L
Meetapparatuur hoort niet thuis in kinderhanden!
1
In commerciële instellingen dient u zich te houden aan de ARBO-voorschrif-
ten.
1
In scholen, opleidingsinstituten, hobby- en doe-het-zelf-werkplaatsen dient het
omgaan met meetapparatuur te gebeuren onder toezicht van geschoold per-
soneel.
Overtuig u voor elke spanningsmeting ervan dat zich de meter niet in het
stroommeetbereik bevindt.
De spanning tussen een willekeurige bus van de meter en aarde mag niet
hoger zijn dan 600 V DC / AC in de overspanningscategorie IV resp. 1000 V
DC / AC in de overspanningscategorie III.
• Voor elke wisseling van het meetbereik dient u de meetpunten van het te
meten object te verwijderen.
Wees bijzonder voorzichtig bij het omgaan met spanningen > 25 V wissel-
(AC) resp. > 35 V gelijkspanning (DC)! Reeds bij deze spanningen kunt u bij
aanraking van elektrische geleiders een levensgevaarlijke schok krijgen.
Controleer voor iedere meting uw meter resp. de meetsnoeren op bescha-
diging(en). Voer beslist geen metingen uit wanneer de beschermende isolatie
beschadigd (gescheurd, verwijdert enz.) is.
Om een elektrische schok te vermijden, dient u er op te letten dat u de te
meten aansluitingen /meetpunten tijdens de meting niet, ook niet indirect,
aanraakt.
Gebruik de multimeter niet kort voor, tijdens of vlak na een onweer (bliksem-
inslag/ energierijke overspanningen). Let er op, dat uw handen, schoenen,
kleding, de bodem, de meter resp. de meetsnoeren, schakelingen en scha-
kelplekken enz. absoluut droog zijn.
Werk met de meter niet in ruimtes of bij ongunstige omgevingscondities,
waarin/ -bij brandbare gassen, dampen of stoffen aanwezig (zouden) kunnen
zijn. Vermijd voor uw eigen veiligheid beslist het vochtig of nat worden van de
meter resp. van de meetsnoeren. Vermijdt het gebruik in de directe nabijheid
van:
-
sterke magnetische velden (luidsprekers, magneten)
-
zendantennes of HF- generatoren
Daardoor kan de meetwaarde vervalst worden.
6