Auto-Power-OFF-functie
Voor het langer meegaan van de batterijen is de meter voorzien van een automati-
sche afschakeling. De meter wordt uitgeschakeld nadat 30 minuten geen toets inge-
drukt of de draaischakelaar niet gedraaid werd. Door eenvoudig een willekeurige
toets te drukken (behalve "POWER" en "Low imp.200k") kan de meter opnieuw inge-
schakeld worden.
De Auto-Power-OFF-functie kan deactiveert worden. Houd hiertoe tijdens het in-
schakelen de "Rel∆"-toets ingedrukt. Na het uitschakelen is deze functie weer actief.
HOLD-functie
De HOLD-functie houdt de momenteel weergegeven meetwaarde vast ("bevriezen"),
zodat deze in alle rust afgelezen of genoteerd kan worden. Onstabiele of schom-
melende meetwaarden kunnen niet vastgehouden worden.
Zorg dat bij het testen van spanningsvoerende draden deze functie
aan het begin van de test gedeactiveerd is. Anders wordt het meet-
resultaat vervalst!
Voor het inschakelen van de HOLD-functie drukt u op de toets "HOLD"; een signaal
bevestigd de actie en bovendien wordt "HOLD" op het display aangeduid.
Voor het deactiveren van deze functie drukt u opnieuw op de"HOLD"-toets of u
gebruikt de draaischakelaar.
REL ∆ ∆ -functie
Met de REL-functie is een referentiewaardemeting mogelijk om eventuele leiding-
verliezen zoals b.v. bij weerstandsmetingen te voorkomen. Hiertoe wordt de mo-
mentele weergave op nul gezet. Een nieuwe referentiewaarde wordt ingesteld.
Door het drukken op de "REL∆"-toets wordt deze functie geactiveerd. Op het display
verschijnt "∆". De automatische meetbereikskeuze wordt daarbij gedeactiveerd.
Voor het uitschakelen van deze functie drukt u langer dan 1 seconde op de "REL∆"-
toets.
Low Impedantie 200 kΩ Ω
Let op!
Deze functie mag slechts bij spanningen tot max. 250 V en alleen voor
3 seconden toegepast worden!
Met deze meetfunctie is het mogelijk de meetimpedantie te verlagen van 10 MΩ naar
200 kΩ. Door het verlagen van de meetimpedantie worden de eventuele fantoom-
spanningen onderdrukt die het meetresultaat kunnen vervalsen.
Druk op deze toets tijdens de spanningsmeting (max. 250 V!) max. 3 seconden lang.
Na het loslaten van de toets heeft de meter weer de normale meetimpedantie van
10 MΩ.
17