Pagina 5
5.22.4 Het zoemervolume instellen ...............96 5.22.5 Helderheid van het display instellen ...........97 5.22.6 Tijd en datum instellen ................97 5.23 Klantgerelateerde teksten invoeren/wijzigen (Log-in niveau 3) ....98 5.24 Printerpapier bijvullen..................99 5.25 Printer uitschakelen..................102 5.26 Versie weergeven.....................102 Systeemfuncties.....................103 Notitie voor de configuratie van de lokale brandmeldinstallatie.......103 Bedrijfstoestand....................104 Bedrijfsmodi......................104 6.3.1...
Pagina 6
9.5.1 Universele sturing ................144 9.5.2 Ontruimingssturing ................145 9.5.3 Blussturing met sprinkler..............147 9.5.4 Blussturing met bluscentrale XC10...........148 Alarmverificatieconcept (AVC) .................149 9.6.1 Controle op aanwezigheid ..............150 9.6.2 Informatietijd..................150 9.6.3 Voorbeeld van een verificatieverloop..........150 9.6.4 Brandalarmering................152 Interventieconcept (IC) (Niet toegepast in NL)..........154 9.7.1 Controle op aanwezigheid ..............155 9.7.2 Bewaking van de interventie .............155...
Pagina 7
Over dit document 1 Over dit document Doel Dit document beschrijft de bediening van brandmeldcentrales en brandmeldpanelen in het brandmeldsysteem FS720. De lezer moet kennis krijgen van de structuur van een brandmeldinstallatie, van de opbouw van het bedieningspaneel en de functies in het gehele systeem. Deze kennis maakt een adequaat gedrag in geval van brand en storingen mogelijk.
Pagina 8
Over dit document Identificatie van het document Locatie Informatie Titelpagina producttype productnaam documenttype Voettekst Document-ID – ID_wijzigingsindex_taal_LAND Uitgiftedatum Laatste pagina Document-ID Uitgiftedatum Handboek (productlijn) Register (inhoud van de complete documentatie, tabblad) Weergaveconventies Tekstmarkeringen Speciale tekstmarkeringen zijn in dit document als volgt weergegeven:...
Pagina 9
Over dit document Wijzigingsgeschiedenis De wijzigingsindex van het referentiedocument geldt voor alle talen waarin het referentiedocument is vertaald. De eerste uitgave van een taalversie of een landvariant kan bijvoorbeeld de wijzigingsindex "d" in plaats van "a" hebben, als het referentiedocument deze wijzigingsindex al heeft.
Pagina 10
Veiligheid Veiligheidsinstructies 2 Veiligheid Veiligheidsinstructies Neem ter bescherming van personen en materiële goederen de veiligheidsinstructies in acht. De veiligheidsinstructies in dit document bevatten onderstaande elementen: Symbool voor gevaar Signaalwoord Soort en bron van het gevaar Gevolgen in geval van gevaar ...
Pagina 11
Veiligheid Veiligheidsinstructies Signaalwoord Het signaalwoord classificeert het gevaar zoals in onderstaande tabel is gedefinieerd: Signaalwoord Gevarenniveau GEVAAR GEVAAR geeft een gevaarlijke situatie aan die direct tot de dood of tot ernstig lichamelijk letsel leidt, indien u deze situatie niet vermijdt. WAARSCHUWING WAARSCHUWING geeft een gevaarlijke situatie aan die tot de dood of tot ernstig lichamelijk letsel kan leiden, indien u...
Pagina 12
Veiligheidsvoorschriften t.a.v. de werkwijze Veiligheidsvoorschriften t.a.v. de werkwijze Landspecifieke normen, voorschriften en wetten Producten van Siemens worden overeenkomstig de Europese en internationale veiligheidsnormen ontwikkeld en geproduceerd. Wanneer op de gebruikslocatie aanvullende landspecifieke of plaatselijke veiligheidsnormen of wetgeving voor de projectering, de montage, de installatie, het gebruik en de afvalbehandeling van het product gelden, moet u deze naast de veiligheidsvoorschriften in de productdocumentatie in acht nemen.
Pagina 13
Wijzigingen aan het systeemontwerp en aan de producten Wijzigingen aan de installatie en aan de afzonderlijke producten kunnen tot storingen, een onjuiste werking en veiligheidsrisico's leiden. Voor wijzigingen of uitbreidingen moet u schriftelijk toestemming van Siemens en de desbetreffende veiligheidsautoriteiten vragen. Componenten en reserveonderdelen Componenten en reserveonderdelen moeten voldoen aan de door Siemens ...
Pagina 14
Aangehouden normen en richtlijnen Het niet in acht nemen van de veiligheidsvoorschriften De producten van Siemens zijn bedoeld voor deskundig gebruik en zijn vóór de levering gecontroleerd op hun correcte werking. Siemens kan op generlei wijze aansprakelijk worden gesteld voor lichamelijk letsel of materiële schade die het gevolg is van verkeerd gebruik of het niet in acht nemen van de in de documentatie vermelde instructies of waarschuwingsinstructies.
Pagina 15
Veiligheid Release Notes Release Notes Het is mogelijk dat er beperkingen zijn voor de configuratie of het gebruik van apparaten in een brandmeldinstallatie met een bepaalde firmwareversie. WAARSCHUWING Beperkte of ontbrekende branddetectie Lichamelijk letsel en materiële schade bij brand Lees de 'Release Notes' voordat u een brandmeldinstallatie projecteert en/of ...
Pagina 16
Bedieningspaneel Release Notes 3 Bedieningspaneel De onderstaande afbeelding geeft het bedieningspaneel van een station (brandmeldcentrale of brandmeldingspaneel). Bedieningspaneel station 1 ALARM-LED's 8 LED systeemstoring (geel) 2 Display 9 LED werking (groen) 3 Navigatietoetsen A 'Volgend alarm'-toets 4 Toetsenpaneel met menutoets, OK-toets en S Softkeys 1 –...
Pagina 17
Bedieningspaneel Toetsen op het bedieningspaneel Toetsen op het bedieningspaneel De onderstaande afbeelding geeft het bedieningspaneel met de standaardtoetsen en de toets 'Volgend alarm' weer: Bedieningspaneel van het station 1 'Zoemer uit' 6 Niet gebruikt in NL 2 'Accepteren' 7 ‘Volgend alarm’-toets 3 'Terugstellen' a Configureerbare standaardtoets 1 4 'Doormeldvertraging uit'...
Pagina 18
Bedieningspaneel Toetsen op het bedieningspaneel <Doormeldvertraging uit> Schakelt de doormeldvertraging uit voor alle gebeurtenissen. In geval van alarm wordt de doormelding respectievelijk de doormeld alarmering onmiddellijk geactiveerd. <‘Dagorganisatie in’> Schakelt tussen de bedrijfsmodi ‚’Dagorganisatie in' en 'Nachtorganisatie' (wachtwoord vereist).
Pagina 19
Bedieningspaneel Toetsen op het bedieningspaneel 3.1.3 Softkeys De onderstaande afbeelding geeft een deel van het bedieningspaneel met de softkeys weer. ABCDEFGHI ABCDEFGHI ABCDEFGHI 1 Softkey 1 3 Softkey 3 2 Softkey 2 Softkeys zijn toetsen waarmee u functies kunt uitvoeren, die in de drie velden van de softkey-regel van het display worden weergegeven.
Pagina 20
Bedieningspaneel Toetsen op het bedieningspaneel Een exemplarische bezetting van de softkeys staat in onderstaande tabel. Softkey/optie Functie 'Bekijk interventietekst' Toont de maatregeltekst van de geselecteerde gebeurtenis. 'Ga terug' Toont de lijst, waaruit de geselecteerde gebeurtenis stamt. Terugspringen uit het beeld Maatregeltekst of Details. 'Voer commando uit' Opent het venster 'Selecteer commando'.
Pagina 21
Bedieningspaneel Toetsen op het bedieningspaneel De navigatietoetsen werken net als de pijltjestoetsen van een PC-toetsenbord. M.b.v. de toetsen <▲> en <▼> kan in een lijst het volgende item worden gemarkeerd. M.b.v. de toetsen <◄> en <►> is de omschakeling naar een hoger of lager ...
Pagina 22
Bedieningspaneel Toetsen op het bedieningspaneel 3.1.6 Menutoets = toets <MENU> De toets <MENU> opent het hoofdmenu. Het openen van het hoofdmenu is onafhankelijk van de actuele display-inhoud. 3.1.7 'OK'-toets = <ok>, < > = toets Met behulp van de toets <ok> kan een geselecteerd item of menupunt worden uitgevoerd of geopend.
Pagina 23
Bedieningspaneel ONTRUIMING NL ONTRUIMING NL Ontruimingsalarm Bedrijf Uitgeschakeld Totaal Storing Alarm Zoemer Zone 1 Zone 2 Zone 3 Zone 4 Zone 5 IN/UIT Zone 6 Zone 7 Zone 8 Selecteer Zone 9 Start Zone 10 Stop 2x Bedieningspaneel ontruimingsalarm Toets Totaal alarm Totaal alarm (rood)
Pagina 24
Bedieningspaneel Display 3.2.1 Functies van het ONTRUIMING-bedieningspaneel Toets Functie Totaal alarm Door indrukken van de toets worden alle ONTRUIMING-zones geselecteerd. Zoemer uit Schakelt de zoemer van het ONTRUIMING- bedieningspaneel uit. Start Activeert geselecteerde ONTRUIMING-zones. Stop Deactiveert geselecteerde ONTRUIMING-zones. IN/UIT Schakelt geselecteerde ONTRUIMING-zones in of uit.
Pagina 25
Bedieningspaneel Display – Invoervelden – Commandoterugmeldingen 3.3.1 Normaal aanzicht Het display van de brandmeldcentrale in het normale aanzicht heeft drie bereiken. 001 AAA 001 ABC YYYY ABCDEFGHI ABCDEFGHI ABCDEFGHI Display in normaal aanzicht Positie Benaming Functie Kopregel Statusaanduiding en systeemtijd ...
