Inschakelen met de laatste deur Inhoud Inschakelen met een uitloopknop 1. Introductie Stil inschakelen Direct inschakelen Het systeem Inschakelen met een sleutelschak De codebediendelen Inschakelen met afstandsbed. 725r Afstandsbediening 725r Als het systeem niet wil inschakelen 21 Over deze handleiding Detector actief Overige problemen 2.
1. INTRODUCTIE HET SYSTEEM Het beveiligingssysteem type 9851 omvat een controlepaneel, een of meer codebediendelen en diverse detectoren. Het controlepaneel is een stalen kast waarin zich de elektronica, de voeding, de noodstroomaccu en een telefoonkiezer bevinden. Het controlepaneel wordt meestal op een veilige plaats uit het zicht gemonteerd (bijv. in de meterkast).
1. Introductie indeling van de zones per niveau of groep. Uw bewakingssysteem kan bovendien zones bevatten voor 24-uurs- en overvalalarm. Indien zo'n zone wordt geactiveerd genereert het systeem een alarmmelding, of het niveau of de groep is ingeschakeld of niet. DE CODEBEDIENDELEN uw beveiligingssysteem kunnen één of meerdere codebediendelen...
1. Introductie Met de toetsen kunt u uw toegangscode invoeren en het systeem in- en uitschakelen. Bepaalde toetsen gebruikt u om sommige functies in- en uitschakelen. Toets Gebruikt u voor: Inschakelen op niveau A (totale systeem); of in/uitschakelen groep A. Systeem inschakelen op niveau B;...
1. Introductie Systeem inschakelen op niveau A (totale systeem); of inschakelen groep A. Systeem inschakelen op niveau B (alleen enkelvoudig systeem). Ö Systeem uitschakelen; of uitschakelen groep Ö Wanneer u deze twee knoppen gelijktijdig indrukt maakt u een overval melding met bijbehorend alarmsignaal. OVER DEZE HANDLEIDING Op de volgende bladzijden vindt u een gedetailleerde beschrijving van het gebruik van uw systeem.
2. DAGELIJKS GEBRUIK Het systeem kan op verschillende manieren worden samengesteld. Als u een enkelvoudig systeem wenst, dan kan uw installateur het systeem programmeren voor gebruik van een of meer van de beschreven functies. Vraag uw installateur om voor uw situaties de meest geschikte functies te programmeren.
2. Dagelijks gebruik Inschakelen met sleutelschakelaar. Inschakelen met afstandsbediening. Vraag uw installateur welke methode voor u het meest geschikt is en raadpleeg de volgende bladzijden voor gedetailleerde informatie. VERTRAAGD INSCHAKELEN Met deze methode schakelt het systeem pas in als de vooraf vastgestelde uitlooptijd is verlopen nadat u het systeem hebt ingeschakeld.
2. Dagelijks gebruik INSCHAKELEN MET DE LAATSTE DEUR Op hetzelfde moment dat u de laatste deur sluit zal het systeem inschakelen. Er is geen uitlooptijd. 1. Sluit alle deuren en ramen. 2. Toets uw toegangscode op het codebediendeel. 3. Druk op de toets van het gewenste I n:=.o:.h.
2. Dagelijks gebruik STIL INSCHAKELEN Bepaalde niveaus kunnen worden geprogrammeerd voor stil inschakelen. Als deze niveaus worden ingeschakeld geven de zoemers en/of sirenes geen audio signaal. DIRECT INSCHAKELEN Het kan zijn dat de ruimten die onder een gedeeltelijke inschakeling vallen geen uitlooproute of laatste deur (nodig) hebben.
2. Dagelijks gebruik Om niveau of groep A in te schakelen: 1. Sluit alle deuren en ramen. 2. Druk op •. 3. Verlaat het gebouwen sluit de laatste deur. Nadat het systeem de geprogrammeerde instellingen heeft doorlopen schakelt het in en hoort u ter bevestiging 2 piepjes. Om het systeem gedeeltelijk in te schakelen (alleen enkelvoudig systeem): 1.
2. Dagelijks gebruik 1. Toets Het display toont: :~ [Selecteer'? 2. Ga door en schakel het systeem in. _0_- Als u dan het systeem nog steeds niet kunt inschakelen neemt u contact op met de installateur. 1Ît WAT TE DOEN ALS BRANDEN? Als u een onderbroken toon hoort en zowel het;' als het ll<C lampje branden,...
2. Dagelijks gebruik HET UITSCHAKELEN VAN HET SYSTEEM PAS OP: Als het gebouw binnenkomt en het alarm gaat, kan er een indringer aanwezig zijn. UITSCHAKELEN VIA HET CODEBEDIENDEEL Het systeem heeft een geprogrammeerde inlooptijd. Overleg met uw installateur, opdat de inlooptijd lang genoeg is om van de eerste deur, via de inlooproute naar het codebediendeel te lopen en het systeem uit te schakelen.
2. Dagelijks gebruik deze extra tijd geven codebediendeel een hoge continue toon als waarschuwing dat de eigenlijke inlooptijd al verlopen is. 'alarm afbreken' kunt u onnodige alarmmeldingen tegengaan. Als uw systeem is aangesloten op een meldkamer en u veroorzaakt zelf per ongeluk een inbraakalarm dan hebt u 90 seconden de tijd om het alarm af te breken voordat de meldkamer contact opneemt met de politie.
3. NA EEN ALARMMELDING Als uw systeem een alarmmelding geeft moet u het systeem uitschakelen om de sirenes en flitsers te laten stoppen. Het systeem 'onthoudt' welke detectoren of zones de alarm melding veroorzaakten en toont dit op het display van het codebediendeel. Nadat u het systeem hebt uitgeschakeld dient u het systeem te herstellen (resetten) voor u het later weer zal kunnen inschakelen.
