NL
Hoogte aan de
telescopische buis
aanpassen
De telescopische buis (13) laat u toe hat
apparaat in te stellen volgens uw persoon-
lijke lengte.
Procedure (Fig. C.2)
1. Los de schroefhuls (12).
2. Breng de telescopische buis (13) op
de gewenste lengte.
3. Draai de schroefhuls (12) weer vast.
Positie van de motorkop
instellen
WAARSCHUWING! Gevaar voor
verwondingen! De veiligheidsafdekking
mag niet van de gebruiker weggekeerd
zijn. Laat de positie van de motorkop (16)
in de 0°-positie wanneer u het apparaat
als grastrimmer gebruikt in de maaihoek-
standen 1 - 4.
De positie van de motorkop (16) kan over
180° gedraaid worden.
Procedure (Fig. C.3)
1. Druk op de pal (14) om de vergrende-
ling te lossen.
2. Draai de motorkop (16) tot hij in de
gewenste stand vastklikt. De pal (14)
moet weer inklikken voor u het appa-
raat veilig kunt gebruiken.
Zaaghoek instellen
Met een gewijzigde zaaghoek kunt u ook
op ontoegankelijke plaatsen trimmen, bijv.
onder banken en richels.
Procedure (Fig. C.4)
1. Druk op de vergrendelknop (15) om
de kantelhoek te wijzigen.
2. Kantel de telescopische buis (13) tot
de gewenste positie bereikt is.
Deze 5 instellingen zijn mogelijk:
14
Positie
1
2
3
4
5
Werking als gazontrimmer
• Zaaghoekposition 1 - 4
• Positie van de motorkop 0°
Werking als gazontrimmer met de
trimmerwagen
• Zaaghoekposition 1 - 3
• Positie van de motorkop 0°
Werking als gazonrandtrimmer
• Zaaghoekposition 5
• Positie van de motorkop 180°
Afstandsbeugel instellen
De afstandsbeugel (bloemenbescherming)
(21) houdt planten en stengels die niet ge-
maaid moeten worden weg van de snij-in-
richting.
Procedure (Fig. C.5)
1. Klap de afstandsbeugel (21) naar be-
neden.
2. Klap de afstandsbeugel (21) naar bo-
ven (parkeerpositie), als hij niet nodig
is.
Maaidraad vieren
Het apparaat is uitgerust met een automa-
tische draadtracking uitgerust. De draad
wordt bij elk inschakelproces automatisch
uitgevierd. Om de automatische viering
van de draad correct te laten functione-
ren, moet de draadspoel (18 tot stilstand
zijn gekomen voordat u het apparaat op-
nieuw inschakelt. Als de maaidraden in
het begin langer zijn dan de maaicirkel
aangeeft, dan worden ze automatisch
door de draadsnijder (32) ingekort tot de
juiste lengte.
Hellingshoek
15°
30°
45°
60°
75°