•
Zorg ervoor dat het draagvlak het gewicht van het apparaat kan dragen.
•
Plaats de eenheid zorgvuldig volgens de
instructies in Figuur 5, die de
minimumafstanden aangeven die de
operator of technicus nodig heeft om
elke werk- en/of onderhoudsvolgorde
correct uit te voeren.
Dankzij de stabiliteit van het apparaat onder
werkomstandigheden kan het worden
gebruikt zonder risico op kantelen.
Daardoor hoeft het apparaat niet aan een
werktafel te worden bevestigd.
5.3
Elektrische aansluiting
•
Controleer of de technische specificaties van het apparaat (zie naamplaatje)
overeenstemmen met de gegevens van de lokale stroomvoorziening.
NL
•
Sluit het apparaat aan op een enkele, voldoende beschermde aansluiting met
een beveiligd contact. Sluit het apparaat niet aan op een meervoudige
aansluiting.
•
Leg de verbindingskabel zo dat niemand erop kan lopen of erover kan
struikelen.
•
Het apparaat is uitgerust met een aansluitkabel met netstekker.
•
Aan de voorkant van het apparaat moet een aan/uit-schakelaar worden
geïnstalleerd. Deze overstroombeveiliging moet worden geïnstalleerd in
overeenstemming met de technische vereisten. Met de aan/uit-schakelaar kan
de elektrische apparatuur van het apparaat worden losgekoppeld (geïsoleerd)
van de stroombron en hij wordt niet gebruikt om de werking van het apparaat
normaal te onderbreken.
18 / 28
Installatieinstructie
Afb. 5
101880