Pagina 26
Bedieningspaneel Display 3.3.2 Volledige melding De weergave van gebeurtenissen, elementen enz., is in het normale aanzicht 2- regelig. De volledige melding toont een 4-regelige weergave van de keuze. Aanvullende informatie, zoals bijv. overige klantgerelateerde tekst, kan aldus worden weergegeven. In de volledige melding zijn vier regels met het kader omrand. 003 AAA 003 AAA YYYY...
Pagina 27
Bedieningspaneel Display 3.3.4 Display met venster en lijst Het display met venster en lijst is voor de selectie van een lijstpunt, overeenkomstig een submenu. De onderstaande afbeelding toont het display met een exemplarische lijst: ABCDEFG LLLLLLL 30 ABCDEFG ABCDEFG ABCDEFG AAAAAAA EEEEEEE ABCDEFGHI...
Pagina 28
Bedieningspaneel LED's 3.3.6 Display met venster en commandoterugmelding Het display met venster en commandoterugmelding is na het invoeren van een commando geopend. De gebruiker krijgt daarmee een terugmelding m.b.t. het ingevoerde commando. ABCDEFG LLLLLLL 30 ABCDEFG ABCDEFG AAAAAAA AAAAAAA BBBBBBB BBBBBBB ABCDEF ABCDEF ABCDEF.
Pagina 29
Bedieningspaneel Menustructuur Menustructuur HOOFDMENU Menupunten/functies Keuze/dialoogvenster Voor meer informatie zie pagina 'Meldingoverzicht' 'Meldings overzicht' Meldingscategorie - [➙ 161] 'Functies' 'Aan / Uit' Keuze EC - [➙ 37] 'Test' Keuze EC - [➙ 68] 'Activeer / deactiveer' Keuze EC - [➙ Fehler! Textmarke nicht definiert.] 'Informatie' Keuze EC...
Pagina 30
Bedieningspaneel Ceberus-Remote Ceberus-Remote Ceberus-Remote is computersoftware waarmee het bedieningspaneel van een 'Station' op de pc kan worden weergegeven. Bijvoorbeeld kan voor onderhoudsdoeleinden toegang worden verkregen tot de brandmeldinstallatie. Afhankelijk van de bedrijfsmodus kan met Ceberus-Remote worden weergegeven of worden weergegeven en bediend. De verbinding tussen Ceberus-Remote en een 'Station' kan als volgt tot stand worden gebracht: Lokale verbinding via elk 'Station' in het brandmeldsysteem...
Pagina 31
Bedieningsfuncties Selectie en openen/uitvoeren 4 Bedieningsfuncties In de volgende paragrafen worden belangrijke functies voor het rechtstreeks bedienen van de installatie beschreven. Informatie over de systeemfuncties vindt u in het desbetreffende hoofdstuk. Zie ook Systeemfuncties [➙ 103] Selectie en openen/uitvoeren Na het openen van het hoofdmenu en iedere andere lijst, is de eerste invoer van de lijst geselecteerd.
Pagina 32
Bedieningsfuncties Scrollen Scrollen Met de navigatietoetsen kan door een weergegeven lijst op het display worden gescrolld. In onderstaande lijsten kunt u beperkt scrollen tot het einde/begin van de lijst en terug: Optielijsten Commandolijsten Elementcategorielijsten In alle andere lijsten kunt u aan het einde van de lijst verder scrollen naar het begin van de lijst en omgekeerd.
Pagina 33
Bedieningsfuncties Verkorte keuze Verkorte keuze De verkorte keuze is het, d.m.v. het indrukken van een cijfertoets, rechtstreekse uitvoeren van een keuzelijstinvoer. Bijvoorbeeld kunt u in een commandolijst een commando direct na het invoeren van het desbetreffende cijfer uitvoeren. De cijfers voor de verkorte keuze worden in de regel van de lijstinvoer, rechtslijnend tussen haakjes weergegeven.
Pagina 34
Bedieningsfuncties Ceberus-Remote bedrijfsmodi Ceberus-Remote bedrijfsmodi Ceberus-Remote heeft de volgende bedrijfsmodi: Weergeven Weergeven en bedienen Voor beide bedrijfsmodi moet op het 'Station' een vrijgave zijn geconfigureerd. Bovendien moet een licentiesleutel (minstens L1) zijn geïnstalleerd. Weergeven In deze bedrijfsmodus geeft Ceberus-Remote hetzelfde weer als het aangesloten 'Station', maar u kunt het aangesloten 'Station' niet bedienen.
Pagina 35
Bediening ALARM procedure 5 Bediening In dit gedeelte van het document vindt u beknopte omschrijvingen en gedetailleerde bedieningsstappen voor de belangrijke functies van de brandmeldinstallatie. Bovendien kunt u aan de hand van de weergave van exemplarische bedieningsstappen bepalen welke procedure uw voorkeur heeft. ALARM procedure Wanneer uw brandmeldsysteem geen vertraagde alarmtransmissie ('AVC') heeft, vervalt bij stap 2 (zie onder) de variant –'Brandweer over' 'mm:ss'.
Pagina 36
Bediening ALARM procedure Procedure in geval van alarm Handeli Actie/voorwaarde Gevolg / Situatie <Accepteren> indrukken op het ⇨ Met 'AVC' start countdown t2 voor het opsporen bedieningspaneel van de oorzaak van 'ALARM' Bovenste regel lezen op display – 'Brandweer gewaarschuwd' ⇨...
Pagina 37
Bediening Storing procedure Storing procedure Handeling Actie <Zoemer uit> indrukken op het bedieningspaneel Melding/locatie van storing lezen op display <Accepteren> indrukken op het bedieningspaneel De locatie van de storing opsporen De oorzaak van de storing verhelpen Een lijst van mogelijke 'Storingen' en het verhelpen daarvan staat in het hoofdstuk 'Storingen / verhelpen'.
Pagina 38
Bediening Uitschakelen/inschakelen Uitschakelen/inschakelen Om vals alarm of storingsmeldingen te voorkomen kunt u voor bepaalde situaties, bijvoorbeeld voor onderhoudswerkzaamheden, delen van een 'Projekt' uitschakelen. Wanneer een deel van de installatie is uitgeschakeld, brandt de LED 'SYSTEEMDEEL UIT'. Voor welke situatie delen van een 'Projekt' moeten worden uitgeschakeld, is afhankelijk van de gebruikte melders alsmede van de mogelijke storingsbronnen, bijvoorbeeld rook, stof, warmte of stoom.
Pagina 39
Bediening Uitschakelen/inschakelen De snelste manier om uit of in te schakelen is het invoeren van een bekend adres in het venster 'Voer adres in'. In de configuratie kan een standaardtoets de functie krijgen om direct het menu met het invoerdialoog 'Voer adres in' voor de keuze van een meldergroep te openen.
Pagina 40
Bediening Uitschakelen/inschakelen Voer groepsnummer in Groep --------- Bevestig met <ok>/Afsluiten met <C> Verwijder met <Cursor omhoog> Verder met <ok> zonder een adres ingevoerd te hebben. 021 Groepen Stroomvoorzieningsruimte Groepsnr Computerruimte, holle vloer Groepsnr Computerruimte Groepsnr Kantoor 21 Groepsnr Uitvoeren Bekijk Commando's Topologie...
Pagina 41
Bediening Uitschakelen/inschakelen 5.3.2 Melder uitschakelen/inschakelen WAARSCHUWING Uitgeschakelde onderdelen van de installatie voorkomen de registratie en verwerking van alarmmeldingen en storingen! De brand kan zich ongemerkt uitbreiden. Bewaak het uitgeschakelde gedeelte met personeel. U moet uitgeschakelde delen van de 'Projekt' zo spoedig mogelijk weer ...
Pagina 42
Afsluiten <C> Melder structuur Hardware structuur Sturing structuur Test Keuze 'Melder structuur', verder met <ok> 001 Element Melder structuur Siemens Nederland N.V. Bouwdeel Lager Uitvoeren niveau Commando's Keuze 'Bouwdeel 1', verder met <Softkey 2> 'Lager niveau' Element Bouwdeel Siemens Nederland N.V.
Pagina 43
Bediening Uitschakelen/inschakelen 002 Element Groep 1 Receptie Hoofdingang Melder Receptie Melder Hoger Meer niveau Opties Keuze 'Melder 2', verder met <Softkey 3> 'Meer Opties' Selecteer optie Uitvoeren commando's Ga naar link Keuze optie 'Uitvoeren commando's', verder met <ok> Selecteer commando Keuze commando 'UIT' ...
Pagina 44
Bediening Uitschakelen/inschakelen 5.3.3 Tijdelijk uitschakelen WAARSCHUWING Uitgeschakelde onderdelen van de installatie voorkomen de registratie en verwerking van alarmmeldingen en storingen! De brand kan zich ongemerkt uitbreiden. Bewaak het uitgeschakelde gedeelte met personeel. U moet uitgeschakelde delen van de 'Projekt' zo spoedig mogelijk weer ...
Pagina 45
Bediening Uitschakelen/inschakelen Voer tijdsduur in 05:00 (uu:mm) Bevestig met <ok>/Afsluiten met <C> Verwijder met <Cursor omhoog> Tijdsduur invoeren: bijvoorbeeld 5 uur Commandoterugmelding Uitvoeren commando Alle groepen UIT/timer Commando uitgevoerd De instelbare tijdsduur kan afhankelijk van het land van toepassing beperkt zijn. De tijdsduur van de 'Systeemdeel uit' kunt u later wijzigen.
Pagina 46
Toegangsniveau 2.2 Afsluiten <C> Melder structuur Hardware structuur Sturing structuur Test Keuze 'Sturing structuur', verder met <ok> 001 Element Sturing structuur Siemens Nederland N.V. Station Lager Uitvoeren Niveau Commando's Keuze 'Station', verder met <ok> 007 Element Station Siemens Nederland N.V.
Pagina 47
Bediening Uitschakelen/inschakelen Keuze 'Doormelding Brandweer', verder met <Softkey 3> 'Uitvoeren Commando's'. Selecteer commando Doormelding ‘ BRAND’ AAN Doormelding ‘ BRAND’ UIT Bewaakte uitgang 3/4 AAN Bewaakte uitgang 3/4 UIT Keuze commando 'Doormelding ‘BRAND ‘ UIT, verder met <ok> ...
