Advertenties
Begrip
O
Object
Ongewenst/onecht alarm
Ongewenste/onechte
brandmelding
Overbrengingsinrichting
P
Parameterset
Pre-configuratie
R
Renovatiemode
Ringleiding
Routerstation
Ruststroom-aansluitfactor
S
SAFEDLINK
SAFEDLINK-station
Scheideraansluitfactor
Sectie
Secundair GAP
Standaardwerking
Standalone-station
Standby-routerstation
Station
Building Technologies
Fire Safety & Security Products
Definitie
Het bovenste niveau in de → melderstructuur. Aan het object zijn → secties en → groepen
toegewezen.
Geval van alarm dat het bedieningspersoneel zelf kan behandelen en daarom geen
→ doormeldalarm activeert. → Serieuze brand
Algemeen: ongewenste/onechte brandmelding is een alarm dat niet is veroorzaakt door een
gevaar.
→ Doormelding
Gedefinieerd gedrag van de melder, bijvoorbeeld voor gevoeligheid, betrouwbaarheid,
reactietijd. Melders kunnen met verschillende parametersets werken.
Een vóór de inbedrijfstelling van de → brandmeldinstallatie gemaakte deelconfiguratie van
de → hardwarestructuur, → melderstructuur en → stuurboom.
Bedrijfsmodus van de → groep om tijdens renovatiewerkzaamheden een minimale
meldingscapaciteit te behouden. In de renovatiemode werken de melders met een lage
gevoeligheid.
Term voor → loop
Deelnemer in het SAFEDLINK-subnet voor de verbinding tussen het SAFEDLINK-subnet
en het Ethernet-subnet (C-web/LAN) via de Ethernet-Switch (MM) FN2008-A1.
Factor voor de stroom die een element in rusttoestand van de melderlus gebruiktt.
SAFEDLINK is het fysieke netwerk van een FS720-brandmeldsysteem met de
→ netwerkmodule (SAFEDLINK) en de netwerkkabel
Deelnemer in het SAFEDLINK-subnet met lokale aansluiting voor de pc
Geeft aan of een element op de melderlus een lusscheider bevat.
Niveau in de → melderstructuur van het → brandmeldsysteem. De → sectie is toegewezen
aan het → object. Deze dient voor het samenbrengen van → groepen.
Deelnemer in het Ethernet-subnet, in redundantie bij het hoofd-GAP, voor de verbinding
tussen het Ethernet-subnet en een supervisiesysteem (BACnet-client) en/of voor remote
access met Cerberus ProWorks of Ceberus-Remote. Kan niet als DHCP-server in het
Ethernet-subnet worden gebruikt. → GAP
De → brandmeldinstallatie wordt met netspanning gevoed.
Op zichzelf staand station met lokale aansluiting voor de pc
Deelnemer in het SAFEDLINK-subnet, in redundantie bij het routerstation, voor de
verbinding tussen het SAFEDLINK-subnet en het Ethernet-subnet (C-web/LAN) via de
Ethernet-Switch (MM) FN2008-A1.
Brandmeldcentrale of brandmeldbedienpaneel
Verklarende woordenlijst
A6V10211076_d_nl_NL
16-8-2010
12
171
Advertenties
