Master/slave: Selecteer voor welke warmtepomp de
koppelingsinstelling wordt verricht (als de warmte-
pomp alleen is in het systeem, wordt alleen master
weergegeven).
Compressor: Selecteer of uw compressor (EP14 of
EP15) geblokkeerd (fabrieksinstelling) is, extern wordt
aangestuurd via software-invoer of standaard is (bij-
voorbeeld gekoppeld aan zwembadverwarming,
warmtapwaterproductie en verwarming van het ge-
bouw).
Compressor: Selecteer of de compressor in de warm-
tepomp geblokkeerd (fabrieksinstelling) of standaard
is (bijvoorbeeld aangesloten op zwembadverwarming,
warmtapwaterproductie en verwarming van het ge-
bouw).
Markeerframe: Beweeg rond het markeerframe met
behulp van de regelknop. Gebruik de OK-knop om te
selecteren wat u wilt wijzigen en om de instelling te
bevestigen in het optievak dat rechts wordt weergege-
ven.
Werkruimte voor koppeling: Hier wordt de systeem-
koppeling getekend.
Symbool
Beschrijving
Compressor (geblokkeerd)
Compressor (extern aangestuurd)
Compressor (standaard)
Wisselkleppen voor respectievelijk warm-
tapwater, koeling en zwembadregeling.
De aanduidingen boven de wisselklep
geven aan waar deze elektrisch is aange-
sloten (EB100 = Master, EB101 = Slave 1,
CL11 = Zwembad 1 enz.).
Productie warmtapwater
Zwembad 1
Zwembad 2
Verwarming (verwarming van het ge-
bouw, inclusief eventueel extra afgiftesys-
teem)
Menu 5.2.4 - accessoires
Hier laat u de warmtepomp weten welke accessoire
hier geïnstalleerd zijn.
Als de boiler is aangesloten op de F1345, moet hier de
warmtapwaterproductie worden geactiveerd.
Er zijn twee manieren waarop aangesloten accessoires
geactiveerd kunnen worden. U kunt het alternatief
markeren in de lijst of gebruik maken van de automa-
tische functie "geïnstalleerde acc. zoeken".
36
Hoofdstuk 3 |
Regeling - Menu's
geïnstalleerde acc. zoeken
Markeer "geïnstalleerde acc. zoeken" en druk op de
OK-toets om automatische aangesloten accessoires
voor de F1345 te vinden.
LET OP!
Bepaalde accessoires kunt u niet vinden met
de zoekfunctie. Deze moeten in plaats daarvan
worden geselecteerd in menu 5.4.
Voorzichtig!
Vink alleen de optie externe (open) bronpomp
aan als het accessoire AXC 50 moet worden
gebruikt om de circulatiepomp te regelen.
Menu 5.3 - instellingen accessoire
De bedrijfsinstellingen voor accessoires die geïnstal-
leerd en geactiveerd zijn, worden verricht in de daar-
voor bedoelde submenu's.
Menu 5.3.1 - FLM
voortdurend pompbedr.
Instelbereik: aan/uit
Fabrieksinstelling: uit
tijd tussen ontdooibeurten
Instelbereik: 1 – 30 u
Standaardwaarde: 10 u
maanden t. filteralarms
Instelbereik: 1 – 12
Standaardwaarde: 3
koelen activeren
Instelbereik: aan/uit
Fabrieksinstelling: uit
voortdurend pompbedr.: Selecteren voor continu
bedrijf van de circulatiepomp in de afvoerluchtmodule.
tijd tussen ontdooibeurten: Stel de minimale tijd in
die moet verstrijken tussen ontdooiprocedures van de
warmtewisselaar in de afvoerluchtmodule.
Als de afvoerventilatieluchtmodule in bedrijf is, wordt
de warmtewisselaar gekoeld, zodat er ijs op wordt
gevormd. Als er te veel ijs wordt gevormd, neemt de
warmteoverdrachtscapaciteit van de warmtewisselaar
af en moet er worden ontdooid. Bij ontdooien warmt
de warmtewisselaar op, zodat het ijs smelt en wegloopt
via de condens afvoerslang.
maanden t. filteralarms: Stel in hoeveel maanden er
moeten verstrijken voordat de warmtepomp aangeeft
dat het tijd is om het filter in de afvoerluchtmodule te
reinigen.
Maak het luchtfilter van de afvoerluchtmodule regel-
matig schoon. Het interval hangt af van de hoeveelheid
stof in de ventilatielucht.
NIBE™ F1345