Windows 7
Mac OS X 10.5 en 10.6
De installatie van DIMM-modules controleren
Controleer na het installeren van de DIMM-module of de installatie is gelukt.
1.
Schakel het apparaat in. Controleer of het lampje Klaar op de printer gaat branden na het opstarten. Als er
een foutbericht verschijnt, is een DIMM-module mogelijk niet op de juiste wijze geïnstalleerd.
2.
Druk een configuratiepagina af.
3.
Controleer de sectie voor het geheugen op de configuratiepagina en vergelijk deze sectie met de
configuratiepagina die is afgedrukt voordat u het geheugen hebt geïnstalleerd. Als de hoeveelheid
geheugen niet groter is, is de DIMM-module mogelijk niet op de juiste wijze geïnstalleerd of is deze defect.
Herhaal de installatieprocedure. Installeer zo nodig een andere DIMM-module.
OPMERKING:
personality's en opties op de configuratiepagina. Hier moet de nieuwe producttaal worden vermeld.
Geheugen toewijzen
Functies of taken die u downloadt naar het apparaat, bevatten soms bronnen (bijvoorbeeld lettertypen, macro's
of patronen). Bronnen die intern als permanent worden aangegeven, blijven in het geheugen van het apparaat
totdat u het apparaat uitschakelt.
Volg de volgende richtlijnen als u gebruikmaakt van PDL (page description language) voor het markeren van
bronnen als permanent. Raadpleeg de PDL-naslaginformatie bij PCL of PS voor technische gegevens.
158 Hoofdstuk 9 Beheer en onderhoud
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
OPMERKING:
hebt gebruikt, kunt u de totale hoeveelheid in het apparaat geïnstalleerd geheugen
handmatig selecteren in het gebied Installeerbare opties.
De optie Nu bijwerken overschrijft alle bestaande configuratie-instellingen voor het
apparaat.
1.
2.
3.
4.
5.
Als u een producttaal (personality) hebt geïnstalleerd, controleert u het gedeelte Geïnstall.
Klik op Start.
Klik op Apparaten en printers.
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de apparaatdriver en selecteer
vervolgens Printereigenschappen.
Klik op het tabblad Apparaatinstellingen.
Vouw het gebied voor Installeerbare opties uit.
Selecteer naast Automatische configuratie de optie Nu bijwerken.
Klik op OK.
Indien het geheugen niet goed is bijgewerkt nadat u de optie Nu bijwerken
Klik in het menu Apple op het menu Systeemvoorkeuren en klik vervolgens op het
pictogram Afdrukken en faxen.
Selecteer het apparaat aan de linkerzijde van het scherm.
Klik op de knop Opties en benodigdheden.
Klik op het tabblad Driver.
Configureer de geïnstalleerde opties.
NLWW