Inhoudsopgave 1. Introductie 5. Hoofdgebruiker Het codebediendeel Introductie Over deze handleiding Uitleg van codes 2. Alledaags gebruik Gebruikerscodes Inschakelen van het systeem Het gebruik van partities Uitschakelen van het systeem Mastercodes Indien het systeem niet wilt inschakelen Gedwongen uitschakelcode Bij geopende detectoren Alleen inschakelen Bij technische problemen Wijzigen van codes...
Als het systeem uitgeschakeld is zal bij het activeren van een detector geen alarm plaatsvinden. De 8136i kent vier verschillende niveaus van inschakelen, genaamd A, B, C en D. Elk niveau kan bestaan uit verschillende zones (detectoren). U kunt dus verschillende delen van uw beveiligde object in- of uitschakelen.
Het codebediendeel Onderstaande figuur geeft de indeling weer van een codebediendeel. Uw installatie kan voorzien zijn van een ander type codebediendeel, voor de werking en indeling maakt dit geen verschil. Het codebediendeel bestaat uit de volgende onderdelen: Niveau LED’s Elke niveau LED (Light Emitting diode) zal branden wanneer bijbehorend niveau is ingeschakeld.
Over deze handleiding De overige hoofdstukken beschrijven uitgebreid de volgende onderwerpen: 2. Alledaags gebruik Beschrijft het in- en uitschakelen van het systeem. 3. Na een alarm Beschrijft hoe de sirenes uit te schakelen na een alarm, hoe de oorzaak van het alarm te bekijken en het systeem te resetten zo- dat het klaar is voor gebruik.
2. - Alledaags gebruik U kunt de 8136i op verschillende manieren inschakelen. Alle manieren van inschakelen (behalve door mid- del van een sleutelschakelaar) vergen het gebruik van een gebruikerscode. Tijdens de installatie van uw systeem heeft de installateur een uitlooproute geprogrammeerd. Waneer u tijdens het systeem inschakelt moet u van deze uitlooproute gebruik maken om uw beveiligde object te verlaten.
Uitschakelen van het systeem Het systeem beschikt over een vooraf geprogrammeerde inloopvertragingstijd. Informeer bij uw installateur hoeveel tijd u heeft om het systeem uit te schakelen. De inloopvertragingstijd start zodra u de entreedeur opent. Gedurende deze inlooptijd zal het code- bediendeel een pieptoon laten horen als indicatie dat het alarmsysteem uitgeschakeld moet worden.
Indien het systeem niet wilt inschakelen Als de 8136i een fout detecteert waardoor het systeem niet kan inschakelen zal het codebediendeel een pieptoon genereren en tevens een foutmelding op het display weergeven. Een foutmelding kan bestaan uit een detector welke tijdens de inschakel-procudure geopend is (bijvoorbeeld een beveiligde deur met magneetcontact).
3. - Na een alarm Wanneer het systeem een alarm genereert, moet u altijd uw gebruikerscode invoeren om de sirene(s) te laten stoppen. Het systeem houd een logboek bij waarin alle gebeurtenissen in worden opgeslagen. Nadat u het systeem heeft uitgeschakeld moet het systeem gereset worden zodat er eventueel opnieuw inge- schakeld kan worden.
Reset systeem De 813i kent drie verschillende methodes voor het resetten van een alarm: Gebruikers reset. U kunt zelf het alarm resetten door middel van een gebruikerscode Installateurs reset. Uw installateur moet ter plaatse het alarm resetten met behulp van een installateurscode.
4. - Speciale functies Introductie Sommige gebruikers van het alarmsysteem kunnen gebruik maken van speciale functies. Dit hangt af van het gebruikerslevel welke aan de gebruikerscode is toegewezen. Deze functies zijn: Inschakelen van het systeem op een manier dat sommige zones overbrugd zijn. Inschakelen van de deurbelfunctie.
Overbruggen van zones (menu 1) Uw alarmsysteem kan zo geprogrammeerd zijn dat het mogelijk is om sommige zones buiten werking te laten als het systeem ingeschakeld wordt. Deze functie kan handig zijn als u bepaalde detectoren tijdelijk buiten werking wilt laten. Informeer bij u installateur welke zones overbrugd kunnen worden. U moet telkens als u inschakelt, de betreffende zones overbruggen.
Overbruggen van 24 uur zones (menu 2) Als uw systeem gebruik maakt van 24-uur zones dan kunt u eventueel deze zones overbruggen. Als uw beveiligde pand bijvoorbeeld over een branddeur beschikt, dan kunt u deze tijdelijk openen door deze zone te overbruggen. Informeer bij uw installateur of uw systeem over 24-uur zones beschikt, en zo ja, of u deze kunt overbruggen.
Systeemopties (menu 3) Deurbelfunctie Uw systeem kan zo geprogrammeerd zijn op een manier wanneer er bepaalde deuren geopend wor- den, er een signaal klinkt uit de binnenluidspreker ofwel sirene. Informeer bij uw installateur of deze functie bij uw alarmsysteem geprogrammeerd is. Toets uw gebruikerscode in gevolgd door MENU, gevolgd door 3.
