5
Benodigde gereedschappen/hulpmiddelen
5
Mechanische installatie
5.1
Benodigde gereedschappen/hulpmiddelen
Toleranties bij
montagewerk-
zaamheden
5.2
Voordat u begint
De aandrijving
mag alleen
gemonteerd wor-
den als
14
•
set ring-/steeksleutels;
•
momentsleutel (bij krimpschijven);
•
optrekhulpstuk;
•
eventueel uitvulmateriaal (vulringen, afstandsbussen);
•
bevestigingsmateriaal voor in-/uitgaande componenten, voor voet- en flensmontage.
Assen
Diametertolerantie
> 50 mm -> ISO m6
Centreerboring volgens DIN 332, Form D..
d, d1
> 85..130 mm -> M24
> 130..180 mm -> M30
> 180 mm
-> -
•
de gegevens op het typeplaatje van de aandrijving met de netspanning overeen-
stemmen;
•
de aandrijving onbeschadigd is (geen schade door transport of opslag);
•
het zeker is dat er aan de volgende voorwaarden is voldaan:
– bij standaardreductoren:
omgevingstemperatuur in overeenstemming met de smeermiddelentabel van
hoofdstuk "Smeermiddelen", geen olie, zuren, gassen, dampen, stralingen enz.
– bij speciale uitvoeringen:
aandrijving uitgevoerd overeenkomstig de omgevingscondities.
Flenzen
Centreerrand - tolerantie -> ISO m8
De IEC-norm-flenzen van de draaistroommotoren en
explosiebeveiligde draaistroommotoren zijn met vette
cijfers van de maten geïdentificeerd.
Technische handleiding – Planetaire reductoren P..RF.., P..KF..