Elektrische installatie
Klem
Parameter
55
Tabel 4.1 Beschrijving klemmen – Digitale ingangen/uitgangen,
Analoge ingangen/uitgangen
4
4
Klem
Parameter
61
68 (+)
69 (-)
01, 02, 03
Tabel 4.2 Beschrijving klemmen – Seriële communicatie
20
Standaardin-
stelling
–
–
Standaardin-
stelling
Seriële communicatie
–
–
Parametergroep
–
8-3*
Parametergroep
–
8-3*
Relais
5-40
[9] Alarm
Danfoss A/S © 03/2016 Alle rechten voorbehouden.
®
VLT
Midi Drive FC 280
4.8.2 Bedrading naar stuurklemmen
Beschrijving
Common voor
Stuurklemwartels kunnen uit de frequentieregelaar worden
digitale en
getrokken. Dit vereenvoudigt het installeren, zoals te zien
analoge
is in Afbeelding 4.9.
ingangen.
Zie hoofdstuk 6 Safe Torque Off (STO) voor meer informatie
over STO-bedrading.
LET OP
Beschrijving
Houd stuurkabels zo kort mogelijk en gescheiden van
hoogvermogenkabels om interferentie te minimaliseren.
Geïntegreerd RC-
filter voor
1.
kabelaf-
2.
scherming.
UITSLUITEND
3.
voor het
aansluiten van
4.
de afscherming
in geval van
EMC-problemen.
RS485-interface.
Zie hoofdstuk 9.5 Kabelspecificaties voor stuurkabelgroottes
Er is een
en hoofdstuk 7 Toepassingsvoorbeelden voor typische
stuurkaartscha-
stuurkabelaansluitingen.
kelaar aanwezig
voor inscha-
4.8.3 Motorwerking mogelijk maken (klem
keling van de
afsluitweerstand.
Er is een jumperkabel vereist tussen klem 12 (of 13) en
C-form relais-
klem 27 om de frequentieregelaar te laten werken op basis
uitgang. Deze
van de in de fabriek ingestelde programmeerwaarden.
relais bevinden
zich in diverse
•
posities,
afhankelijk van
de configuratie
en het
•
vermogen van
de frequentiere-
gelaar. Te
gebruiken voor
AC- en DC-
•
spanning en
resistieve of
inductieve
belastingen.
LET OP
STARTEN NIET MOGELIJK
De frequentieregelaar kan niet werken zonder een
signaal op klem 27, tenzij klem 27 opnieuw is
geprogrammeerd.
Draai de schroeven voor de klemmen los.
Steek de stuurkabels inclusief mantel in de
sleuven.
Draai de schroeven voor de klemmen vast.
Verzeker u ervan dat de kabel stevig in het
contact is geklemd. Loszittende stuurkabels
kunnen storingen in de apparatuur of een
suboptimale werking tot gevolg hebben.
27)
Digitale ingangsklem 27 is ontworpen om een
extern vergrendelingssignaal van 24 V DC te
ontvangen.
Wanneer geen vergrendelingsapparaat wordt
gebruikt, moet u een jumper aansluiten tussen
stuurklem 12 (aanbevolen) of 13 en klem 27. De
jumper zorgt voor een intern 24 V-signaal op
klem 27.
Alleen voor GLCP: wanneer de statusregel onder
aan het LCP de tekst AUTO REMOTE COAST (AUTO
EXTERN VRIJLOOP) weergeeft, betekent dit dat de
eenheid bedrijfsklaar is, maar dat er een ingangs-
signaal op klem 27 ontbreekt.
MG07A210