Pagina 48
Bediening Uitschakelen/inschakelen 5.3.5 Alarmbeoordeling uitschakelen WAARSCHUWING Uitgeschakelde onderdelen van de installatie voorkomen de registratie en verwerking van alarmmeldingen en storingen! De brand kan zich ongemerkt uitbreiden. Bewaak het uitgeschakelde gedeelte met personeel. U moet uitgeschakelde delen van de 'Projekt' zo spoedig mogelijk weer ...
Pagina 49
Bediening Uitschakelen/inschakelen 5.3.6 Sabotagebeoordeling uitschakelen [DE] Indien een klasse 3 sleuteldepot (brandweer-sleuteldepot, 'FSD') deel uitmaakt van de brandmeldinstallatie en u wilt de behuizing van de centrale openen, dan moet u de sabotagebeoordeling uitschakelen. LET OP Sabotage-ALARM bij politie of beveiligingsdienst Kosten door onnodige inzet van personeel.
Pagina 50
Bediening Aanmelden/toegangsniveau vrijgeven Aanmelden/toegangsniveau vrijgeven U kunt een 'Toegangsniveau' vrijgeven door in de invoerdialoog voor de PIN-code uw PIN-code in te voeren of op <ok> te drukken. Als alternatief kunt u met de sleutelschakelaar (optioneel) een 'Toegangsniveau' vrijgeven. Indien u op het bedieningspaneel een toets indrukt die alleen werkt als u over een hoger 'Toegangsniveau' beschikt, verschijnt automatisch de invoerdialoog voor het invoeren van de PIN-code.
Pagina 51
Bediening Bedrijfsmodus omschakelen 'Dagorganisatie in-' / 'Nachtorganisatie'. Bedrijfsmodus omschakelen 'Dagorganisatie in-' / 'Nachtorganisatie'. De bedrijfsmodus 'Dagorganisatie in' of 'Nachtorganisatie' heeft invloed op de verwerking van 'ALARM' en 'Storing'. Informatie t.a.v. de bedrijfsmodus staat in het desbetreffende hoofdstuk. U herkent de ingestelde bedrijfsmodus aan de LED ‘Dagorganisatie in’. Wanneer de LED ‘Dagorganisatie in’...
Pagina 52
Bediening Visibility wijzigen Visibility wijzigen Zie ook Zicht [➙ 109] 5.7.1 Standby deactiveren De 'PMI standby visibility' kan niet handmatig worden geactiveerd. Het commando 'Deactivate standby visibility' is slechts beschikbaar als het bewaakte 'Station' of het managementstation weer in normaal bedrijf is. ...
Pagina 53
Bediening Hoofdmenu/menupunt openen 5.7.2 Uitgebreide visibility activeren/deactiveren Om gemakkelijk bereikbaar te zijn kan de functie 'Activate expanded visibility' worden toegewezen aan een favoriet. Het activeren kan bij de configuratie afhankelijk worden gesteld van de voorwaarde dat het bewaakte 'Station' in 'Storing' is. Activeren van de functie 'Expanded visibility' ...
Pagina 54
Bediening Hoofdmenu/menupunt openen Op het display wordt het 'Hoofdmenu' weergegeven. Zonder invoer van de PIN-code bevat het 'Hoofdmenu' uitsluitend de menupunten die zonder aanmelding beschikbaar zijn. Voor een uitgebreide menulijst in het 'Hoofdmenu' moet u zich met de desbetreffende toegangsrechten aanmelden. Menupunt openen Elk menupunt heeft voor het verkort kiezen op het cijferblok een tussen haakjes weergegeven getal.
Pagina 55
Bediening Commando's uitvoeren – Principes Commando's uitvoeren – Principes U kunt op verschillende manieren commando's invoeren. In principe zijn er twee manieren om commando's in te voeren: Functiegeoriënteerd invoeren van commando's – Daarbij selecteert u eerst een commando en dan het doelobject waarvoor dit commando moet worden uitgevoerd.
Pagina 56
Bediening Commando's uitvoeren – Principes 4. Selecteer in dit geval een element en druk op de <Softkey> 'Uitvoeren Commando's'. Het venster 'Selecteer commando' is geopend. 5. Selecteer een commando. Het commando wordt uitgevoerd. De onderstaande tabellen geven de hierboven beschreven stappen weer: Hoofdmenu Toegangsniveau 2.2 Afsluiten met <C>...
Pagina 57
Bediening Commando's uitvoeren – Principes 021 Groepen Stroomvoorzieningsruimte Groep Computerruimte, holle vloer Groep Computerruimte Groep Kantoor 21 Groep Uitvoeren Bekijk Commando's Topologie Selecteer een groep en druk op <Softkey 1> 'Uitvoeren Commando's'. Selecteer commando UIT/timer Selecteer een commando, bijvoorbeeld 'UIT' ...
Pagina 58
Bediening Commando's uitvoeren – Principes Topologie Toegangsniveau 2.2 Afsluiten <C> Melder structuur Hardware structuur Sturing structuur Test Keuze ‘Meldings tructuur.',, verder met <OK> Building Technologies A6V10211076_d_nl_NL Fire Safety & Security Products 16-8-2010...
Pagina 59
Commando's uitvoeren – Principes 001 Element Melder structuur Siemens Nederland N.V. Bouwdeel Lager Uitvoeren niveau Commando's Keuze ‘Siemens Nederland N.V.', verder met <Softkey 2> 'Lager niveau' 005 Element Bouwdeel Siemens Nederland N.V. Begane grond 1e verdieping 1e verdieping/computerrmt. 2e verdieping Hoger...
Pagina 60
Bediening Commando's uitvoeren – Principes Selecteer optie Uitvoeren commando's Ga naar link Keuze optie 'Uitvoeren commando's', verder met <ok> Selecteer commando Uitvoeren commando’s Ga naar link Keuze commando 'UIT', verder met <ok> Commandoterugmelding Uitvoeren commando Commando uitgevoerd 5.9.3 Commando's uitvoeren –...
Pagina 61
Bediening Commando's uitvoeren – Principes Bij commando's met een uiterst korte uitvoeringsduur wordt onmiddellijk de commandoterugmelding met het resultaat van de uitvoering van het commando weergegeven. Over het algemeen verdwijnen de commandoterugmeldingen na enkele seconden. Building Technologies A6V10211076_d_nl_NL Fire Safety & Security Products 16-8-2010...
Pagina 62
Bediening Selecteren van elementen of gebeurtenissen Bij de volgende commando's met een langere uitvoeringsduur verdwijnt het venster met de commandoterugmeldingen niet automatisch: Auto configureer-lus 'Accepteer de vervangen elementen' 'Inlezen geinstalleerde elementen' 'Lees huidige topologie' 'Melder lus AAN' ...
Pagina 63
Bediening Selecteren van elementen of gebeurtenissen 0008/0069 AAAAA bb STST BWDBWD GGGGGG 06-05-23 09:25:36 VVVVV GGGGGG 06-05-22 08:16:05 VVVVV ABCDEFGHI ABCDEFGHI ABCDEFGHI Voorbeeld van een gebeurtenislijst 1 Gebeurtenislijst 3 Gemarkeerde invoer (0008) van totale aantal gebeurtenissen (0069) 2 Geselecteerd 'Station' Beperking van de selectie van alle weergegeven gebeurtenissen met de softkeys Met de softkey 'Selecteer Meldingscatagorie' kunt u een gebeurteniscategorie...
Pagina 64
Keuze 'Sturing structuur' De stuurboom bevat zichtbare bouwdelen. 001 Element Sturing structuur Siemens Nederland N.V. Bouwdeel Lager Uitvoeren niveau Commando's Keuze ‘Siemens Nederland N.V.', verder met <Softkey 2> 'Lager niveau' Building Technologies A6V10211076_d_nl_NL Fire Safety & Security Products 16-8-2010...
Pagina 65
Bediening Selecteren van elementen of gebeurtenissen 007 Element Station Siemens Nederland N.V. Doormelding Brandweer Alarm Doormelding SCS Brnd gr Algemeen Brnd gr Paneel Brnd gr Hoger Lager Uitvoeren niveau niveau Commando's Keuze 'Doormelding SCS', <Softkey 2> 'Lager niveau' 007 Element...
Pagina 66
Bediening Selecteren van elementen of gebeurtenissen Selecteer commando Sturingtest 5.10.3 Elementen zoeken 'Elementen zoeken' maakt detailweergave van een element of invoer van een commando voor een element mogelijk. Er zijn twee varianten van 'Elementen zoeken': Zoeken op categorie Zoeken op 'Groepsnummer' ...
Pagina 67
Bediening Selecteren van elementen of gebeurtenissen Op categorie zoeken De onderstaande tabellen geven de stappen voor 'Elementen zoeken' via 'Start met categorie' weer: Hoofdmenu Toegangsniveau 2.1 Afsluiten met <C> Meldingoverzicht Elementen zoeken Functies Gebeurtenisgeheugen Favorieten In- / Uitloggen Topologie Instellingen/administrat. Test Keuze 'Elementen zoeken', verder met <ok>...
Pagina 68
Bediening Selecteren van elementen of gebeurtenissen Via de softkeys zijn dienovereenkomstige functies mogelijk Op groepsnummer zoeken De onderstaande tabellen geven de stappen voor 'Elementen zoeken' via 'Start met adres' weer: Elementen zoeken Toegangsniveau 2.1 Afsluiten met <C> Start met groepnr. Start met categorie Test Keuze 'Start met groepnr.', verder met <ok>...
Pagina 69
Bediening Testen 5.11 Testen De onderstaande hoofdstukken met bedieningsstappen voor het testen bevatten exemplarische testen. Zie ook Test [➙ 105] 5.11.1 De melder testen Voor de 'Detector test' kunt u automatische 'Melders' of 'Handbrandmelder' selecteren. De functie 'Detector test' kan op de niveaus 'Groep', ‘Sectie’ of 'Bouwdeel' worden uitgevoerd.
