3. Sluit het deksel (1) van het waterreservoir.
4. Schuif de filterhouder (3) naar buiten en plaats een
standaard filterzakje 1 x 4 in de filterhouder (3). Zorg
ervoor dat u de randen van het filterzakje vouwt en licht
omlaag drukt.
5. G ebruik voor elke kop koffie een afgestreken maatschepje
gemalen koffie. Pas de hoeveelheid koffie aan voor
sterkere of mildere koffie!
6. S luit de filterhouder (3) door deze terug in zijn
oorspronkelijke positie te drukken. Zorg ervoor dat de
filterhouder goed op zijn plaats is vergrendeld.
7. Plaats de kan (4) in het apparaat.
8. D ruk op de aan/uit-knop (5) om het apparaat in te
schakelen. Het ingebouwde indicatielampje geeft aan dat
het apparaat in bedrijf is.
Het koffiezetproces kan op elk willekeurig moment worden
onderbroken door op de aan/uit-knop (5) te drukken. Zodra
het apparaat weer wordt ingeschakeld, gaat het apparaat
verder met het koffiezetproces.
Opmerking: Als u een kop koffie wilt drinken voordat het
koffiezetproces is voltooid, haal de kan (4) dan uit het apparaat.
Het druppelen stopt automatisch door de automatische
druppelstop. Plaats de kan (4) binnen 30 seconden terug,
het druppelproces wordt automatisch hervat.
9. N adat het koffiezetcyclus is voltooid (er druppelt geen
water meer door het filter), kan de kan (4) worden
uitgenomen. Open het deksel niet tijdens het serveren
van koffie om ervoor te zorgen dat de koffie langer op
temperatuur blijft.
Opmerking: Open het swing-out filter (3) nooit tijdens
gebruik– er kan heet water morsen– Gevaar voor ernstige
brandwonden!
30