2. Dage!ijks gebruik
lnschakelen met sleutelschakelaar.
lnschakelen met afstandsbediening.
Vraag uw lnstallateur welke methode voor u hat meest geschikt is en
raadpleeg
de
volgende bladzijden
VERTRAAGD INSCHAKELEN
Met deze methode schakelt het systeem pas
ultlooptljd is ver1open nadat u het systeem hebt ingeschakeld. Overleg met
de installateur hoeveel tijd u nodig hebt om
deur achter u te stuiten.
I
1. S!uit alle deuren en ramen.
2.
Toets uw toegangscode op het
codebediendeel.
3.
Druk op de toets van het gewenste
niveau.
Opm.: Als u op V dmkt schake/t het systeem in op niveau A
De uitlooptijd gaat in op hat moment
drukt. Tl/dens deze periode geeft het codebediendeel een contlnu
waarschuwingssignaal.
Als
een
u
onderbroken toon hoort, is een detector geactiveerd.
systeem schakelt niet in' op biz.
4.
Verlaat het gebouw via de
voorgeschreven route
taatste deur.
Aan het eind van de uitloopperiode
schakelt het systeem
piepjes. Het display van codebedien
dee! toont welk niveau
ingeschake!d.
Opm.; Ats u zich tijdens het inschakelen van het systeem bedenkt kunt u uw
toegangscode nog eens intoetsen om het inschakelen te stoppen.
HET OVERSCHRIJOEN VAN DE UITLOOPTIJD
A!s aan het einde van de uitlooptijd iets of iemand een detector activeert
geeft hat systeem een alannmelding en
onnodige alarrnmelding afbreken door onmiddellijk uw toegangscode in te
toetsen. Op het display kunt u zien welke zone(s) het probleern
veroorzaakte(n).
Als
u een alarrnmelding hebt afgebroken dient u het systeem te herstellen
(zie 'Het systeem hersteHen' op biz. 15 en 16) en de lnschakelprocedure
opnleuw te beginnen.
voor
gedetailleerde informatie.
in
als de vooraf vastgestelde
na
het inschakelen de laatste
Uitloop
slgnaal
u op de
of op de niveautoets
dat
t,/
11.)
en
sluit de
in
en hoort u
2
is
'piep piep'
schakelt niet in. Ukunt
496695
009
(Zie
ook 'Het
:
jNiveau A aan
deze
8