Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Menu 5.1 - Bedrijfsinstellingen; Menu 5.1.1 - Warmwaterinstellingen - Nibe F1345 Bedieningshandleiding

Aard-warmtepomp
Verberg thumbnails Zie ook voor F1345:
Inhoudsopgave

Advertenties

systeeminstellingen
Systeeminstellingen voor de
warmtepomp, activeren van accessoires enz.
instellingen accessoire
schillende accessoires.
in-/uitgangen software
de in- en uitgangen op klemmenstroken (X5) of (X6).
service fabriekinstelling
gen (inclusief instellingen die beschikbaar zijn voor de
gebruiker) naar standaardwaarden.
geforceerde regeling
Gedwongen regeling van de
verschillende componenten in de warmtepomp.
startgids
Handmatige start van de startgids die de
eerste keer wordt gebruikt wanneer de warmtepomp
wordt gestart.
snelstart
Snelstarten van de compressor.
Voorzichtig!
Onjuiste instellingen in de servicemenu's kun-
nen schade aan de warmtepomp veroorzaken.

Menu 5.1 - bedrijfsinstellingen

Bedrijfsinstellingen voor de warmtepomp kunnen in
de submenu's worden doorgevoerd.
Dit menu wordt ook ingesteld in het beperkte menu-
systeem van de slave-warmtepomp.

Menu 5.1.1 - warmwaterinstellingen

zuinig
Instelbereik starttemp. eco: 5 – 55 °C
Fabrieksinstelling starttemp. eco: 38 °C
Instelbereik stoptemp. eco: 5 – 60 °C
Fabrieksinstelling stoptemp. eco: 48 °C
normaal
Instelbereik starttemp. normaal: 5 – 60 °C
Fabrieksinstelling starttemp. normaal: 41 °C
Instelbereik stoptemp. normaal: 5 – 65 °C
Fabrieksinstelling stoptemp. normaal: 50 °C
luxe
Instelbereik starttemp. luxe: 5 – 70 °C
Fabrieksinstelling starttemp. luxe: 44 °C
Instelbereik stoptemp. luxe: 5 – 70 °C
Fabrieksinstelling stoptemp. luxe: 53 °C
stoptemp. per. verhoging
Instelbereik: 55 – 70 °C
Fabrieksinstelling: 55 °C
stapverschil compressors
Instelbereik: 0,5 - 4,0 °C
Standaardwaarde: 1 °C
NIBE™ F1345
Bedrijfsinstellingen voor ver-
Instellen van softwaregestuur-
Totale reset van alle instellin-
Hier stelt u naast de start- en stoptemperatuur van het
warmtapwater voor de verschillende comfortopties in
menu 2.2 ook de stoptemperatuur voor periodieke
verhogingen in menu 2.9.1.
Als er meerdere compressoren beschikbaar zijn, stelt
u het verschil in tussen inschakeling-uitschakeling tij-
dens productie warmtapwater en vaste temperatuur-
instelling.
Menu 5.1.2 - max. aanvoertemp.
afgiftesysteem
Instelbereik: 5-70 °C
Standaardwaarde: 60 °C
Stel hier de maximale aanvoertemperatuur in voor het
afgiftesysteem. Indien de installatie meerdere klimaat-
systemen heeft, kunnen er afzonderlijke maximale
aanvoertemperaturen worden ingesteld voor ieder
systeem. Afgiftesystemen 2-8 kunnen niet worden in-
gesteld op een hogere max. aanvoertemperatuur dan
klimaatsysteem 1.
LET OP!
Vloerverwarmingssystemen worden normaal
gesproken
max. aanvoertemp.
sen 35 en 45 °C.
Menu 5.1.3 - max. versch. aanvoertemp.
max. versch. compressor
Instelbereik: 1 – 25 °C
Standaardwaarde: 10 °C
max. versch. bijverwarming
Instelbereik: 1 – 24 °C
Standaardwaarde: 7 °C
Hier stelt u het maximale toegestane verschil in tussen
de berekende en de huidige aanvoertemperatuur tij-
dens de compressor- of de bijverwarmingsmodus. Max.
versch. bijverwarming kan nooit hoger zijn dan max.
versch. compressor
max. versch. compressor
Als de huidige aanvoertemperatuur afwijkt van de
ingestelde waarde ten opzichte van de berekende
aanvoertemperatuur, wordt de warmtepomp gedwon-
gen om te stoppen, ongeacht het aantal graadminuten.
Als de huidige aanvoertemperatuur tot boven de be-
rekende doorstroming met instelwaarde stijgt, wordt
de waarde van graadminuten ingesteld op 0. De com-
pressor in de warmtepomp stopt als er alleen warmte-
vraag is voor cv.
max. versch. bijverwarming
Als "addition" wordt geselecteerd en geactiveerd in
menu 4.2 en de huidige aanvoertemp. de berekende
temperatuur overtreft met de ingestelde waarde,
wordt de bijverwarming gedwongen om te stoppen.
ingesteld tus-
Hoofdstuk 3 |
Regeling - Menu's
31

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave