7. STORINGSMELDINGEN BRANDER
Gasslot/Lektest
Voor en tijdens elke branderstart worden de veiligheids-afsluiters (pos. VA1 en
VA2) en de aansteekgasklep(-pen) (MK) gecontroleerd op dichtheid.
Mogelijke storingsoorzaak:
•
Storing "lektest" kan duiden op het niet gesloten zijn van de veiligheids-
afsluiters (pos. VA1, VA2 of MK) tijdens de stilstand/startperiode.
Controleer of:
•
De ontluchtingskraan K1 gesloten/gasdicht is.
•
Er uitwendige gaslekkage waarneembaar is (geur/leakfinder/afsoppen).
•
Noteer de diagnose code het display (AZL/touchscreen) van de
branderautomaat.
Gasdruk te laag
Met behulp van een minimum gasdrukschakelaar (pos. LD1) gemonteerd voor de
beveiligingsafsluiters wordt de geleverde gasdruk bewaakt op minimum
grenswaarde Bij meer dan 20% daling van de gasdruk (of de door de
geautoriseerde inbedrijfsteller verantwoord geachte druk) treedt de beveiliging in
werking.
Controleer of:
•
De handkraan (A1) geheel openstaat
•
De gasaanvoerdruk voor de gasstraat van de brander, door het
indrukken van de drukknopkraan (pos. K2) kan de manometer (pos. M)
afgelezen worden; of kijk op de manometer in de regelset van de
gasleverende instantie; de afgelezen gasdruk moet nagenoeg
overeenkomen met de contractuele leveringsdruk.
•
Als de geleverde druk in orde is, het gasfilter (pos. F1) op eventuele
vervuiling (eerst handkraan A1 sluiten).
Maximale gasdruk
Via een maximum drukschakelaar (pos. HD) gemonteerd bij de gasinlaat van het
cilindrische gedeelte van de branderkop, wordt overbelasting van de ketel bewaakt
door middel van het te hoog stijgen van de gasdruk tijdens vollast bedrijf.
Mogelijke storingsoorzaak:
•
afwijkende werkdruk van de drukregelaar.
•
vervuilde condensor.
•
sterke afwijking van de gasleveringsdruk.
Controleer:
•
de storingsmelding van de branderautomaat indien storingsmelding
optreedt.
•
de condensafvoer van de condensor.
Motoren thermisch uit
In het schakelpaneel zijn thermische beveiligingen ter bescherming van de
elektromotoren opgenomen, bij stroomstoringen dienen deze handmatig gereset te
worden. Dit zijn gecombineerde thermisch- en maximaal stroom beveiligingen.
Controleer of:
Pagina. 17
LMV2670.NL202001_V2