Hoofdstuk 12
3.
Controleer of de driekleurenprintcartridge aan de linkerkant van de houder is
geïnstalleerd en de fotoprintcartridge aan de rechterkant van de houder is
geïnstalleerd.
4.
Controleer of de printer vastgelopen papier bevat en verwijder dit.
Zie
Papierstoring
5.
Trek de printerkap naar beneden.
6.
Sluit het netsnoer weer op de achterzijde van de printer aan en zet de printer aan.
–
Als het lampje Doorgaan niet knippert,gaat u door met het afdrukken van het
document.
–
Als het lampje Doorgaan knippert, drukt u op de knop Doorgaan.
Als het lampje blijft knipperen, voert u de stappen opnieuw uit.
Problemen met printcartridges
●
Onjuiste printcartridge
●
Printcartridge is defect of niet correct geïnstalleerd
●
Bericht "Afdrukken in de modus inkt-backup"
●
Bericht "Printcartridge in onjuiste houder"
Onjuiste printcartridge
U controleert als volgt of u de juiste printcartridges gebruikt:
1.
Open de printerkap.
2.
Lees het selectienummer op het label van de printcartridge.
1 Label met selectienummer
2 Garantiedatum
3.
Raadpleeg de lijst met printcartridges die in de printer kunnen worden gebruikt.
Open de
benodigdheden.
4.
Controleer de garantiedatum op de printcartridge.
5.
Als de printcartridge een onjuist selectienummer heeft of de garantie is verlopen,
installeert u een nieuwe printcartridge. Zie
informatie.
6.
Sluit de printerkap.
Als het lampje Doorgaan niet knippert, is het probleem verholpen.
Als het lampje Doorgaan knippert, bezoekt u de technische ondersteuning van HP
op www.hp.com/support.
De printer kan alleen afdrukken als de juiste printcartridges zijn geïnstalleerd.
62
voor meer informatie.
HP Printer Utility
en selecteer vervolgens het paneel Status
Installatie-instructies
HP Deskjet D4100 series
voor meer