9. Ingebruikname en instel-
lingen
a) Apparaat in- en uitschakelen
• Om de lasermeter in te schakelen, drukt u op de rode
knop
schuwingssymbool. Let op dat de laser onmiddellijk wordt
ingeschakeld en dat bij langer ingedrukt houden van deze
knop, onmiddellijk een meting wordt uitgevoerd.
• Om het apparaat uit te schakelen, drukt u op de knop CLR
-
(10) en houdt u deze ingedrukt tot de schermverlich-
ting is uitgeschakeld. Het uitschakelen wordt akoestisch
bevestigd. Kort drukken schakelt enkel de laser uit en wist
de laatste meetwaarde. Anders schakelt het apparaat bij
niet-gebruik na 3 minuten zelfstandig uit.
b) Meting activeren
• Om een afstand (individuele meting) te meten, richt u het
laserpunt in de gewenste positie. Tussen deze positie en
het apparaat wordt de directe of kleinste afstand geme-
ten.
• Houd het apparaat stil en druk op de knop MEAS -
• Het meten begint met een pieptoon. Er volgt een nieuwe
pieptoon op een mechanisch klikken en de meting is zo
afgesloten.
• De meest actuele meetwaarde wordt altijd in de onderste
cel (schermbereik 12) weergegeven.
(1) met het opschrift "MEAS" en het laserwaar-
(1).
111