vlekken indien nodig met een
pastareiniger.
3. Zorg er na het reinigen van de
pandragers voor dat deze op de juiste
plaats zijn teruggezet.
4. Om ervoor te zorgen dat de brander goed
werkt, zorgt u ervoor dat de armen van de
pandragers zijn uitgelijnd met het midden
van de brander.
9. OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
9.1 Ovenfuncties
Ovenfunctie
Uit-positie
1)
Warmte-instellingen
1 - 8
Grillen
Ovenlampje
Ovenventilator
2)
Gas multifunctioneel
1 - 8
20
NEDERLANDS
8.5 Periodiek onderhoud
Raadpleeg regelmatig uw lokale
serviceafdeling, om de staat van de
gastoevoerleiding en de drukregelaar (indien
gemonteerd) te controleren.
Toepassing
De oven staat uit.
Reeks van aanpassingen van temperatuurniveaus voor de
oven.
Voor het grillen van plat voedsel in het midden van de grill.
Om toast te maken.
De maximale temperatuur voor deze functie is
210°C.
Om de binnenkant van de oven te verlichten.
Druk om deze functie te gebruiken op de toets voor de lamp.
Om bevroren voedsel te ontdooien.
Draai om deze functie te gebruiken de ovenbedieningsknop
naar de uit-stand en druk vervolgens op de knop voor de ven‐
tilator.
Om de ventilator te gebruiken in combinatie met de gasoven‐
brander, ontsteekt u de gasoven, drukt u de knop om de ven‐
tilator te activeren.
Om meerdere verschillende gerechten tegelijkertijd te berei‐
den. Om zelf siroop te maken en champignons of fruit te dro‐
gen.
Om deze functie te gebruiken, stel je de warmte-instellingen
van de oven in waarna je op de ventilatorknop drukt.