Voor uw veiligheid
structies en alle onderhoudsinstructies moeten door de monteur worden doorgegeven aan de
exploitant (zie hoofdstuk Onderhoudsinstructies).
☑ Het bedieningselement moet normaal gesproken worden geïnstalleerd op een hoogte tussen 900
en 1100 mm boven het oppervlak van de afgewerkte vloer met gesloten deur. Als bekend is dat
de meerderheid van de gebruikers van het gebouw kleine kinderen zijn, moet een kleinere hoogte
van het bedieningselement worden overwogen.
☑ Bij het installeren van nooduitgangssloten met krukbediening, vooral op deuren met getrapte op-
pervlakken, moeten mogelijke veiligheidsrisico's, zoals beknelling van vingers of verstrikking van
kleding, zoveel mogelijk worden voorkomen.
☑ Het deurblad mag niet worden doorboord als het slot is ingebouwd.
☑ De deur mag niet aan de deurknop of deurkruk worden gedragen.
☑ De krukstift mag niet met geweld door de tuimelaar worden geslagen.
☑ De afstand tussen voorplaats en sluitplaat/deurpost moet 3,5 mm ±1,5 mm zijn.
☑ De bevestigingsbouten op het deurbeslag moeten stevig worden aangedraaid. Oefen geen druk
uit op het slot om te voorkomen dat de vergrendeling of het ontgrendelmechanisme vast komt te
zitten.
☑ De grendel moet vrij en zonder wrijving in de sluitplaat/deurpost kunnen sluiten, zelfs wanneer de
deur belast wordt.
☑ Bij gebruik van deurafdichtingen (bijv. profielafdichtingen) moet ervoor worden gezorgd dat deze
de beoogde functie van de nooduitgangvergrendeling niet hinderen.
☑ De blokkeerelementen en slothouders moeten zo worden gemonteerd dat ze goed in elkaar grij-
pen. Let op dat de uitstekende blokkeerelementen in de ingetrokken stand de vrije beweging van
de deur niet belemmeren.
☑ Bij vergrendelsloten moet ervoor worden gezorgd dat de beweging van de hoofdschoot niet
wordt geblokkeerd, omdat een perfecte blokkering alleen gegarandeerd is als de schoot volledig
is uitgeschoven.
☑ Er mogen geen andere voorzieningen dan de in deze Europese norm gespecificeerde sloten wor-
den geïnstalleerd om de deur in de gesloten stand te houden. Dit sluit de installatie van deurdran-
gers niet uit.
☑ Als er een deurdranger wordt geïnstalleerd om de deur terug in de gesloten stand te bewegen,
moet ervoor worden gezorgd dat hierdoor de bediening van de deur door kinderen of oudere en
mindervalide personen niet wordt belemmerd.
☑ Eventuele slothouders of beslag moeten zo worden geïnstalleerd dat ze voldoen aan deze Euro-
pese norm.
☑ Aan de binnenzijde van de deur, direct boven het bedieningselement of op het bedieningselement
zelf, als dit een voldoende groot vlak oppervlak heeft voor het vereiste opschrift, moet een bordje
worden aangebracht met het opschrift "Druk op de deurkruk om te openen" of een pictogram.
12
Breedschild EB