Pagina 70
Bediening Testen 5.11.2 De installatie testen Aangezien bij de 'Installation test' alle functies van de gehele brandmeldinstallatie, inclusief 'Brand sturing' en alarmering, worden getest, moet u daarvoor de nodige voorzorgsmaatregelen treffen. De 'Installatie test' kan op de niveaus 'Bouwdeel' of 'Sectie' worden uitgevoerd. WAARSCHUWING Tijdens de installatietest worden de alarmering en brandmeldsturing geactiveerd! Lichamelijk letsel door blusactivering.
Pagina 71
Bediening Testen Een sturing testen 1. Selecteer in het hoofdmenu het menupunt 'Topologie'. Het venster 'Tologie' is geopend. 2. Selecteer het menupunt 'Sturing structuur'. Het venster 'Sturing structuur' is geopend. 3. Selecteer een ‘Bouwdeel’ en druk op <OK>. ...
Pagina 72
Bediening Inschakelen/uitschakelen/herstellen 5.12 Inschakelen/uitschakelen/herstellen Uitgangen, bijvoorbeeld 'Alarmgevers', kunt u activeren en deactiveren. Kanaalingangen, bijvoorbeeld melders, kunnen worden geactiveerd maar niet gedeactiveerd. Na een inschakeling kunnen deze worden hersteld. Tijdens het activeren van 'Brand sturingen' worden bijvoorbeeld kleppen, liften, installatievoorzieningen en blusvoorzieningen – ook met blusgassen – aangestuurd.
Pagina 73
Afsluiten <C> Melder structuur Hardware structuur Sturing structuur Test Keuze 'Melder structuur', verder met <ok> 001 Element Melder structuur Siemens Nederland N.V. Bouwdeel Lager Meer niveau Opties Keuze 'Bouwdeel ', verder met <Softkey 2> 'Lager niveau' Element Bouwdeel Siemens Nederland N.V.
Pagina 74
Bediening Inschakelen/uitschakelen/herstellen Element Groep 11 Computerruimte, onder vloer Computerruimte, onder vloer Melder Hoger Meer niveau Opties Keuze element 'Melder 1', verder met <Softkey 3> 'Meer Opties' Selecteer optie Uitvoeren commando's Ga naar link Bekijk details Keuze optie 'Uitvoeren commando's', verder met <ok> ...
Pagina 75
Bediening Inschakelen/uitschakelen/herstellen Alarmapparaten deactiveren / activeren 5.12.2 (niet toegepast in NL) In geval van alarm zijn de alarmapparaten actief en de desbetreffende LED op het bedieningspaneel brandt. Geactiveerde alarmgevers kunt u op het bedieningspaneel deactiveren. De onderstaande afbeelding toont een deel van het bedieningspaneel met de toets 'Alarm apparaat': Bedieningspaneel 1 Toets 'Alarm apparaat'...
Pagina 76
Bediening Inschakelen/uitschakelen/herstellen 5.12.3 Groep activeren / terugstellen Een geactiveerde 'Groep' genereert een gebeurtenis 'ALARM'. 'Groep' activeren 1. Selecteer in het hoofdmenu het menupunt 'Functies'. Het menu 'Functies' is geopend. 2. Selecteer het menupunt 'Activeer / deactiveer'. Er wordt een lijst weergegeven van alle elementcategorieën waarvoor een commando van de commandogroep 'Activeer / deactiveer' kan worden uitgevoerd.
Pagina 77
Uitvoeren commando Activeer Commando uitgevoerd Nadat een 'Groep' is geactiveerd, wordt de gebeurtenis 'ALARM' op het display weergegeven: Brandweer gewaarschuwd 001 ALARM Autom.BRANDALARM Groep Siemens Nederland N.V. Begane grond Receptie Uitvoeren Schakel naar Meer Commando's Verkorte melding Opties Gebeurtenis 'ALARM'...
Pagina 78
Bediening Inschakelen/uitschakelen/herstellen 'ALARM' accepteren Druk op <Accepteren>. De alarmeringsmiddelen zijn uitgeschakeld. Uitvoeren commando Accepteren Commando uitgevoerd Commandoterugmelding 'Groep' terugstellen 1. Druk op <Terugstellen>. De dialoog 'In- / Uitloggen' is geopend. 2. Voer een geldige PIN-code in. 'Groep' is teruggesteld. 5.12.4 Universele sturing activeren/deactiveren Activeren van een 'Brand sturing'...
Pagina 79
Bediening Inschakelen/uitschakelen/herstellen Voorbeeld voor het activeren van een 'Groep' Functies Toegangsniveau 3 Afsluiten met <C> Aan / Uit Configuratie Test Onderhoud Activeer / deactiveer Alle functies Informatie Test Keuze functie 'Activeer / deactiveer' in het hoofdmenu, verder met <ok> Selecteer elementcategorie Groep Bouwdeel...
Pagina 80
Commandoterugmelding Uitvoeren commando Activeer Commando uitgevoerd Nadat een 'Groep' is geactiveerd, wordt de gebeurtenis 'ALARM' op het display weergegeven: Brandweer gewaarschuwd 001 ALARM + Autom.BRANDALARM Groepnr Bwd.Siemens Nederland N.V. Begane grond Receptie Uitvoeren Schakel naar Meer Commando's Verkorte melding Opties...
Pagina 81
Bediening Inschakelen/uitschakelen/herstellen 'ALARM' accepteren Druk op <Accepteren>. De alarmeringsmiddelen zijn uitgeschakeld. Uitvoeren commando Accepteren Commando uitgevoerd Commandoterugmelding 'Groep' terugstellen 1. Druk op <Terugstellen>. De dialoog 'In- / Uitloggen' is geopend. 2. Voer een geldige PIN-code in. 'Groep' is teruggesteld. 5.12.5 Ontruimingssturing activeren 1.
Pagina 82
Toegangsniveau 3 Afsluiten <C> Melder structuur Hardware structuur Sturing structuur LED –Test Keuze 'Sturing structuur', verder met <ok> 001 Element Melder structuur Siemens Nederland N.V. Bouwdeel Lager Meer niveau Opties Keuze 'Bouwdeel 1', verder met <ok>. 007 Element Station Siemens Nederland N.V.
Pagina 83
Bediening Inschakelen/uitschakelen/herstellen 010 Element Ontr.gr Ontruiming bmc 01 Zone 1 UniOntr Zone 2 UniOntr Zone 3 UniOntr Zone 4 UniOntr Hoger Lager Meer niveau Niveau Opties Selecteer (bv) ‘Zone 3’, verder met <Softkey 3> ‘Meer Opties ‘. Selecteer optie Uitvoeren commando’s Bekijk details Keuze optie 'Uitvoeren commando’s', verder met <ok>...
Pagina 84
Bediening Informatie weergeven 5.13 Informatie weergeven 5.13.1 Alarmteller/doormeldingen opvragen De brandmeldcentrale heeft een functie die alle alarmgebeurtenissen telt. Het aantal alarmen kan via de alarmteller worden opgevraagd. Een andere functie telt alle doormeldingen en kan met de 'Doormeldteller' worden weergegeven. Opvragen van de alarmteller 1.
Pagina 85
Bediening De configuratie invoeren 5.14 De configuratie invoeren In het menu 'Configuratie' kunt u bijvoorbeeld onderstaande instellingen aanbrengen: 'Dagorganisatie in' / 'Nachtorganisatie' schakelen Tijden voor 'Nachtorganisatie' instellen Parametersets voor 'Dagorganisatie in' en 'Nachtorganisatie' instellen Een klantgerelateerde tekst invoeren ...
Pagina 86
Bediening Station automatisch configureren (Log-in niveau 3) 5.15 Station automatisch configureren (Log-in niveau 3) Met de functie 'Auto-configureer station' kunt u een nieuw geïnstalleerd 'Station' direct en zonder verdere instellingen in bedrijf stellen. LET OP Overschrijven van een bestaande configuratie Een bestaande klantspecifieke configuratie gaat verloren.
Pagina 87
Afsluiten <C> Melder structuur Hardware structuur Sturing structuur Test Keuze 'Hardware structuur', verder met <ok> 001 Element Hardware structuur Siemens Nederland N.V. Station Lager Meer niveau Opties Keuze 'Station 1', verder met <Softkey 2> 'Lager niveau' Building Technologies A6V10211076_d_nl_NL Fire Safety &...
Pagina 88
Bediening Lus auto-configureren (Log-in niveau 3) Element Station Siemens Nederland N.V. Onboard I/Os Module C-net line card (onboard/FCL2001) Module C-net line card (onboard/FCL2001) Module Communicatie interfaces Module Hoger Lager Meer niveau niveau Opties Keuze 'Module 2', verder met <Softkey 2> 'Lager niveau' ...
Pagina 89
Bediening Ceberus-Remote vrijgeven/blokkeren 5.17 Ceberus-Remote vrijgeven/blokkeren Met Ceberus-Remote kunt u het bedieningspaneel van een 'Station' weergeven op de pc. Afhankelijk van de modus kunt u het bedieningspaneel weergeven of weergeven en bedienen. Voor het 'Station' dat met Ceberus-Remote moet worden weergegeven, moet een vrijgave worden toegekend.
Pagina 90
Bediening Ceberus-Remote verbinden Blokkeren van een vrijgave voor Ceberus-Remote Als de vrijgave voor Ceberus-Remote is toegekend, maar er geen verbinding bestaat met Ceberus-Remote, kunt u de vrijgave weer blokkeren met het commando 'Stop Ceberus-Remote toegang'. Ga daarbij te werk zoals hierboven is beschreven en kies het betreffende commando.
Pagina 91
Bediening Ceberus-Remote verbinden Verbinding tot stand brengen 1. Klik in de menubalk op 'Ceberus-Remote'. Het bedieningspaneel van een 'Station' verschijnt. 2. Klik in de menubalk op het menupunt 'Ceberus-Remote'. Het submenu 'Verbinden' (en 'Verbreek') wordt weergegeven. 3. Selecteer 'Verbinden'. ...
Pagina 92
'Cerberus ProWorks' (FX2030). 1. Klik met de rechtermuisknop op de snelkoppeling in 'Start' > 'Siemens' > 'FX2020' > … naar het uitvoerbare bestand van 'Ceberus- Remote' en kopieer de snelkoppeling naar het klembord, respectievelijk naar een editor.
