Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

INSTALLATEUR INSTELLING
122
Beschrijvingen voor elke parameter zijn als volgt.
• Insteltemperatuur zonnecollector
- Min. temp: dit is de minimale zonnecollectortemperatuur waarop het zonnesysteem kan
werken.
- Max. temp: dit is de minimale zonnecollectortemperatuur waarop het zonnesysteem kan
werken.
• TH aan/uit variabel, zon
- Temp aan: dit is het temperatuurverschil tussen de huidige temperatuur van de
zonnetemperatuur en de temperatuur van de SWW-tank waarop het zonnesysteem werkt.
- Temp uit dit is het temperatuurverschil tussen de huidige temperatuur van de
zonnetemperatuur en de temperatuur van de SWW-tank waarop het zonnesysteem stopt.
- Voorbeeld: Als de huidige temperatuur van de zonnecollector 80 °C is en Temp is ingesteld op
8 °C, werkt het zonnesysteem als de temperatuur van de SWW-tank lager is dan 72 °C. Als in
hetzelfde geval Temp uit is ingesteld op 2 °C, stopt het thermische zonne-energiesysteem als
de SWW-temperatuur 78 °C is.
• SWW-insteltemp.
- Max: het is de maximumtemperatuur van het SWW die kan worden bereikt door een
zonnesysteem.
• Boostverwarming
- Inschakelen: de SWW-tankverwarming kan worden gebruikt wanneer het zonnesysteem
wordt gebruikt.
- Uitschakelen: de SWW-tankverwarmin kan niet worden gebruikt wanneer het zonnesysteem
wordt gebruikt.
• Spoelschema zonnepomp
- Dit is de functie om de zonnewaterpomp met tussenpozen te laten circuleren voor detectie
van de temperatuur van de zonnecollector wanneer de zonnepomp niet lang werkt.
Inschakelen Om de functie te gebruiken.
• Spoelinstelling zonnepomp
- Werkingscyclus: bij gebruik van de doorspoelfunctie van de zonnepomp werkt de
zonnewaterpomp op de ingestelde tijd.
- Werkingscyclus: bij gebruik van de spoelpompfunctie van de solarpomp, werkt de
zonnewaterpomp gedurende de ingestelde tijd.
Functie
Waarde
Min
Insteltemperatuur
zonnecollector
Max
SWW-insteltemp.
Max
Temp aan
TH aan/uit variabel, zon
Temp uit
Boostverwarming
Boostverwarming
Aan/UIT
Spoelschema zonnepomp
Startuur, startminuut
Einduur, eindminuut
Proefdraaien zonnepomp
Proefdraaien pomp
Werkingscyclus
Spoelinstelling zonnepomp
Werktijd
Bereik
Standaard
5 °C~50 °C
10 °C
60 °C~105 °C
95 °C
20 °C~90 °C
80 °C
3 °C~40 °C
8 °C
1 °C~20 °C
2 °C
Inschakelen/uitschakelen
Inschakelen
Aan/UIT
Aan
00:00~24:00
6:00
00:00~24:00
18:00
Starten/Stoppen
Stoppen
30 min~120 min
60 min
1 min~10 min
1 min

Zone

Het is de functie voor het instellen van de omgeving en het controleren van de werkingsstatus bij
gebruik van de zonemodule.
Selecteer in de lijst met installatie-instellingen de zonecategorie en druk op [OK] om naar het
gegevensscherm te gaan.
<Zone-instelling>
Bij gebruik van de zonemodule is het de functie om de omgeving in te stellen die nodig is voor de
regeling, zoals het aantal keren dat de zonemodule wordt gebruikt en de adresinstelling.
Functie
Waarde
Aantal modules
Stap 1
Aantal zones
Aantal zones
Adres voor elke
Stap 2
Adres
module
Typeselectie voor de
Selecteer in te stellen
Stap 3
zone
zone
Warmte
Stap 4 Thermo aan/uit variabele
Koel
OPMERKING
De aan/uit-variabele kan alleen worden ingesteld als de keuze van het regelapparaat op
"Sensor" is ingesteld bij stap 3.
INSTALLATEUR INSTELLING
123
Bereik
Niet gebruiken, 1 ~ 4
Er kunnen maximaal twee zones worden
gebruikt voor één module.
C0 ~ C3
*Het kan met een hoeveelheid worden ingesteld
die overeenkomt met het aantal modules
Sensor / Thermostaat
Type0 ~ Type3
Type0 ~ Type3

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave