2.
Controleer de netwerkinstellingen op de
computer.
3.
Neem nota van de SSID en netwerksleutel.
• Controleer het label op de router.
Gebruikershandleiding
• Het instellen is eenvoudiger als de router is
voorzien van een WPS-merk.
Gebruikershandleiding
4.
Stel het toegangspunt en de netwerksleutel in
volgens onderstaand scherm.
Raadpleeg de handleiding voor meer informatie.
OK
1. Druk op <OK>.
2. Druk op <SSID instellingen>.
3. Druk op <Selecteer Toegangspunt>.
4. Selecteer het toegangspunt (SSID) en druk
op <Volgende>.
5. Voer een WEP-sleutel in (netwerksleutel) en
druk op <Toepassen>.
6. Druk op <Ja>.
• Het IP-adres wordt na enkele minuten
automatisch geconfigureerd.
• "Verbonden" wordt aangegeven.
5.
Installeer het stuurprogramma en de software.
"De software installeren" op P.6
U bent nu klaar met de configuratie van
de basisinstellingen.
Ga verder naar faxinstellingen
configureren om de optionele
faxinstellingen te configureren.
Voor meer gegevens,
"Installatie met de installatiegids" in de gebruikershandleiding
Procedure voor het aansluiten via
bekabelde LAN
Er is geen LAN-kabel bij het apparaat geleverd.
Houd er een bij de hand indien nodig.
1.
Controleer of het apparaat op een router is
aangesloten.
2.
Controleer de netwerkinstellingen op de
computer.
3.
Sluit de LAN-kabel aan.
• Wacht na aansluiten van de kabel enkele
minuten (tot het IP-adres automatisch is
ingesteld).
• Als er een statisch IP-adres werd ingesteld op
de computer, geef dan het machine IP-adres
handmatig in.
4.
Installeer het stuurprogramma en de software.
U bent nu klaar met de configuratie van
P.7
faxinstellingen te configureren.
Snelle installatie
"De software installeren" op P.6
de basisinstellingen.
Ga verder naar faxinstellingen
configureren om de optionele
P.7
5