Pagina 93
Bediening Ceberus-Remote bedienen 5.20 Ceberus-Remote bedienen Ceberus-Remote kunt u alleen met de muis bedienen. De bedieningsfuncties van de weergegeven toetsen zijn gelijk aan die van de toetsen op het 'Station'. 5.21 Gebeurtenisgeheugen opvragen/verwijderen Als alternatief voor de weergave van het gebeurtenisgeheugen op 'Station' kunnen de gegevens van het gebeurtenisgeheugen ook in een standaardformaat worden overgebracht naar een pc.
Pagina 94
Bediening Instellingen / Administratie 5.22 Instellingen / Administratie 5.22.1 Taal veranderen Afhankelijk van de landspecifieke BDV zijn één of twee firmwaretalen geïntegreerd. 'Wijzig taal' 1. Selecteer in het 'Hoofdmenu' het menupunt 'Instellingen/administrat.'. 2. Selecteer het commando 'Wijzig taal'. Wanneer geen tweede taal is geïntegreerd, wordt de volgende informatie weergegeven: 'Alleen 1 taal beschikbaar'.
Pagina 95
Bediening Instellingen / Administratie 'Maak PIN' U bent hiervoor geautoriseerd. 1. Selecteer in het 'Hoofdmenu' het menupunt 'Instellingen/administrat.'. 2. Selecteer het menupunt 'Maak PIN'. 3. Voer een geldig toegangsniveau in. 4. Voer de desbetreffende PIN-code overeenkomstig de invoervelden in en bevestig dit met <OK>.
Pagina 96
Bediening Instellingen / Administratie 5.22.3 Indicatoren testen De indicatietest is een hardwarefunctietest voor onderstaande indicatie-elementen: Display LED's Gelijktijdig worden als optie ingebouwde indicatie- en bedieningsapparaten, zoals synoptische paneelaansturing of brandweerbedieningspanelen, per commando aangestuurd, voor zover zij intern de mogelijkheid voor het aansturen van een indicatorentest beschikbaar stellen.
Pagina 97
Bediening Instellingen / Administratie 5.22.5 Helderheid van het display instellen De helderheid van het display kan in vijf standen tussen 'Uit', 25% en 100% worden ingesteld. 'Wijzig display helderheid' 1. Selecteer in het 'Hoofdmenu' het menupunt 'Instellingen/administrat.'. 2. Selecteer het menupunt 'Display instellingen'. ...
Pagina 98
Bediening Klantgerelateerde teksten invoeren/wijzigen (Log-in niveau 3) 5.23 Klantgerelateerde teksten invoeren/wijzigen (Log-in niveau 3) Voor elk element kunt u op de centrale klantgerelateerde tekst invoeren, onafhankelijk van Cerberus ProWorks. Na het invoeren of wijzigen van klantgerelateerde tekst verschijnt de bijgewerkte weergave pas als het element opnieuw wordt opgevraagd.
Pagina 99
Bediening Printerpapier bijvullen 5.24 Printerpapier bijvullen De printer kan ook andersom zijn ingebouwd, in afwijking van onderstaande afbeeldingen. Printer openen Druk de sluitklemmen iets omlaag en open de printer zoals hierna staat afgebeeld. Printer openen Building Technologies A6V10211076_d_nl_NL Fire Safety & Security Products 16-8-2010...
Pagina 100
Bediening Printerpapier bijvullen Papierrol vervangen 1. Verwijder de draagrol van de oude rol papier. 2. Breng de nieuwe papierrol aan, zoals hieronder afgebeeld. Let er bij het plaatsen van de rol op, dat de afwikkelzijde van de papierrol zich aan de achterzijde van de trommel bevindt, overeenkomstig de gestippelde lijn in onderstaande afbeelding.
Pagina 101
Bediening Printerpapier bijvullen Printer sluiten 1. Trek het papier een stukje uit de printer. 2. Houd het uiteinde van het papier naar boven. 3. Sluit de printer, door de beugel weer naar boven te tillen, tot de sluitklemmen hoorbaar vergrendelen. ...
Pagina 102
Bediening Printer uitschakelen 5.25 Printer uitschakelen U kunt de printer uitschakelen met een commando. Printer uitschakelen 1. Druk op <Menu> Het hoofdmenu is geopend. 2. Druk op 'Topologie'. Het venster ‘Topologie’ wordt weergegeven. 3. Selecteer 'Hardware structuur' en druk op <OK>. ...
Pagina 103
Systeemfuncties Notitie voor de configuratie van de lokale brandmeldinstallatie 6 Systeemfuncties Zie ook Gebeurteniscategorieën [➙ 159] Notitie voor de configuratie van de lokale brandmeldinstallatie Iedere brandmeldinstallatie is afzonderlijk geconfigureerd. De configuratie heeft invloed op de bediening. In de onderstaande tabel ziet u de configuratie van uw brandmeldinstallatie.
Pagina 104
Systeemfuncties Bedrijfstoestand Bedrijfstoestand Een brandmeldinstallatie staat in de toestand Bedrijfsklaar als de brandmeldcentrale van stroom wordt voorzien en er geen andere bedrijfstoestand wordt aangegeven. Zodra in 'Station' een gebeurtenis optreedt die afwijkt van de toestand Bedrijfsklaar, wordt deze gebeurtenis weergegeven en gaat Station' in de toestand die hoort bij dit type gebeurtenis.
Pagina 105
Systeemfuncties Bedrijfsmodi 'Dagorganisatie in' In de bedrijfsmodus 'Dagorganisatie in' kunnen gebeurtenissen via 'AVC' of 'IC' worden verwerkt. Zo kan bijvoorbeeld de doormelding van 'ALARM' worden vertraagd en kan een gebruiker een opgetreden 'ALARMEN' of 'Storingen' verifiëren. 'Nachtorganisatie' In de bedrijfsmodus 'Nachtorganisatie' worden gebeurtenissen direct overeenkomstig de configuratie behandeld, zonder tussenkomst van 'AVC' of 'IC'.
Pagina 106
Systeemfuncties Bedrijfsmodi 'Install.test mode' De testmode 'Install.test mode' dient voor de controle van alle functies van de complete brandmeldinstallatie inclusief 'Brand sturing' en alarmering bij normaal bedrijf. In de testmode 'Install.test mode' is de functionaliteit van alle componenten van de brandmeldcentrale gelijk aan die bij normaal bedrijf, met uitzondering van: de automatische melders;...
Pagina 107
Systeemfuncties Toegangsniveau en toegangsrechten 6.3.4 Renovatie In de bedrijfsmodus 'Renovatie mode' zijn de parametersets van de melders als volgt gewijzigd: Geen beoordeling door optische onderdelen van de melder mogelijk. Statische beoordeling door thermische onderdelen van de melder zijn mogelijk, ...
Pagina 108
Systeemfuncties Toegangsniveau en toegangsrechten In onderstaande tabel ziet u exemplarisch hoofdmenupunten en het vereiste toegangsniveau voor de uitvoering Hoofdmenupunt Vereist toegangsniveau 'Meldingoverzicht' 'Functies' 1, 2.1, 2.2, 3, afhankelijk van de functie 'Favorieten' 1, 2.1, 2.2, 3, afhankelijk van de favoriet 'Topologie' 'Elementen zoeken' 'Gebeurtenisgeheugen'...
Pagina 109
Systeemfuncties Zicht 6.4.2 Vervaltijd toegangsniveaus Het 'Station' heeft een tijdcontrole voor de bediening. De vrijgave voor bediening op een 'Toegangsniveau' vervalt wanneer een configureerbaar tijdsbestek na de laatste invoer is verstreken. Zie ook Aanmelden/toegangsniveau vrijgeven [➙ 49] 6.4.3 Vrijgave voor Ceberus-Remote De wijze waarop vrijgave voor Ceberus-Remote wordt toegekend, is beschreven in het desbetreffende hoofdstuk.
Pagina 110
Systeemfuncties Zicht 6.5.1 Standby visibility Het 'Station' met de configuratie 'PMI standby visibility' bewaakt één of meer andere 'Stations' of een managementstation in de geconfigureerde visibility. In de normale toestand van de brandmeldinstallatie is 'PMI standby visibility' uitgeschakeld. Daarbij bevinden het zo geconfigureerde 'Station' en het display zich in de rusttoestand.
Pagina 111
Systeemfuncties Sabotage-ALARM [DE] Sabotage-ALARM [DE] Indien een klasse 3 sleuteldepot (brandweer-sleuteldepot, FSD) deel uitmaakt van de brandmeldinstallatie, moet de deurcontactset FCA2009-A1 zijn ingebouwd in de behuizing van de centrale. De deurcontactset activeert 'Sabotage ALARM', wanneer de afdekking van de centrale wordt verwijderd. De sabotagebeoordeling kan op toegangsniveau 3 worden uitgeschakeld.
Pagina 112
Lijst van alle commando's en het vereiste toegangsniveau Commandogroep 'Inschakelen/uitschakelen' 7 Lijst van alle commando's en het vereiste toegangsniveau Commandogroep 'Inschakelen/uitschakelen' 'Commando' 'Element category' (kort) 'Element category' (lang) 'Toegangs niveau' 'UIT' 'Groep' 'Groep' 'Melder' 'Melder' 'DMBrand' 'Doormelding Brand sturing' 'Alarm' 'Alarm stuurgroep' 'Ontr.gr' 'Ontruiming stuurgroep'...
Pagina 113
Lijst van alle commando's en het vereiste toegangsniveau Commandogroep 'Inschakelen/uitschakelen' 'Commando' 'Element category' (kort) 'Element category' (lang) 'Toegangs niveau' 'Alarm evaluatie UIT' 'Bouwdeel', 'Sectie', 'Groep' 'Bouwdeel', 'Sectie', 'Groep' 'Brandsturing UIT' 'Bouwdeel' 'Bouwdeel' 'Brandsturing AAN' 'Bouwdeel' 'Bouwdeel' 'Bewaakte uitgang 3/4 UIT' 'Bouwdeel' 'Bouwdeel' 'Bewaakte uitgang 3/4 AAN'...
