i)
Stroommeting in het µA- en mA-bereik
In het A-meetbereik is een stroommeting tot 400 A en in het mA-meetbereik tot
400 mA mogelijk. Beide stroommeetbereiken zijn beveiligd en zodoende beschermd
tegen overbelasting.
In het wisselstroombereik wordt de meetwaarde als werkelijke effectieve waarde
(True RMS) gemeten.
Voor het meten van gelijkstromen handelt u als volgt:
-
-
-
Voor het meten van wisselstromen handelt u als volgt:
-
Verbind het zwarte meetsnoer met de COM-bus (7) en het rode meetsnoer met
de mA-bus (8).
-
Als u stromen tot max. 4 mA wilt meten, zet u de draaischakelaar (5) op positie
" A" resp. tot max. 400 mA op positie "mA".
-
Druk op de toets "SELECT" om over te schakelen naar het AC-bereik; opnieuw
drukken schakelt terug naar het DC-bereik.
-
Verbind nu beide meetpunten in serie met het meetobject (generator, schakeling
enz.); de gemeten waarde wordt nu op het display (1) weergegeven.
Meet in geen geval in het mA-bereik stromen boven 400 mA.
Verbindt het zwarte meetsnoer met de COM-bus (7) en het
rode meetsnoer met de mA-bus (8).
Als u stromen tot max. 4 mA wilt meten, zet u de draai-
schakelaar (5) op positie " A" resp. tot max. 400 mA op
positie "mA".
Verbind nu beide meetpunten in serie met het meetobject
(batterij, schakeling enz.); de respectieve polariteit van de
meetwaarde wordt samen met de actuele meetwaarde op het
display (1) weergegeven.
14