5
Montage aan het aandrijfzijdige deksel AD
5.12 Montage aan het aandrijfzijdige deksel AD
Deksel met
motorfundatie-
plaat AD../P
Uitsluitend AD6/P
en AD7/P:
30
Voor het monteren van aandrijfcomponenten gelieve u eerst het hoofdstuk "Montage
van overbrengingscomponenten" te raadplegen.
Afbeelding 18: deksel met motorfundatieplaat
[1] motorfundatieplaat
[2] draadeind (alleen AD6/P / AD7/P)
[3] afsteuning (alleen AD6/P / AD7/P)
[4] moer
[5] schroefdraadkolom
Montage van de motor en het verstellen van de motorfundatieplaat [1].
1. Stel de motorfundatieplaat [1] door het gelijkmatig aanhalen van de stelmoeren in op
de vereiste montagepositie. Bij rechte reductoren in geval van de laagste instelposi-
tie eventueel het hijsoog verwijderen; beschadigde laklagen moeten hersteld wor-
den.
2. Motor op de motorfundatieplaat [1] uitlijnen (aseinden moeten in één lijn staan) en
bevestigen.
3. Aandrijfcomponenten op de aandrijfzijdige as en de motoras monteren en ten op-
zichte van elkaar uitlijnen. Motorpositie eventueel nogmaals corrigeren.
4. Overbrengingscomponent (V-riem, ketting, ...) monteren en door gelijkmatige ver-
stelling van de motorfundatieplaat [1] voorspannen. De motorfundatieplaat en de
schroefdraadkolommen [5] hierbij niet onderling verspannen.
5. Schroefdraadkolommen [5] vastzetten met de niet voor de verstelling benutte moe-
ren [4].
Moeren en draadeinden voor het verstellen losdraaien, zodat de draadeinden in de af-
steuning axiaal vrij kunnen bewegen. Moeren pas na het bereiken van de uiteindelijke
instelpositie aandraaien. Motorfundatieplaat niet via de afsteuning verstellen.
Technische handleiding – Planetaire reductoren P..RF.., P..KF..
05818AXX