Pagina 114
Lijst van alle commando's en het vereiste toegangsniveau Commandogroep 'Test' Commandogroep 'Test' 'Commando' 'Element category' (kort) 'Element category' (lang) 'Toegangs niveau' 'Meldertest' 'Groep' 'Groep' 'Einde meldertest' 'Groep' 'Groep' 'Start meldertest ABM/TM- 'Bouwdeel' 'Bouwdeel' groepen' 'Sectie' 'Sectie' 'Einde meldertest ABM/TM- 'Bouwdeel' 'Bouwdeel' groepen' 'Sectie'...
Pagina 116
Lijst van alle commando's en het vereiste toegangsniveau Commandogroep 'Informatie' Commandogroep 'Informatie' 'Commando' 'Element category' (kort) 'Element category' (lang) 'Toegangsniveau' 'Afvragen alarmteller' 'Bouwdeel' 'Bouwdeel' 'Toon geaktiveerde melders' 'Bouwdeel' 'Bouwdeel' 'Afvragen doormeldteller' 'DMBrand' 'Doormelding Brand sturing' 'DMStor.' 'Doormelding storing sturing' 'RT 1… 'RT 8' 'RT 1 sturing' …...
Pagina 117
Lijst van alle commando's en het vereiste toegangsniveau Commandogroep 'Onderhoud' Commandogroep 'Onderhoud' 'Commando' 'Element category' (kort) 'Element category' (lang) 'Toegangsniveau' 'Reset module' 'Module' 'Module' 'Accepteer de vervangen elementen' 'Lus' 'Lus' 'Elementvervangingsmode AAN' 'Melder' 'Melder' 'Elementvervangingsmode UIT' 'Melder' 'Melder' 'Inlezen geinstalleerde elementen' 'Lus' 'Lus' 'Verwijder element'...
Pagina 118
Lijst van elementen 8 Lijst van elementen Element Definitie (korte tekst lange tekst) 'Bouwdeel' Hoogste niveau in 'Melder structuur', alarmorganisatie niveau 'Bouwdeel' 'Sectie' 2de niveau in 'Melder structuur', sectie van een gebouw (bijv. kamer, 'Sectie' verdieping, trappenhuis) die is bedoeld voor een eenduidige aanduiding van de herkomst van een brandalarm 'Groep' 3de niveau in 'Melder structuur', op dit niveau wordt de alarmbeslissing...
Pagina 119
Lijst van elementen Element Definitie (korte tekst lange tekst) 'Alarmgevers' Fire control Laagste niveau in 'Sturing structuur' 'Station' Hoogste niveau in 'Hardware structuur' 'Station' 'Station' Netwerk van 'Station' 'Station' 'Printer' Printer van 'Station' 'Printer' 'Station' Hoogste niveau in 'Hardware structuur', centrale 'Station' 'Module' 2de niveau in 'Hardware structuur'...
Pagina 120
Beschrijving van het systeem Overzicht 9 Beschrijving van het systeem Dit deel van het document bevat informatie over de opbouw en functies van de brandmeldinstallatie. Overzicht Registratie ►► Beoordeling ►► Alarmering en sturing Schematische weergave van een brandmeldsysteem Automatische brandmelder Alarmgever Handbrandmelder Schakeling...
Pagina 121
Beschrijving van het systeem Overzicht Beoordeling van de gevarenniveaus De centrale beoordeelt de gevarenniveaus en beslist of de alarmering moet worden geactiveerd. Daarbij maakt de centrale onderscheidt tussen automatische en handmatige brandalarmen, 'Waarschuwing' en 'Noodbedrijf BRANDALARM'. Alarmgebeurtenissen worden in de volgende gebeurteniscategorieën ingedeeld: Gebeurteniscategorie Typisch voorbeeld Activering/oorzaak...
Pagina 122
Beschrijving van het systeem Topologie Alarmering De verschillende brandalarmmeldingen en systeemgebeurtenissen worden onafhankelijk van elkaar geverifieerd. Afhankelijk van de configuratie wordt een interne alarmering geactiveerd of wordt er een directe of vertraagd doormeld alarmering geactiveerd. Interne alarmering: Interne alarmeringsmiddelen (bijv. akoestisch of optisch) worden aangestuurd, zodat snel hulp van het beschikbare interventiepersoneel (bijv.
Pagina 123
Beschrijving van het systeem Topologie 9.2.1 Hardwarestructuur De 'Hardware structuur' vertegenwoordigt de geïnstalleerde hardware. De afzonderlijke elementen van 'Hardware structuur' zijn als volgt ingedeeld: 'Station' 'Module' 'Lus' 'Element' 'Fysiek kanaal' Voorbeeld van 'Hardware structuur' 1 'Station' 3 'Element' 2 'Module' Gestippelde lijn 'Lus'...
Pagina 124
Beschrijving van het systeem Topologie 9.2.2 Melderstructuur De 'Melder structuur' is een afbeelding van de geografische en functionele omstandigheden van een 'Projekt'. Het is aan de structuur van een gebouw en gebruik van de ruimtes aangepast. De 'Melder structuur' is niet afhankelijk van de lusvolgorde van het meldernetwerk.
Pagina 125
Beschrijving van het systeem Topologie 9.2.2.1 Elementen van de melderstructuur 'Bouwdeel' Gewoonlijk komt 'Bouwdeel' overeen met een gebouw. 'Bouwdeel' brengt 'Secties' samen die onder dezelfde bedrijfsmodus 'Dagorganisatie in' / 'Nachtorganisatie' vallen. 'Bouwdeel' stuurt de alarmeringsmiddelen aan (akoestische en optische ...
Pagina 126
Beschrijving van het systeem Topologie 9.2.2.2 Bedrijfsmodi van de elementen van de melderstructuur 'Bouwdeel' 'Dagorganisatie in' In de bedrijfsmodus 'Dagorganisatie in' is er een gebruiker ter plaatse die een brandlocatie kan achterhalen. De melders hebben hun normale gevoeligheid overeenkomstig de bijbehorende parameterrecord. 'Nachtorganisatie' ...
Pagina 127
Beschrijving van het systeem Topologie Bij het testen moeten de melders snel reageren, zodat de wachttijden kort zijn. Daarom zijn de melders bij 'Detector test' met de parameterset 'Test' ingesteld op een verhoogde gevoeligheid. Bij het beëindigen van de bedrijfsmodus 'Detector test' worden de melders en 'Groepen' teruggesteld naar de toestand die ze voor aanvang van de 'Detector test' hadden.
Pagina 128
Beschrijving van het systeem Topologie 9.2.2.3 Functies van de elementen van de melderstructuur 'Bouwdeel': bedrijfsmodus omschakelen De bedrijfsmodus 'Nachtorganisatie' wordt handmatig op 'Dagorganisatie in' geschakeld. Indien er 'ALARMEN' zijn, kan niet worden omgeschakeld. De bedrijfsmodus 'Dagorganisatie in' wordt automatisch of handmatig (te ...
Pagina 129
Beschrijving van het systeem Topologie 'Meldertest'-timeout – Na het verstrijken van een te configureren tijd beëindigt het systeem automatisch de toestand 'Meldertest'. Deze functie kan worden uitgeschakeld. Apparaten opnieuw inschakelen – Bij het opnieuw inschakelen van apparaten bevinden deze zich korte tijd in een ongedefinieerde toestand.
Pagina 130
Beschrijving van het systeem Topologie Effecten in 'Sturing structuur' (voorbeeld) C 'Sturing structuur' b 'Brand stuurgroep' bijv. voor deursturingen 1 5 stuurgroepen (a - e) c 'Brand stuurgroep' voor alarmindicatoren (externe AI) 2 Sturingen d 'Brand stuurgroep' voor commando's 3 Alarmgevers, doormelding en X Bijvoorbeeld uitschakelen, sturingen commando's aan andere delen...
Pagina 131
Beschrijving van het systeem Topologie 9.2.4 Bedieningsstructuur In de Operation structuur zijn de volgende elementen en instellingen opgenomen: Globale systeemconfiguratie Indicatie- en bedieneenheden zoals: – Bedieningspaneel (PMI) – Verdiepingsterminal en verdiepingsuitleespaneel – Synoptisch paneel – Gebeurtenisprinter Globale systeemconfiguratie De globale systeemconfiguratie heeft de volgende elementen: Globaal gedrag ...
Pagina 132
Beschrijving van het systeem Topologie Favorietentoetsen: De favorietentoetsen staan in het menu van het display. Er zijn maximaal acht favorietentoetsen, waarvan drie al zijn geconfigureerd. Aan de favorietentoetsen kunnen veelgebruikte functies worden toegewezen. Verdiepingsterminal FT2010 In de Operation structuur kunnen de volgende instellingen worden geconfigureerd: De visibility ...
Pagina 133
Beschrijving van het systeem Topologie Om de apparaten te configureren moet in de Menu balk 'Operation' het logische element worden gemaakt en aan het betreffende hardware-element worden gekoppeld. Ontruimingspaneel [NL] Het ontruimingspaneel is een in het bedieningspaneel van de centrale ingebouwde bedien- en indicatie-eenheid voor de handmatige ontruimingssturing.
Pagina 134
Beschrijving van het systeem Topologie 9.2.5 Koppeling met de hardwarestructuur Componenten kunt u toewijzen aan een geografische plaats in het systeem. Deze toewijzing is een koppeling. Geografische toewijzing Elk apparaat in 'Hardware structuur' heeft een uniek adres. In de 'Melder structuur' kunt u aan het apparaat bijvoorbeeld ruimte x op verdieping y toewijzen.
Pagina 135
Beschrijving van het systeem Topologie 9.2.6 Functionele toewijzing In 'Sturing structuur' wordt aan een apparaat uit 'Hardware structuur' een functie toegewezen, bijvoorbeeld aan een ingang een bewakingsfunctie (oorzaak) of aan een uitgang een sturingsfunctie (effect). In 'Sturing structuur' wordt de functie van een logische element uit 'Melder structuur' beoordeeld (oorzaak) of wordt dit aangestuurd (effect).
