druk daarna op
in het midden.
Een vooraf ingesteld beeldprofiel gebruiken
De standaardinstellingen [PP1] tot en met [PP7] voor bewegende beelden zijn van tevoren in
de camera ingesteld op basis van diverse opnameomstandigheden.
MENU →
(Camera- instellingen) → [Beeldprofiel] → gewenste instelling.
PP1:
Voorbeeldinstelling van [Movie]-gamma
PP2:
Voorbeeldinstelling van [Still]-gamma
PP3:
Voorbeeldinstelling van natuurlijke kleurtint met het ITU709-gamma
PP4:
Voorbeeldinstelling van een kleurtint natuurgetrouw aan de [ITU709]-norm
PP5:
Voorbeeldinstelling van [Cine1]-gamma
PP6:
Voorbeeldinstelling van [Cine2]-gamma
PP7:
Voorbeeldinstelling van [S-Log2]-gamma
Onderdelen van het beeldprofiel
Zwartniveau
Stelt het zwartniveau in. (–15 tot +15)
Gamma
Selecteert een gammakromme.
Movie: Standaard gammakromme voor bewegende beelden
Still: Standaard gammakromme voor stilstaande beelden
Cine1: Verzacht het contrast van donkere delen en benadrukt de gradatie van heldere delen
om een ontspannen kleurenfilm te maken. (gelijkwaardig aan HG4609G33)
Cine2: Soortgelijk aan [Cine1], maar geoptimaliseerd voor bewerken met maximaal 100%
videosignaal. (gelijkwaardig aan HG4600G30)
Cine3: Intensiveert het contrast in licht en schaduw meer dan [Cine1] en [Cine2], en
versterkt de gradatie van zwart.
Cine4: Versterkt het contrast in donkere delen meer dan [Cine3]. Het contrast in donkere
delen is lager en het contrast in lichte delen is hoger dan bij [Movie].
ITU709: Gammakromme die overeenkomt met ITU-709.