Test opties (menu 4) Met behulp van dit menu kunt u de diverse aangesloten detectoren van het systeem testen op hun werking. Het is ook mogelijk om de aangesloten sirenes en flitser te testen. Voordat de testen uitge- voerd kunnen worden moet het beveiligde object verlaten zijn. Er mogen geen mensen in beveiligde ruimtes meer aanwezig zijn, dit zou de testen kunnen beïnvloeden.
Test opties (menu 4) - vervolg Testen van de sirenes Toets uw gebruikerscode in gevolgd door MENU, gevolgd door 4. Toets ENTER, u krijgt nu de vraag om een looptest uit te voeren. Toets op B, u krijgt nu de vraag om de sirenes te testen. Indien u op ENTER toetst, zal de test starten.
Oproep beantwoorden installateur (menu 5) Uw alarmsysteem kan aangesloten zijn op een telefoonlijn. Via deze telefoonlijn is het mogelijk dat uw installateur service op afstand verleend. Er zijn een paar mogelijkheden waarop dit kan plaatsvin- den. De installateur beschikt over een computerprogramma waarmee hij service kan verlenen via een modem.
Instellen van datum en tijd / zomertijd (menu 6) De 8136i beschikt over een interne klok welke functioneert zolang er 220 volt spanning en de accu spanning aanwezig zijn. De klok wordt gebruikt voor het bijhouden van het geheugen van de cen- trale.
Wijzigen zone- en groepsomschrijvingen (menu 7) Uw installateur heeft alle groepen en zones een omschrijving gegeven. U kunt deze omschrijvingen zelf naar uw eigen wensen aanpassen. Een omschrijving mag maximaal uit 16 karkaters bestaan. De omschrijvingen kunt via het codebediendeel ingeven met behulp van de numerieke toetsen. Onderstaande tabel geeft de functie van de numerieke toetsen weer.
Geheugenfuncties (menu 9) De 8136i heeft een intern geheugen waarin alle handelingen worden opgeslagen. Dit geheugen kan maximaal 500 stappen opslaan. U kunt dit geheugen inzien vanaf een codebediendeel. Als het sys- teem van een printer gebruik maakt, kunt u het geheugen ook afdrukken op een aangesloten printer.
Introductie Dit Hoofdstuk beschrijft de mogelijkheden die alleen toegankelijk zijn voor de hoofdgebruiker van de 8136i. Voor toegang tot deze functies moet men beschikken over een speciale gebruikerscode. Met behulp van deze code kunt u de volgende items bepalen: Wijzigen van alle gebruikerscodes.
De 8136i kan vier verschillende partities herkennen welke kunnen functioneren als onafhan- kelijke systemen. Tegelijkertijd kan uw installateur een of meerdere niveau-toetsen (A, B, C en D) toewijzen aan verschillende partities.
Wijzigen van codes en gebruiker opties U kunt codes toevoegen of wijzigen via menu 8. Onderstaande procedure geeft aan hoe menu 8 selecteerd. Voor het wijzigen of toevoegen van gebruikerscodes moet u wel gebruik maken van de hoofdgebruikerscode (meestal gebruiker 1). Toets uw gebruikerscode in gevolgd door MENU, gevolgd door 8.
Wijzigen van codes en gebruiker opties (vervolg) Wijzigen / toevoegen gebruikerscodes Ga naar menu 8. Toets op ENTER totdat de volgende tekst verschijnt. Maak gebruik van de A of B toetsen om naar de gewenste gebruiker te stappen. In dit voorbeeld gebruiken we gebrui- ker 3.
Wijzigen van codes en gebruiker opties (vervolg) Wijzigen toegang partities Ga naar menu 8. Toets op ENTER totdat de volgende tekst verschijnt. Maak gebruik van de A of B toetsen om naar de gewenste gebruiker te stappen. In dit voorbeeld gebruiken we gebrui- ker 3.
Wijzigen van codes en gebruiker opties (vervolg) Instellen/wijzigen gedwongen-uitschakel code De functies zoals omschreven in hoofdstuk 4 zijn niet toegankelijk voor een gebruikerscode welke aange- maakt is met een gedwongen-uitschakel functie. Aan gebruiker nummer 1 kan geen gedwongen-uitscha- kel functie worden toegewezen. Toewijzen alleen inschakelen U kunt een code toewijzen welke alleen gebruikt mag worden voor alleen het systeem in te schakelen.
Logboek onderhoud Laat uw systeem minimaal 1 x per jaar volledig controleren door uw installateur. Dit voorkomt dat uw systeem onnodig buiten gebruik raakt en kan onnodige alarmmeldingen voorkomen. Datum Opmerkingen...
Pagina 30
Every effort has been made to ensure that the contents of this book are correct, errors and omissions excepted. However, neither the authors nor Scantronic accept any liability for loss or damage caused or alleged to be caused directly or indirectly by this book. The contents of this book are subject to change without notice.