Pagina 136
Beschrijving van het systeem Topologie 9.2.7 Netwerkstructuur De netwerkboom geeft de netwerkstructuur van een FS720-systeem weer. Typen netwerkkoppeling De stations in het brandmeldsysteem kunnen op de volgende wijzen in een netwerk worden gekoppeld: SAFEDLINK (systeembus) SAFEDLINK, geavanceerd: koppeling van meerdere SAFEDLINK-subnetten ...
Pagina 137
Beschrijving van het systeem Registratie Aansluiting van supervisiesystemen De aansluiting van supervisiesystemen of andere subsystemen op het FS720- subsysteem vindt plaats via BACnet/Ethernet. Een supervisiesysteem wordt via de Ethernetinterface van het GAP aangesloten op het FS720-subsysteem. Elk station dat het BACnet-protocol moet gebruiken, moet afzonderlijk via een licentiesleutel (L2) zijn vrijgeschakeld.
Pagina 138
Beschrijving van het systeem Registratie Overzicht van de gevarenniveaus, verdeeld naar lustype en soort melder Gevarenniveau Geadresserde melders Collectieve melderlus Technische ingang Automatisch Handmatig Geen gevaar Geen gevaar Geen gevaar Geen gevaar (ingangscontact geopend) Mogelijk gevaar Toets niet Melderlus herstellend –...
Pagina 139
Beschrijving van het systeem Beoordeling Beoordeling De beoordeling van het gevarenniveau en de beslissing of 'ALARM' moet worden geactiveerd, vinden plaats in de 'Groep'. In de 'Groep' worden de gevarenniveaus van meerdere alarmerende melders bijeengebracht. Er is sprake van de volgende soorten groepen: Handmeld groep' ...
Pagina 140
Beschrijving van het systeem Beoordeling 'Handmeld groep' In een 'Handmeld groep' zijn de 'Handmelders' bijeengebracht. De beoordeling van de gevarensignalen volgt met een OF-koppeling. Elke melder van een 'Handmeld groep' kan een 'ALARM', maar niet een 'Waarschuwing' genereren. 'Automatische groep' In een 'Automatische groep' zijn de 'Automatische melders' bijeengebracht.
Pagina 141
Beschrijving van het systeem Beoordeling Bij grotere sprinklerinstallaties is het buizennetwerk over meerdere verdiepingen verdeeld en is er op elke verdieping een aftappunt van het leidingnet. In elk aftappunt worden flowsensoren ingebouwd. De flowsensoren genereren een signaal als er water door de leidingen stroomt. Informatiestroom voor sprinklers D 'Melder structuur' ZF 'Flow switch groep'...
Pagina 142
Beschrijving van het systeem Beoordeling 'XC10 groep' Het blussen wordt door de autonome bluscentrale XC10 aangestuurd en bewaakt. Er is een interface met de bluscentrale, zodat enerzijds de functies van de bluscentrale aan de brandmeldcentrale worden doorgegeven en anderzijds commando's van de brandmeldcentrale aan de bluscentrale kunnen worden doorgegeven.
Pagina 143
Beschrijving van het systeem Sturing Sturing In een brandmeldinstallatie kunnen alarmgebeurtenissen en systeemgebeurtenissen optreden. Het is de taak van de brandmeldcentrale op basis van de diverse gebeurteniscategorieën personen te alarmeren en/of geschikte maatregelen te treffen. Dit wordt met verschillende sturingstypen gerealiseerd: Alarmeringssturing ...
Pagina 144
Beschrijving van het systeem Sturing 9.5.1 Universele sturing In geval van brand worden automatisch verschillende maatregelen gestart, zoals bijvoorbeeld: het sluiten van brandwerende kleppen en deuren het uitschakelen van ventilatie- en klimaatregelingen het uitschakelen van liften Informatiestroom voor de universele sturing 'Melder structuur' 'Brand sturing' 'Sturing structuur'...
Pagina 145
Beschrijving van het systeem Sturing 9.5.2 Ontruimingssturing De 'Ontruimingssturing' maakt het programmeren van een volledige ontruimingsfunctie per alarmgevergroep, bijvoorbeeld op een verdieping, mogelijk. Per sturing zijn twee functieblokken beschikbaar: 'Alert' – het koppelen van alle voorwaarden, zodat de desbetreffende alarmgevers een waarschuwingssignaal afgeven.
Pagina 146
Beschrijving van het systeem Sturing 'Universal evac sturing' Een 'Universal evac sturing' is geschikt voor akoestische alarmgevers, die geen tweetraps (meerkanaals) alarmering toestaan. Voor de alarmeringsmiddelen (uitgangen, alarmgevers) op de stuuruitgangen (effecten) kunnen verschillende soorten tonen voor waarschuwing ('Alert') en ontruiming ('Evac') worden gekozen.
Pagina 147
Beschrijving van het systeem Sturing 9.5.3 Blussturing met sprinkler Een sprinklerinstallatie bestaat uit een buizennetwerk, waarbij op diverse plaatsen sprinklerkoppen zijn aangesloten. De aanvoer van water vindt meestal plaats via het openbare hydrantennetwerk. Direct achter de interne aanvoer is een zogeheten sprinklerinstallatie geïnstalleerd. Deze scheidt het sprinklernetwerk van het hydrantennetwerk door een overdruk op het sprinklernetwerk.
Pagina 148
Beschrijving van het systeem Sturing 9.5.4 Blussturing met bluscentrale XC10 Het blussen wordt door de autonome bluscentrale XC10 aangestuurd en bewaakt. Er is een interface met de bluscentrale, zodat enerzijds de functies van de bluscentrale aan de brandmeldcentrale worden doorgegeven en anderzijds commando's van de brandmeldcentrale aan de bluscentrale kunnen worden doorgegeven.
Pagina 149
Beschrijving van het systeem Alarmverificatieconcept (AVC) Alarmverificatieconcept (AVC) Het 'Alarm Verificatie Concept' dient voor de vertraagde alarmtransmissie en betrekt de interactie van de gebruiker bij het alarmeringsverloop. De gebruiker krijgt de mogelijkheid, bij een brandalarm eerst de aangegeven brandlocatie te achterhalen. Bij een vals alarm of onbeduidend geval kan het alarmeren van de brandweer tijdig worden voorkomen.
Pagina 150
Beschrijving van het systeem Alarmverificatieconcept (AVC) 9.6.1 Controle op aanwezigheid In geval van een gebeurtenis ('Waarschuwing', 'ALARM') kan de gebruiker de aanwezigheid binnen de tijd t1 bevestigen. Na het bevestigen wordt de informatietijd t2 gestart. Als de aanwezigheid niet binnen de tijd t1 wordt bevestigd, wordt de doormeld alarmering geactiveerd.
Pagina 151
Beschrijving van het systeem Alarmverificatieconcept (AVC) t1.. t2..t1 X ..t2 X Alarmverificatie Alarmgebeurtenis Accepteren op 'Station' Interne alarmering Niet geaccepteerd Handbrandmelder of <Doormeldvertraging t2.. Tijd t2 voor het opsporen van de uit> op 'Station' alarmbron/brandlocatie Bedrijfsmodus 'Nachtorganisatie' ..t2 X Tijd t2 is verstreken Bedrijfsmodus 'Dagorganisatie in' Terugstellen op 'Station'...
Pagina 152
Beschrijving van het systeem Alarmverificatieconcept (AVC) 9.6.4 Brandalarmering De alarmering wordt op het niveau 'Bouwdeel' aangestuurd. Bij de alarmering worden de alarmeringsmiddelen zoals alarmgevers en apparaten voor doormelding geactiveerd. Alarmgevers Voor interne alarmering en doormeldalarm kunnen akoestische alarmgevers, flitslichten, digitale uitgangen, enz. worden gebruikt. De soort toon van de alarmgevers kan voor de lokale en doormeld alarmering verschillend worden geconfigureerd (de alarmgevers moeten daarvoor wel geschikt zijn).
Pagina 153
Beschrijving van het systeem Alarmverificatieconcept (AVC) De alarmgevers en doormeldeenheden kunnen separaat worden geconfigureerd voor: Soort alarm (alleen bij automatische groepen) – 'Waarschuwing' – 'ALARM' Soort groep (alleen bij 'ALARMEN') – Handmatig alarm – Automatisch alarm – Noodbedrijf-brandalarm Bedrijfsmodus: ...
Pagina 154
Beschrijving van het systeem Interventieconcept (IC) (Niet toegepast in NL) Interventieconcept (IC) (Niet toegepast in NL) De brandmeldcentrale beschikt over omvangrijke bewakingsfuncties en zelfbewakingsfuncties. De verschillende systeemgebeurtenissen worden geregistreerd, in bijbehorende gebeurteniscategorieën ingedeeld en door 'Interventie Concept' beoordeeld. 'Interventie Concept' activeert na analyse de bijbehorende alarmeringsmiddelen. Informatiestroom naar 'IC' Informatiestroom voor de interventie D 'Melder structuur'...
Pagina 155
Beschrijving van het systeem Interventieconcept (IC) (Niet toegepast in NL) Voor elk van de volgende gebeurteniscategorieën kan het gedrag apart worden gedefinieerd: 'Storing' 'Systeemdeel uit' Test 'Techniekmelding' 'Activering' 'Informatie' Het 'Interventie Concept' heeft twee onafhankelijke, parallelle interventieverlopen: Bewaking van de aanwezigheid (t1) ...
Pagina 156
Beschrijving van het systeem Interventieconcept (IC) (Niet toegepast in NL) 9.7.3 Voorbeeld van een interventieverloop Een 'Storing' activeert de interne alarmering en start de tijd t1 voor de bewaking van de aanwezigheid. De gebruiker bevestigt de aanwezigheid op de bedieningslocatie voor het ...
Pagina 157
Beschrijving van het systeem Interventieconcept (IC) (Niet toegepast in NL) In de onderstaande grafiek wordt een interventieverloop voor de gebeurteniscategorie 'Storing' weergegeven. Controle op aanwezigheid Bewaking van de interventie t1.. ts..t1 X ..ts X Interventie bij storing A Controle op aanwezigheid B Bewaking van de interventie t1..
