Zet om onkruid te verdelgen het
kegelmondstuk 5 tot 10 seconden
op de te verdelgen plant.
Hogere planten kunt u doen
verschrompelen door de plant
bovenaan kort te verwarmen.
Zet vervolgens het kegelmondstuk
5 à 10 seconden op de verschrom-
pelde plant.
Gebruik als
onkruidverdelger
Om het apparaat als onkruidverdel-
ger te gebruiken, zet u de verlengs-
teel op het apparaat.
De verlengsteel monteren
1. Draai de handgreep (6) van de
heteluchtblazer in stand
zie hoofdstuk "Handgreep
draaien"
2. Steek de verlengsteel (9) in de
schroefaansluiting (12) van de
handgreep van de verlengsteel
(13) en schroef de wartelmoer
(10) vast.
3. Steek nu de verlengsteel (9) in
de schroefaansluiting (7) op de
behuizing (2) van de hetelucht-
blazer en schroef de wartelmoer
(10) vast.
4. Leg het netsnoer (8) langs de ver-
lengsteel (9) en zet het vast met
de beide kabelklemmen (11).
5. Steek het netsnoer (8) door de
trekontlasting (14) op hand-
greep van de verlengsteel (13).
Vorm daartoe ter hoogte van de
trekontlasting een lus, voer deze
door het oog in de kabelhouder
(14) en laat de lus aan de ach-
terkant hangen.
1
).
Werkinstructies
Onkruidverdelger
•
Het kegelmondstuk (
voor het verwijderen van onkruid.
•
Het beste moment om te beginnen met
onkruidverdelging is de lente.
•
Onkruidverdelging werkt het beste
wanneer de planten nog jong zijn.
•
De impact van de onkruidverdelging
is niet onmiddellijk zichtbaarr
(zie afbeelding
•
Niet alle planten reageren onmiddellijk
op de warmtestraling, ook niet bij de
aanbevolen gebruiksduur.
- Jonge planten met zachte bladeren
reageren gevoelig op de behande-
ling en zijn nadien niet meer levens-
vatbaar.
- Grassoorten met harde bladeren
zijn erg robuust. Deze moeten vaker
worden behandeld.
- Oudere planten en planten met har-
de bladeren, zoals distels, moeten
regelmatig - elke 1 à 2 weken - wor-
den behandeld om ze te kunnen
uitdrogen.
•
Het zichtbare deel van de plant kan
ook worden afgebrand door het appa-
raat langer te laten inwerken.
•
Het verbranden van de plant is niet
altijd nodig. Bij het opwarmen van de
plant drogen de bladeren uit en sterft
het onkruid af.
•
Bij het behandelen van dichtbegroeide
oppervlakken moeten deze in het be-
gin meermaals kort na elkaar worden
behandeld om een blijvend effect te
bereiken. Daarna kunnen langere inter-
vallen worden aangehouden.
•
Bij veel onkruidsoorten is een herhaal-
de behandeling niet nodig.
NL
BE
16) is ideaal
).
11