KNX Technisch Handboek
®
ABB i-Bus
KNX
Opbouw en functie
Pos: 26 /#Neustruktur#/KNX-Produkthandbücher/Busch-Bewegungsmelder/Busch-Wächter AP/220 ProfessionalLINE/Funktionen/Dämmerungsschalter @ 19\mod_1321342961127_71511.docx @ 109926 @ @ 1
Schemerschakelaar (APWB-11)
®
De in de Busch-Wächter
geïntegreerde optionele schemerschakelaar zorgt voor licht als de
®
omgevingshelderheid te laag wordt. Op het moment dat de schemering inzet reageert de Busch-Wächter
onafhankelijk van bewegingen. Het apparaat beschikt over drie kanalen, waaraan onafhankelijk van elkaar de
applicatie "schemerschakelaar" kan worden toegewezen.
Voor de werking van deze functie zijn enkele instelmogelijkheden beschikbaar. Daardoor kan de
helderheidswaarde, vanaf welke het licht moet worden uitgeschakeld, met een hysteresis worden aangevuld.
Als de omgevingshelderheid tot onder de ingestelde waarde min de hysteresis daalt wordt het kunstlicht
®
ingeschakeld. Omgekeerd schakelt de Busch-Wächter
uit als de helderheidsdrempel plus de hysteresis wordt
overschreden. De waarde voor de hysteresis in procent wordt zowel opgeteld als afgetrokken van de betreffende
schemerdrempel. Een gewenste waarde van 300 lx met een hysteresis van 11 % resulteert daarmee in een
maximale grens van 333 lx en een minimale grens van 267 lx.
+ %
- %
Afb. 8:
Hysteresis
®
Door een bijzonder intelligent systeem in de Busch-Wächter
wordt er rekening gehouden met het
kunstlichtgehalte in de omgeving. Op deze wijze blijven de lampen niet langer ingeschakeld dan nodig is.
De schemerschakelaar stelt statusingangen beschikbaar. Deze moeten de schakeltoestanden van de lampen
bewaken die zich in het detectiebereik van de helderheidssensor bevinden. Als een dergelijke lamp wordt
®
ingeschakeld, reageert de Busch-Wächter
door de bijgeschakelde helderheidswaarde te onthouden.
Omdat bij enkele lampen de volledige helderheid niet meteen na het inschakelen wordt bereikt, moet er rekening
worden gehouden met de tijd tussen het inschakelen en het bereiken van de volledige helderheid. Hetzelfde geldt
voor het uitschakelen. Verschillende lampen hebben ook verschillende opwarm- en afkoeltijden, waarmee
eveneens rekening moet worden gehouden.
Aanbevolen wordt om de in- en uitschakeltelegrammen tijdvertraagd naar de aktor te verzenden. Zo kan worden
voorkomen dat bij het kortstondig over- of onderschrijden van de helderheidsdrempel kort na elkaar lampen
worden uit- en ingeschakeld. Dergelijke kortstondige schommelingen van de lichtverhoudingen kunnen
bijvoorbeeld door voertuigen of wolken worden veroorzaakt.
Pos: 27 /#Neustruktur#/Online-Dokumentation (+KNX)/Steuermodule - Online-Dokumentation (--> Für alle Dokumente <--)/++++++++++++ Seitenumbruch ++++++++++++ @ 9\mod_1268898668093_0.docx @ 78809 @ @ 1
KNX Technisch Handboek | 2273-1-8035
— 14 —