Pagina 158
Beschrijving van het systeem Interventieconcept (IC) (Niet toegepast in NL) 9.7.4 Interventiealarmering De alarmeringsmiddelen, zoals alarmgevers en apparaten voor doormelding, kunnen apart worden gekozen voor 'Dagorganisatie in' en 'Nachtorganisatie': Alarmgevers Voor de interne alarmering en het doormeldalarm kunnen akoestische alarmgevers, flitslichten, digitale uitgangen, enz. worden gebruikt. De soort toon van de alarmgevers kan voor de lokale en doormeld alarmering verschillend worden geconfigureerd.
Pagina 159
Beschrijving van het systeem Gebeurtenissen De alarmgevers en doormeldeenheden kunnen separaat worden geconfigureerd voor: Bedrijfsmodus: – 'Dagorganisatie in' – 'Nachtorganisatie' Directe interventie: – 'Alleen locale interventie' – 'Vertraagde interventie' – 'Alleen doormeld interventie' Service-interventie: – 'Vertraagde interventie' –...
Pagina 160
Beschrijving van het systeem Gebeurtenissen 9.8.2 Aanduiding gebeurtenisstatus De op het display weergegeven meldingen van gebeurtenissen hebben een aanduiding. Deze aanduiding geeft informatie over de status van de melding. Onderstaande aanduidingen worden gebruikt: 0059/0360 AAAAA bb STST BWDBWD + GGGGGG 06-05-23 09:25:36 ->Bbb 1 A01 VVVVV...
Pagina 161
De lijst is chronologisch opgebouwd en kan op categorie, datum en tijd gefiltreerd worden. In de onderstaande afbeelding wordt een lijst 'Gebeurtenisgeheugen' exemplarisch weergegeven: 0008 / 0069 Gebeurtenissen Station Siemens Nederland N.V. + Handm.BRANDALARM 06-03-10 10-34-50 Kantoor Groepnr 9 Actief...
Pagina 162
Beschrijving van het systeem Lijstweergave en soorten lijsten Detailweergave 'Waarschuwing' Doormelding geactiveerd 001 Waarschuwing Waarschuwing Groep 14 Gebouw A 1e verd. Kantoor 22 Uitvoeren Schakel naar Volgende Commando's Verkorte melding Categorie Lijstweergave en soorten lijsten Met de weergave in lijsten en de mogelijkheid om te scrollen, kan een groot aantal lijstinvoeren en punten op de lijst op een beperkt display worden weergegeven.
Pagina 163
Beschrijving van het systeem Lijstweergave en soorten lijsten In onderstaande afbeelding wordt een gebeurtenislijst 'Systeemdeel uit' exemplarisch weergegeven. Wacht op terugmelding doormelding 002 Systeemdelen uit Groepnr 1 Adr.1 Receptie Doormelding alarm AUTO Uitvoeren Schakel naar Meer Commando's Volledige melding Opties Zie ook ...
Pagina 164
Beschrijving van het systeem Versieaanduiding station/configuratiegegevens 9.9.3 Selectielijsten Selectielijsten worden voor de selectie van acties of categorieën gebruikt. Voor de onderstaande acties of categorieën zijn keuzelijsten beschikbaar: Commando Opties Elementen Gebeurtenissen (voor het filtreren van het gebeurtenisgeheugen) ...
Pagina 165
Storingen/verhelpen 10 Storingen/verhelpen Wanneer de installatie 'Storing' aangeeft, vindt u in de onderstaande tabel een overzicht van mogelijke 'Storingen' en aanwijzingen voor mogelijke oorzaken. Wanneer u een 'Storing' niet aan de hand van deze gebruiksaanwijzing kunt verhelpen, dient u contact op te nemen met de servicemonteur. 'Storing' Oorzaak Verhelpen...
Pagina 166
Onderhoud van de installatie Onderhoudsadvies 11 Onderhoud van de installatie Regelmatig onderhoud van het 'Projekt' is vereist om de betrouwbare werking van het systeem te waarborgen. De brandmeldinstallatie heeft een herinneringsfunctie die u informeert over wenselijk onderhoud. Als de serviceherinnering verschijnt, is het regelmatige onderhoud door de servicemonteur vereist.
Pagina 167
Verklarende woordenlijst 12 Verklarende woordenlijst Begrip Definitie Adresseerbare melderlus Melderlustechniek waarbij alle apparaten één uniek adres hebben. → Collectieve melderlus Afkorting voor → alarmindicator. Alarmeringsapparaat Alarmgevers en overbrengingsinrichting Alarmeringssturing Bewaking en aansturing van de alarmeringsapparaten Alarmgever Element in het brandmeldsysteem voor akoestische en/of optische alarmering, bijv.
Pagina 168
Verklarende woordenlijst Begrip Definitie C-WEB C-web is het protocol in SAFEDLINK. → SAFEDLINK → systeembus C-WEB/Ethernet FS720-specifiek begrip voor de netwerkkoppeling met elektrisch Ethernet → C-WEB/LAN C-WEB/LAN FS720-specifiek begrip voor de ringvormige netwerkkoppeling met het Ethernet → C-WEB/Ethernet C-WEB/SAFEDLINK FS720-systeembus → C-WEB → SAFEDLINK C-NET Geadresseerde →...
Pagina 169
Verklarende woordenlijst Begrip Definitie Gevarenniveau Signaal van een brandmelder dat de waarschijnlijkheid van een brandgevaar aangeeft. Automatische brandmelders hebben bijv. de gevarenniveau 0 tot 3. Handbrandmelders hebben alleen maar de gevarenniveaus 0 en 3. 0 = geen gevaar, 1 = mogelijk gevaar, 2 = waarschijnlijk gevaar, 3 = zeer waarschijnlijk gevaar Doormeld alarmering Doormeld alarmeringsmiddelen (bijv.
Pagina 170
Verklarende woordenlijst Begrip Definitie Loop → Melderlus-topologie die ter verhoging van de bedrijfsveiligheid vanaf de → brandmeldcentrale langs de → brandmelders en weer terug wordt geleid (UL864 Class A Wiring). Bij dit type schakeling is de communicatie van alle melders met de centrale ook bij een onderbreking of kortsluiting mogelijk.
Pagina 171
Verklarende woordenlijst Begrip Definitie Object Het bovenste niveau in de → melderstructuur. Aan het object zijn → secties en → groepen toegewezen. Ongewenst/onecht alarm Geval van alarm dat het bedieningspersoneel zelf kan behandelen en daarom geen → doormeldalarm activeert. → Serieuze brand Ongewenste/onechte Algemeen: ongewenste/onechte brandmelding is een alarm dat niet is veroorzaakt door een brandmelding...
Pagina 172
Verklarende woordenlijst Begrip Definitie Steek Melderlus die slechts aan één kant op de brandmeldcentrale is aangesloten. Bij een onderbreking of kortsluiting kunnen niet meer alle → brandmelders met de → brandmeldcentrale communiceren. → Loop Stuurboom Structuurboom met→ stuurgroep en → sturing. Stuurgroep Vereniging van meerdere gelijksoortige →...
Pagina 173
Verklarende woordenlijst Index Aanmelden PIN, toegangsniveau vrijgeven, 50 Accepteren Toets / functies, 17 Activeren alarmindicator (AI), 72 groep activeren/terugstellen, 76 ontruimingssturing, 83 universele stuurgroep activeren/deactiveren, 79 Akoestische signalen alarmgevers deactiveren/activeren, 75 Toets / functies, alarmgevers, 77 ALARM Wat te doen? Procedure, 35 Alarmgevers deactiveren/activeren, 75 Alarmindicator (AI)
Pagina 175
Verklarende woordenlijst Doormeldvertraging Doormeldvertraging uitschakelen, 35 Doormeldvertraging uit Toets / functies, 17 Elementen Lijst van elementen, 119 zoeken via adres/categorie, 66 Favorieten bedieningsverloop in één bedieningsstap, 33 Gebeurtenisgeheugen In het gebeurtenisgeheugen navigeren, 93 lijst sorteren, filteren, 161 opvragen/wissen, 93 Gebeurtenissen Aanduiding, 160 categorieën, 159 selecteren, gebeurtenis-/elementcategorie, 62...
Pagina 176
Verklarende woordenlijst Invoer van tekens cijfers, letters (klantgerelateerde tekst), 33 toetsenveld, 33 Invoerveld Display met venster en invoerveld, 27 Klantgerelateerde tekst invoer van tekens, 33 invoeren/wijzigen, 98 LED's Kleuren, 28 testen, 96 Licentiesleutel Ceberus-Remote, 90 Login PIN, aanmelden, toegangsniveau vrijgeven, 50 Logout afmelden, 50 Lokale alarmering, 122...
Pagina 177
Verklarende woordenlijst Onderhoud van de installatie serviceherinnering, 166 Ontruimingssturing Activeren, 75 Openen van de centrale onderhoud, 166 sabotage-ALARM, 166 Aanmelden/toegangsniveau vrijgeven, Login, 50 beheren, aanmaken, wissen, wijzigen, 94 Invoerdialoog, 50 Printer printerpapier plaatsen, 99 uitschakelen, 102 Sabotage-ALARM openen van de centrale, 166 Scroll-balk Aanduiding van de positie en de lijstlengte, 32 Scrollen...
Pagina 178
Verklarende woordenlijst Sturingtest informatie, commando's, 70 Stuurboom Topologie, selectie, 64 Taal veranderen, 94 Terugstellen Alarm terugstellen (wachtwoord), 35 Toets / functies, 17 Tijd en datum Instellen, 97 Tijdelijk uitschakelen sectie, duur, 44 Toegangsniveau afmelden, logout, 50 lijst van alle commando's en vereist toegangsniveau, 112 niveaus, toegangsrechten, 107 PIN, aanmelden, vrijgeven, 50 Toegangsrechten...
Pagina 179
Verklarende woordenlijst Verkorte keuze cijfertoets, menukeuze, uitvoering commando, 33 Versie weergeven van de versie van het station, 102 Visibility definitie, 109 standby, 110 uitgebreide visibility, 110 Volledige melding Omschakelen, 26 Werking Bedrijfsmodi, Normale modus, Test, Uitschakeling, 104 Zoeken naar elementen categorie, adres, 66 Zoemer volume instellen, 96...