Nederlands
11. Checklist voor storingen
Onderdelen worden heet en / of beginnen te roken.
Verbreek direct de verbinding met het net!!
!
Mogelijke oorzaak: Een of meerdere onderdelen zijn verkeerd
gesoldeerd. Wanneer u de schakeling zelf heeft gebouwd voer
dan een optische controle uit ( hoofdstuk 6.) en verwijder
eventuele fouten. Anders stuurt u de schakeling ter reparatie op.
De trein rijdt niet/ functietest: de lamp licht niet op.
Mogelijke oorzaak: De rijtrafo is niet aangesloten. Controleer de
aansluitingen.
De instellingen van de trimpotmeters werken niet voor de faselengte
van een stop.
Mogelijke oorzaak: De instellingen van de trimpotmeters werden niet
of voor een andere stop opgeslagen. Programmeer de betreffende
stop opnieuw. Let met name op de aanwijzingen van de
programmeerstappen 1 en 3.
De trein rijdt door bij een halteplaats.
Mogelijke oorzaak: De railscheidingen zijn verkeerd gemaakt of het
traject is verkeerd aangesloten. Controleer de juiste plaats van de
railscheidingen en de aansluitingen van het traject.
De trein rijdt in het eindstation tegen het stootblok.
Mogelijke oorzaak: De loc is op de „verkeerde" rijrichting ingesteld.
Wanneer u de schakeling voor de eerste keer gebruikt of een
nieuwe loc wilt inzetten, moet de loc bij het begin van het
pendeltreinbedrijf op een vrij traject of een halte staan.
Mogelijke oorzaak: De loc heeft de omschakelimpuls niet herkend.
Controleer het omschakelrelais op zijn werking. Eventueel is de
loc niet geschikt voor gebruik met de pendeltreinbesturing.
Pagina 36
PZS-3