3. Na een alarmmelding • Als de ~ lamp niet brandt kunt het systeem herstellen via een u zelf codebediendeel. • Als de ~ lamp brandt na een alarmmelding dient uw installateur het systeem te herstellen. • Als de ~ lamp brandt na een alarmmelding en uw systeem is aangeslo- ten op een meldkamer, dan kan uw systeem op afstand worden hersteld.
4. HET VIERVOUDIGE SYSTEEM De installateur kan het controlepaneel zodanig programmeren dat het zich gedraagt als vier onafhankelijke beveiligingsgroepen. Elke groep (A, B, C en D) reageert als een afzonderlijk beveiligingsysteem dat u onafhankelijk van de overige drie groepen kunt in- en uitschakelen. U kunt ook twee, drie of vier groepen gelijktijdig in- en uitschakelen.
4. Het viervoudige systeem DAGELIJKS GEBRUIK Uw installateur kan elk van de groepen afzonderlijk programmeren voor de onderstaande inschakelprocedures. Vertraagd inschakelen Uitloopknop Inschakelen met laatste deur Direct inschakelen Stil inschakelen Elke groep beschikt over een eigen in- en uitlooproute. Opm.: Als twee personen op verschil/ende codebediendelen op hetzelfde moment een groep wil/en in- of uitschakelen zal het systeem reageren op degene die het eerst een toets indrukt.
4. Het viervoudige systeem 5. Verlaat het gebouw via de voorgeschreven route en sluit de :~ l Gr'p. .:lan-- laatste deur. Aan het eind van de uitloopperiode 0," 'piep piep' schakelt het systeem in en hoort u 2 piepjes. Het display van codebedien- deel toont welke groep is ingeschakeld.
4. Het viervoudige systeem 3. Druk op de toets van de gewenste groep en sluit af met V". Het codebediendeel laat de continue uitlooptaan horen. Uitloop- signaal 4. Verlaat het gebouw via de voorgeschreven route en sluit de laatste deur 5.
4. Het viervoudige systeem 3. Verlaat het gebouwen sluit de laatste deur. Het codebediendeel geeft 2 piepjes en het AAN-lampje van de sleutelschakelaar gaat branden. INSCHAKELEN MET AFSTANDSBEDIENING 725R Als uw systeem is voorzien van een draadloze uitbreiding, dan kunt u af- standsbediening 725r gebruiken om het systeem in te schakelen.
4. Het viervoudige systeem UITSCHAKELEN VAN HET SYSTEEM PAS OP: Als het gebouw binnenkomt en het alarm gaat, kan er een indringer aanwezig zijn. UITSCHAKELEN VIA HET CODEBEDIENDEEL De inlooptijd gaat in op het moment dat u de daaNoor aangewezen deur opent.
4. Het viervoudige systeem NA EEN ALARMMELDING HET SYSTEEM UITSCHAKELEN 1. Ga via de inlooproute naar het codebediendeel. Het display toont de groep die de melding veroorzaakt (bijv. A). 2. Toets uw toegangscode. Het display toont 3. Druk op de betreffende groeptoets en sluit af met De sirenes houden op en u hoort twee piepjes als teken dat de groep is...
Pagina 25
4. Het viervoudige systeem 3. Schrijf deze herstelcode op. Denk eraan dat het systeem deze herstelcode slechts 30 seconden toont. Daarna gaat het display weer over naar de vorige tekstweergaven. Als u de herstelcode heeft gemist herhaalt u de stappen 1, 2 en 3. 4.
5. SPECIALE FUNCTIES INLEIDING Met het 9930 codebediendeel kunt u, behalve het systeem in- en uitschakelen, een aantal andere systeemfuncties instellen. Deze functies zijn: [Toegangscode] A (B, C of )()(Zones overbruggen bij inschakelen. + )( [Toegangscode] 24 uurszones overbruggen [Toegangscode gebruiker 01] Toegangscodes en gebruikersnamen wIJzigen [Toegangscode]...
5. Speciale functies Opm.: Als u per ongeluk de verkeerde zone hebt gekozen toetst u X gevolgd door het nummer van de 'verkeerde' zone en daarna t/ waarmee u de standaard functie van de zone weer hersteld. Het systeem is nu ingeschakeld. Er ontstaat geen alarmmelding als een detector binnen een overbrugde zone wordt geactiveerd.
5. Speciale functies 4. Toets de nieuwe gebruikerscode. Opm.: Gebruik geen 0 (nul) als eerste cijfer. Als u een code wilt verwijderen toetst u "0000". 5. Toets V. :+::+::+::+: 6 Toets A, B, C en/of D naar keuze als Gebt' 2 - de gebruiker van deze niveau's of groepen gebruik mag maken.
5. Speciale functies HET LOGBOEK Het systeem 'onthoudt' de laatste 250 gebeurtenissen. U kunt het logboek als volgt uitlezen: 1. Toets uw toegangscode. 2. Toets 5. UO1 OucleCocle Het display toont de meest recente gebeurtenis bijv.: Het display toont een korte omschrijving voor elke gebeurtenis. De hierna volgende tabel geeft een overzicht van de mogelijke meldingen.
5. Speciale functies InbrZnn Hrst Inbraakalarm van zone nn opgeheven. Sab.Znn Sabotagemelding in zone nno Cnn Vermist Geen contact met codebediendeel nno Cnn Herstel Codebediendeel hersteld. Sabotagemelding van codebediendeel nno Cnn Sab. Cnn Toets Alarm Teveel toetsen ingedrukt op codebediendeel nno (Iemand kan proberen uw toegangscode te achterhalen.) L.