
7. Zet keuzeschakelaar branderregeling op "Automatisch". De brander zal nu
automatisch opstarten.
BELANGRIJK:
Als niet nader aangegeven is de brander uitgevoerd met brandstofkeuze voor olie
als noodvoorziening. Wanneer er langer dan 24 uur gestookt wordt op olie kan de
verbrandings inrichting vervuilen en is een betrouwbare en schone verbranding niet
gegarandeerd.
Als er meer dan 3 maal een vlamstoring optreedt met starten, moet er voordat er
opnieuw gestart wordt gecontroleerd worden of er geen olie bevindt in de vuurgang.
Wanneer de ketel namelijk heter is dan 65 ºC kan de olie die zich in de vuurgang
bevindt gaan vergassen. Bij de volgende start met ontsteking kan dit gas ontsteken
en een explosie veroorzaken.
Tijdens het jaarlijks noodzakelijke brander onderhoud moet er ook olie kunnen
worden gestookt! Zorg voor voldoende voorraad.
N.B. Het installeren, controleren en vullen van de olietank en
olieleidingen tot aan de oliepomp, valt buiten de verantwoording
van de brandertechnicus, u dient deze werkzaamheden zelf of door derden te
laten uitvoeren.
Pagina. 22
LMV2670.NL202001_V2
Advertenties
Inhoudsopgave
