[ZEBRA]
Delen waar het waarschijnlijk is dat een witte verzadiging
optreedt (kleurverzadiging) (zeer helder verlichte of
glanzende delen) worden weergegeven met diagonale
strepen (zebrapatroon).
≥ Naar de handmatige werking schakelen. (l 74)
: [OPNAME INST.] # [ZEBRA] # [AAN]
MENU
≥ Het is mogelijk om in de handmatige functie op het
snelmenu in te stellen. (l 33)
≥ U kunt een opname maken met minder witverzadiging als u de sluitertijd of helderheid
(diafragma/gain) handmatig aanpast. (l 77)
≥ Het zebrapatroon verschijnt niet op de gemaakte opnamen.
[LICHTINTENSITEIT]
Geeft het luminantieniveau van het midden van het scherm weer (luminantie-
weergaveframe) in procenten.
Hierdoor wordt het gemakkelijker de helderheid van het onderwerp in te stellen, door het
luminantieniveau van het onderwerp te controleren, wanneer hetzelfde onderwerp wordt
opgenomen in verschillende omgevingen.
Stel de helderheid in met [IRIS]. (l 77)
≥ Naar de handmatige werking schakelen. (l 74)
: [OPNAME INST.] # [LICHTINTENSITEIT] # gewenste instelling
MENU
≥ Het is mogelijk om in de handmatige functie op het snelmenu in te stellen. (l 33)
[BIJ INST]:
Alleen weergave wanneer [IRIS] is ingesteld.
(l 77)
[ALTIJD]:
Constante weergave.
[UIT]:
Wist de instelling.
A Luminantie-weergaveframe
B Luminantieniveau
≥ Het luminantieniveau wordt weergegeven tussen 0% en 99%. Het wordt weergegeven als
99% wanneer het hoger is als 99%.
[HISTOGRAM]
Een grafiek wordt weergegeven waarin de helderheid op de horizontale as en het aantal
pixels met die helderheid op de verticale as worden aangegeven. Het is mogelijk de
belichting van het gehele beeld te bepalen door te kijken naar de verdeling in de grafiek.
Stel de helderheid in met [IRIS]. (l 77)
≥ Naar de handmatige werking schakelen. (l 74)
- 69 -
A Zebrapatroon
50%